U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis.

Brand van 22 juli 1899

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
De printervriendelijke versie wordt niet langer ondersteund en kan weergavefouten bevatten. Werk uw browserbladwijzers bij en gebruik de gewone afdrukfunctie van de browser.

De brand van 22 juli 1899 vernielde de boerderij van de weduwe van landbouwer Jacobus van der Putten op het tegenwoordige adres Vloeieindseweg 2.


De brand werd veroorzaakt door blikseminslag. Op zaterdag 22 en zondag 23 juli was er boven Nederland een hevig onweer waarbij veel gebouwen in brand vlogen en ook enkele mensen dodelijk werden getroffen. Het Nieuwsblad van het Noorden, dat in haar editie van woensdag 26 juli een opsomming gaf van de belangrijkste schadeposten, meldde dat de bewoners zich met moeite half naakt konden redden en dat ze van hun inboedel alles in vlammen zagen opgaan. Ze waren wel verzekerd.

De Zuid-Willemsvaart gaf het volgende verslag:

25 Juli. Verleden Zondagavond sloeg de bliksem in het huis van de Wed. Jacobus van der Putten, op het Vloeieind alhier. Het paard werd doodelijk getroffen en eenige minuten later stond het huis in volle vlam, zoodat met moeite het vee en den inboedel voor een gedeelte konden worden gered. Twee koeien kwamen in de vlammen om, terwijl de overige zes koeien en de maal werden gered. Een groot gedeelte van den inboedel en het woonhuis met stalling en schuur met het zich daarin bevindende hooi en eene groote partij haver werden een prooi der vlammen. Alleen de uitgebrande muren van de flinke boerenhuizing bleven over. De woning met bijbehooren was verzekerd voor f 3000.- en de inboedel voor f 2500.-.[1]

Dezelfde krant meldde ook blikseminslagen op de Grote Bottel en de Langstraat de dag daarvoor:

Verleden Vrijdag 21 dezer, woedde gedurende anderhalf uur een hevig onweder boven het Dorp alhier. Felle bliksemschichten doorkliefden het luchtruim, telkens gevolgd door ratelende donderslagen. Menig hart klopte angstig. En geen wonder. Toen het onweder was afgeloopen, verspreidde zich gauw genoeg de tijding door het Dorp, dat boomen en telefoonpalen door den bliksem waren verbrijzeld. Daarenboven werd op den Bottel de hond van den landbouwer Maas[2] doodelijk getroffen, terwijl door het onweder begin van brand werd veroorzaakt in het bakhuis. Gelukkig kon men deze nog tijdig blusschen. Bij van Rooij in de Langstraat was hij ook ingeslagen. Er ontstond een scheur in den muur, terwijl de vrouw, die aardappels zat te schillen ook eenigszins werd geraakt. Zij klaagt over doofheid aan den eenen kant en over pijn aan haar voet.


Bronnen, noten en/of referenties
  1. Zie Delpher: De Zuid-Willemsvaart van 26 juli 1899
  2. De familie Lammers stond op de Bottel beter bekend onder de naam Maas, de achternaam van de echtgenote van Johannes Lammers: Engelina Maas.