Colentiende
De Colentiende, ook wel cooltiende genaamd, is een een klamp tiende onder Deurne, die leenroerig was aan de abt van Echternach en al bij de vroegste vermelding onder die naam in 1588 versnipperd was.
De vroegste vermelding is van 13 juli 1588 toen Jan, de zoon van wijlen Lenard van den Sande en gehuwd met Christina de dochter van Peter Colen, zijn negende gedeelte van de zogenaamde Colentiende verkocht aan Aert en Everaert, de zonen van Peter Colen.[1] Dit is waarschijnlijk ook de verklaring voor de naam Colentiende.
Om een idee te geven van de (later vrijwel steeds) buitendorpse eigenaren en de versnippering van de tiende volgt onderstaand een genealogisch schema dat de verwantschap toont tussen Huijbert Nootstock uit Maastricht en de Roermondse postmeester Jean Pierre de Wevelinchoven tegen wie hij in 1763 een proces voerde over de eigendomsrechten van de Deurnese Colentiende.
| Jan Librechts | Johanna van Werm | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Lambert Nootstock | Johanna Librechts | Anna Librechts | Antonie Gobbens | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Hendrik Nootstock + 30-6-1750 | NN Gobbens | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Huijbert Nicolaes Nootstock | Maria Martina de Hazart + 16-11-1743 | Jean Pierre de Wevelinchoven | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Chronologie[bewerken | brontekst bewerken]
- Op 22 maart 1653 verkocht Everard Gevert Colen zijn 1/12 deel van de Colentiende aan Antonie en Geertruid Gobbens, de kinderen van Jacob Antonie Gobbens en Elisabeth Polen. Op de tiende rustte een jaarlijkse last van 16 vaten rogge aan het convent van Binderen, een recognitiecijns van 12 stuivers aan de abt van Echternach en 8 gulden, 7 stuivers en een blank in een meerdere rente aan jonker Absolon.
- Op 18 maart 1767 verkocht Andreas Donkers uit Gemert de helft van 1/6 deel van de Coolentiende, geheven onder Deurne, aan Johannes Andreas Grootenacker te Helmond voor 1050 gulden. Deze tiende was hem aangekomen bij het overlijden van zijn broer Wilhelmus.[2]
| Referenties |