Bewerken van Brouwhuisweg 49
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.
Huidige versie | Uw tekst | ||
Regel 11: | Regel 11: | ||
== Eigenaren en bewoners == | == Eigenaren en bewoners == | ||
Het erf met het huidige adres Brouwhuisweg 49 werd vóór 1736 gesticht. Vanaf dat jaar zijn eigenaren en bewoners bekend uit het huizenregister. Eigenaren was in 1736 Reijnder Jansen, die ook de naastgelegen boerderij bezat. De hele Voorste Beersdonk, op een klein ongelocaliseerd huisje na, was toen dus in één hand. In 1751 bezat zijn weduwe de boerderij, en in 1756 hun zoon Arnoldus Rijnder van Hugten. Terwijl de boerderij in 1741 nog onbewoond was, bewoonde Arnoldus in 1741 de boerderij van zijn ouders. In 1776 was Jacob Dirk Jacobs zowel de eigenaar als de bewoner. In 1790 liet de zieke Jacob een testament opmaken ten behoeve van zijn 5 levende kinderen. Die kinderen beheren nog jarenlang de boerderij samen, terwijl één van hen, Francis, de boerderij in 1798 bewoonde. Die bezat de boerderij ook in 1832. In 1866 verkochten Francis en Johannes Jacobs de boerderij aan [[Peter Verhoijsen (1833-1902)]]. Hij bewoonde de boerderij, op het adres B.4, met zijn kinderen en een aantal meiden en knechten. Op 1 juli 1902 overleed hij er, en de boerderij werd op 14 april 1903 betrokken door | Het erf met het huidige adres Brouwhuisweg 49 werd vóór 1736 gesticht. Vanaf dat jaar zijn eigenaren en bewoners bekend uit het huizenregister. Eigenaren was in 1736 Reijnder Jansen, die ook de naastgelegen boerderij bezat. De hele Voorste Beersdonk, op een klein ongelocaliseerd huisje na, was toen dus in één hand. In 1751 bezat zijn weduwe de boerderij, en in 1756 hun zoon Arnoldus Rijnder van Hugten. Terwijl de boerderij in 1741 nog onbewoond was, bewoonde Arnoldus in 1741 de boerderij van zijn ouders. In 1776 was Jacob Dirk Jacobs zowel de eigenaar als de bewoner. In 1790 liet de zieke Jacob een testament opmaken ten behoeve van zijn 5 levende kinderen. Die kinderen beheren nog jarenlang de boerderij samen, terwijl één van hen, Francis, de boerderij in 1798 bewoonde. Die bezat de boerderij ook in 1832. In 1866 verkochten Francis en Johannes Jacobs de boerderij aan [[Peter Verhoijsen (1833-1902)]]. Hij bewoonde de boerderij, op het adres B.4, met zijn kinderen en een aantal meiden en knechten. Op 1 juli 1902 overleed hij er, en de boerderij werd op 14 april 1903 betrokken door Jan Berkvens (1875) en zijn gezin. Op 19 april 1907 vertrok die naar Deurne. | ||
De nieuwe eigenaar-bewoner werd Johannes Smits (1877) met zijn gezin. Vermoedelijk woonden zij er niet lang, want op 18 april 1910 betrok Arnoldus van Bussel (1871) met zijn gezin de boerderij. Hij woonde er maar drie jaar; op 27 juni 1913 vertrok hij naar Asten. Johannes Smits (1881) werd op 16 juni 1916 zijn opvolger, en die bleef er met zijn gezin tot 15 maart 1920, toen ze naar Mierlo vertrokken. [[Petrus van de Ven (1855-1921)]] uit Nistelrode werd in maart 1920 de nieuwe bewoner. Hij overleed er een jaar later. | De nieuwe eigenaar-bewoner werd Johannes Smits (1877) met zijn gezin. Vermoedelijk woonden zij er niet lang, want op 18 april 1910 betrok Arnoldus van Bussel (1871) met zijn gezin de boerderij. Hij woonde er maar drie jaar; op 27 juni 1913 vertrok hij naar Asten. Johannes Smits (1881) werd op 16 juni 1916 zijn opvolger, en die bleef er met zijn gezin tot 15 maart 1920, toen ze naar Mierlo vertrokken. [[Petrus van de Ven (1855-1921)]] uit Nistelrode werd in maart 1920 de nieuwe bewoner. Hij overleed er een jaar later. |