Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand. |
Antonius de Veth (1805-1879)
| Antonius de Veth | ||
| Persoonsinformatie | ||
| Volledige naam | Antonius de Veth | |
| Roepnaam | Antonie, Antoon | |
| Geboorteplaats | Deurne | |
| Doopdatum | 1 november 1805 | |
| Overl.plaats | Helmond | |
| Overl.datum | 16 oktober 1879 | |
| Partner(s) | Johanna Maria van Griensven (1804-1859) | |
| Beroep(en) | koopman, tabaksfabrikant | |
| Gedachtenisprent | NBA man | |
Antonius (Antonie, Antoon) de Veth (1805-1879) was geboren en opgegroeid in Deurne en na zijn huwelijk was hij een gefortuneerde koopman en tabaksfabrikant in Helmond.
Antonie was een zoon van Josephus Judocus de Veth (1757-1852) en Anna Christina van den Boomen (1761-1820).
Hij huwde op 27 mei 1839 in Helmond met Johanna Maria (Maria) van Griensven, (Helmond 12 december 1804 - Helmond 10 januari 1859), dochter van Nicolaas van Griensven (Bakel 1774-1814 Helmond) en Joanna Maria van Lieshout (Helmond 1771-1845 Helmond).
De volgende kinderen werden uit dit huwelijk geboren:
- levenloos geboren zoon, (Helmond 8 juli 1842).
- Nicolaas Josephus Alphonsus, (Helmond 16 oktober 1843 - Helmond 15 december 1871). Hij was ongehuwd.
- Josephus Antonius Willebrordus, (Helmond 6 november 1844 - Helmond 27 november 1844).
- Josephus Antonius Cornelis, (Helmond 4 maart 1847 - Helmond 1 november 1847).
Op 14 december 1878 maakte hij zijn testament waarin hij legateerde aan de kinderen van zijn zwager Johannes Antonius van Griensven. Zij moesten wel binnen anderhalf jaar na zijn overlijden een bedrag van 500 gulden uitkeren aan zijn dienstbode Wilhelmina de Werd, op voorwaarde dat zij bij zijn overlijden nog bij hem in dienst was. Ook zijn dienstknecht Jacobus van der Vorst ontving een legaat van 300 gulden en verder kreeg iedereen die bij zijn overlijden bij hem in vaste dienst was een bedrag van tien gulden. Zijn zuster Johanna kreeg de pellengoederen en beddenlakens en ieder van zijn petekinderen kreeg 50 gulden. Aan de armen van Helmond moest direct na zijn overlijden 150 gulden worden uitgekeerd. De twee kinderen van zijn overleden zus (Helena) Maria, gehuwd met Wilhelmus Wijnen, werden algeheel erfgenaam. De waarde van zijn bezittingen bedroeg bij zijn overlijden meer dan 150.000 gulden.[1]
Bronnen, noten en/of referenties
|