Arnoldus Janse (1726-1780)
| Arnoldus Janse Slaets | ||
| Persoonsinformatie | ||
| Volledige naam | Arnoldus Janse | |
| Geboorteplaats | Asten | |
| Doopdatum | 6 april 1726 | |
| Overl.plaats | Deurne | |
| Overl.datum | 2 september 1780 | |
| Partner(s) | Catarina Diricks (1723-1811) | |
| Beroep(en) | landbouwer | |
Arnoldus Janse (Slaets) (1726-1780) was landbouwer in Liessel op de Heitrak.
Hij was een zoon van Mathias Peeters (Slaets) (Asten 1696-1747 Asten) en Anna Goorts (van Bussel) (Asten 1697).
Arnoldus huwde op 24 januari 1751 in Asten met Catarina Diricks (Dirks, van Hoof), (Asten 14 februari 1723 - Deurne 21 oktober 1811), dochter van Mathias Dirircks en Maria Adrianusdochter.
De volgende kinderen werden uit dit huwelijk geboren:
- Matheus Slaets, (Asten 16 november 1751).
- Theodorus (Dirk) Slaets, (Deurne 15 maart 1754 - Deurne 20 juli 1814). Hij huwde met Wilhelma Goossens (1763-1846).
- Mathias, (Deurne 19 januari 1756)
- Anna Maria, (Deurne 3 november 1758 - Asten 23 september 1797). Ze huwde op 6 juli 1788 in Deurne met Petrus van Bussel (Asten 1754-1798 Asten).
- Henrica Slaets, (Deurne 27 mei 1762).
- Franciscus (Francis) Slaats, (Deurne 9 juli 1769 - Deurne 12 december 1825).[1] Hij was koopman en bleef ongehuwd. Bij zijn overlijden liet hij een vermogen van ruim 18.500 gulden na.[2]
Het paar woont aanvankelijk in Asten op de Middelste Heusden.[3]
Arnoldus verhuisde met zijn gezin in of voor 1751 naar hoeve de Heitrak onder Deurne. In genoemd jaar was hij volgens de 5-jaarlijkse telling bewoner van die hoeve. Op 5 augustus 1752 ondertekende hij een nieuwe pachtovereenkomst met Henricus en Johan Vorstenbosch, heer van Aalst en Zegenwerp.[4]
Op 25 november 1758 werd de pacht gecontinueerd.[5]
In november 1771 zat hij gevangen op de gevangenispoort in Den Haag vanwege zijn rol in de veefraudezaak rond de afgifte van vervalste gezondheidsverklaringen door de Vlierdense substituutsecretaris Martinus Heijkoop.[6]
Op 20 september 1773 kocht Arnoldus Slaats van Benedictus Arnoldus de Stockmans, heer van Aalst, wonend in Sint-Michielsgestel, en diens kinderen Jeronimus Benedictus, Maria Hendrika en Anna Catharina voor de som van 9500 gulden:
- Drie schoone, welgelegen hoeven met aanhoorige teul-, hooij-, weij- en heijlanden, boschagiën ende opgaende houbare eijke bomen met de halve tienden van dien en wijders met soodanige voordeelige privilegiën en nadeelige servituten als de voorsz. hoeven en goederen vanouds zijn hebbende.
Die hoeven werden toen bewoond door de koper, de weduwe van. Jan Verheijen en de weduwe van Gijsbert van den Boogaard. Er behoorden toe:
- . Een stuk heide en weide de Berkt 14 (lopensen (l.) 18 roende (r.)
- De nieuwe hoeve den Springcamp (liggende in 3 perceelen) 7 l. 23 r. 15 v.
- De Klamp achter de schuur 3 l. 47 r. 6 v.
- De akker naast Meijel 55l. 40 r. 6 v.
- De akker van de oude hoeve 53 l. 33 r. 10 v.
- De Springcamp in 2 perceelen 12l. 42 r. 10 v.
- Het groesveld 31 l. 30 r.
- De quaade groes de Berkt, booven uijtgetrocken, blijft 147 l. 35 r.
- Blijft nog heijde, gragten, volgens de meeting 884 l.
Uit deze goederen moest jaarlijks aan de vrouwe van Deurne een cijns betaald worden van 6 gulden,[7]
Op 18 maart 1774 werd op verzoek van Arnoldus Slaats de hoeve de Heitrak door de Deurnese schepenen geïnspecteerd, waarbij de te maken reparatiekosten werden begroot op 450 gulden.[8]
Bronnen, noten en/of referenties
|