De Keidieven
De Keidieven was de naam van een groepje Liesselnaren dat zich bekwaamde in het ontvoeren en/of terugbrengen van de Buntse kei.
Het viertal bestond uit Piet Verstappen, Nol Bots, Cor van Oosterhout en Nol van Kessel. Zij waren allemaal lid van de (toenmalige) Brandweer van Liessel.
De Keidieven maakten hun debuut in maart 1962 toen de Buntse kei was ontvoerd en verstopt bij de brandweerkazerne in Mierlo. De Keidieven zorgden ervoor dat de kei weer in Liessel terugkeerde. In de jaren daarna is de kei meerdere keren ontvoerd en ook weer naar Liessel teruggehaald.
Het bestuur van carnavalsvereniging De Kei moedigde het spel zelfs aan. Men moest zich echter wel houden aan de spelregels die inmiddels waren opgesteld. De kei mocht pas vanaf het moment dat de kerkklok middernacht had geslagen, en 11 november was begonnen, van het marktplein worden weggehaald. De dieven moesten het gevaarte verstoppen op een plaats die in principe voor iedereen vrij toegankelijk was, zodat ook anderen op hun beurt hun slag konden slaan. Ook werden er prijzen uitgeloofd voor de zegevierende keisjouwers. Vanaf 1968 was er een premie van vijftig gulden voor diegene die de kei in de carnavalsoptocht toonde en vanaf 1971 een (wissel)beker.
Er was één groep die met kop en schouders boven alle andere kandidaat-dieven uitstak. De eigen geuzennaam luidde de Keidieven. Wekenlang was deze club in de weer met het voorbereiden en uitvoeren van hun snode plannen.
Het spel van ontvoeringen duurde voort tot eind 1974. Toen werd door het bestuur van De Kei besloten om de Buntse kei in bewaring te nemen omdat de strijd uit de hand liep en de kei letterlijk schade had ondervonden. Op 18 november 1978 kreeg de Buntse kei een vaste plaats op het marktplein in Liessel , tegelijk met de zwerfsteen Jaap van de Leijsing. De Keidieven Nol Bots en Piet Verstappen hielpen mee: Nol met metselen en Piet zorgde voor de naamplaatjes.
De keidieven waren in de carnavalsperiode actief op meer fronten. Ontvoeringen van de (toekomstige) Prins waren in de jaren zestig ook een paar keer aan de orde. De Keidieven speelden daar een hoofdrol in. Het losgeld bestond uit een vat bier.
Na 1974 bleven de Keidieven nog jarenlang deelnemer aan de carnavalsoptocht. Tijdens de receptie van een nieuwe Prins werd door het viertal een fraai wandbord aangeboden.
Op de jaarvergadering van 5 april 1975 werden de vier ‘Keidieven’, vanwege hun grote verdiensten benoemd tot erelid van De Kei.