Brandweer van Liessel: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
| Regel 1: | Regel 1: | ||
[[Bestand:25.242.jpg|thumb|300px|De brandweer van Liessel op oefening omstreeks 1954. Vlnr. Eerste rij: zittend Cor van Oosterhout, Bertje Slaats, Piet Verstappen. Tweede rij staand: [[Carolus Hendricus Antonius van de Mortel (1916-1995)|Carel van de Mortel]], Bertus van Neerven, Toon Verstappen, Willem Basten, Willem Aarts. Derde rij zittend: Hub Hanssen, Noud Hendriks, Sjaak Winters, Jan Winters, Piet de Corte.]] | [[Bestand:25.242.jpg|thumb|300px|De brandweer van Liessel op oefening omstreeks 1954. Vlnr. Eerste rij: zittend Cor van Oosterhout, Bertje Slaats,[[Peter JohannesVerstappen(1918-1994)| Piet Verstappen. Tweede rij staand: [[Carolus Hendricus Antonius van de Mortel (1916-1995)|Carel van de Mortel]], Bertus van Neerven, Toon Verstappen, Willem Basten, Willem Aarts. Derde rij zittend: Hub Hanssen, Noud Hendriks, Sjaak Winters, Jan Winters, Piet de Corte.]] | ||
De georganiseerde '''brandweer van Liessel''' heeft lange tijd als zelfstandige eenheid bestaan. | De georganiseerde '''brandweer van Liessel''' heeft lange tijd als zelfstandige eenheid bestaan. | ||
Versie van 11 nov 2015 22:30
[[Bestand:25.242.jpg|thumb|300px|De brandweer van Liessel op oefening omstreeks 1954. Vlnr. Eerste rij: zittend Cor van Oosterhout, Bertje Slaats,[[Peter JohannesVerstappen(1918-1994)| Piet Verstappen. Tweede rij staand: Carel van de Mortel, Bertus van Neerven, Toon Verstappen, Willem Basten, Willem Aarts. Derde rij zittend: Hub Hanssen, Noud Hendriks, Sjaak Winters, Jan Winters, Piet de Corte.]] De georganiseerde brandweer van Liessel heeft lange tijd als zelfstandige eenheid bestaan.
In het brandreglement van de gemeente Deurne en Liessel, dat op 13 oktober 1860 werd vastgesteld, was in artikel 24 bepaald dat er ook in Liessel een brandspuit, enige handspuiten, emmers en haken aanwezig moesten zijn. Daar was ook bepaald dat de brandspuiten en verdere blusmiddelen moesten worden bestuurd door een opperbrandmeester, twee brandmeesters en twee brandspuitmeesters voor iedere spuit, alsmede een aantal brandweerlieden die door het gemeentebestuur moesten worden aangewezen.