Heeft u correcties, aanvullingen of foto's bij een artikel dan kunt u die hier mailen.
Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank!
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis

Antonie Ramaer (1741-1822)

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
(Doorverwezen vanaf Antonie Ramaer)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Antonie Ramaer
Persoonsinformatie
Volledige naam Antonie Ramaer
Geboorteplaats Bergeijk
Geboortedatum 17 november 1741
Overl.plaats Helmond
Overl.datum 19 april 1822
Partner(s) (1) Catharina Zijnen (1736-1783)
(2) Helena Smits
Beroep(en) schoolmeester, secretaris

De protestantse schoolmeester Antonie Ramaer (1741-1822) was een van de belangrijkste personen in de gemeenschap van Vlierden gedurende de tweede helft van de 18e eeuw, niet alleen vanwege zijn pedagogische kwaliteiten als schoolmeester, maar ook als substituutsecretaris en later als secretaris van de heerlijkheid Vlierden.

Afkomst en gezin[bewerken | brontekst bewerken]

Meester Antonie Ramaer was de zoon van schoolmeester Jan Ramaer (Haarlem 1715-1794 Oirschot) en Maria van der Poll (Bergeijk 1706-1794 Bergeijk). Zijn oudere broer Andries was vorster te Eersel, Duizel en Steensel, deurwaarder van de Raad van State en commissie van de landtol te Eersel. Zijn jongere zus Anna Catharina Ramaer (1750-1814) huwde met de Vlierden schoolmeester Gerard van Schaijk (1748-1821). Zijn zus Wilhelmina huwde met de Astense schoolmeester Hendrik Wildeman.

Hij huwde op 4 juni 1769 in Asten met Catharina Zijnen (1736-1783), een kleindochter van de Helvoirtse schoolmeester Laurens Bijnen en een dochter van de Eerselse schoolmeester Nicolaas Zijnen. Ze was een zuster van de Astense schoolmeester Peter Zijnen.

Uit dit huwelijk werden de volgende kinderen geboren en gedoopt in de oude kapel van Vlierden, die toen als hervormde kerk dienst deed:

  1. Gerard Anthony (Gerard Antonie (Vlierden 24 maart 1770 - Zwolle 11 juli 1836).
  2. Johannes Nicolaas, (Vlierden 14 augustus 1771 - 's-Gravenhage 24 augustus 1826). Hij huwde met Christiana Louise Maria Speets (1783-1861). Hij was sterk koningsgezind en ging met Willem V begin 1795 naar Engeland. Hij nam daar dienst in het leger en bracht het er tot kapitein. Hij keerde nog in de Franse tijd terug naar Nederland en werd door koning Lodewijk in 1808 aangesteld als belastingambtenaar in het Friese Jever. Hij had een voorspoedige carrière en in 1814 werd deze geboren Vlierdenaar benoemd tot inspecteur-generaal der directe belastingen en accijnzen. Ook zijn zoon Elbertus Hendrikus Ramaer verwierf nationale bekendheid als deskundige op fiscaal-administratief gebied.
  3. Peter Andreas, (Vlierden 1 oktober 1772 - Limington (Engeland) 8 januari 1802). Hij bleef waarschijnlijk ongehuwd.
  4. Willem Anthony, (Vlierden 27 december 1775 - Helmond 20 mei 1828). Willem Anthony Ramaar vestigde zich in Helmond en was onder meer ontvanger van de plaatselijke belastingen van Deurne en Vlierden. Hij huwde met Anna Scholten, een dochter van de Helmondse dominee Albert Scholten, en was de oprichter van de Ramaer-textielfabriek.

Hij hertrouwde op 20 mei 1788 voor de predikant van Deurne met Helena Smits, de weduwe van Gerard Sterk uit 's-Hertogenbosch.

Dit tweede huwelijk was een mislukking, het hield nog geen jaar stand. Eind januari 1789 stapte zijn vrouw in Vlierden in het rijtuig om, naar haar zeggen, haar zaken in Den Bosch te gaan regelen maar feitelijk om nooit meer naar Vlierden terug te keren. Mogelijk had meester Ramaer het meer gemunt op haar rijkdom dan op haar liefde, immers Helena Smits was verre van onbemiddeld. Ze was onder meer eigenaresse van het Bossche huis dat vanouds De Vergulde Kabel werd genoemd en op het Hinthammereind stond. Zij wilde de huwelijksband verbreken, naar haar zeggen omdat zij door hem mishandeld zou zijn. De bij Ramaer inwonende Vlierdense schepen Antonie Jan Gallé en Ramaer's huishoudster Elisabeth Allewaert verklaarden echter dat de schoolmeester zijn vrouw nooit een haar had gekrenkt. Sterker nog, Ramaer had hen strikte orders gegeven om alles in het werk te stellen om sijn vrouw genoegen te geeven en haaren sin en orders stipt op te volgen en also alle toegeeflijkheid te gebruiken om haar te vreeden te stellen.

Openbare functies[bewerken | brontekst bewerken]

Hij was een echte duizendpoot die deskundig was op vele terreinen. Daarbij was er een goede verstandhouding tussen de protestantse schoolmeester en de katholieke Vlierdenaren. Zelfs de pastoor stond eens voor hem borg toen hij de wildbaan pachtte.

Schoolmeester[bewerken | brontekst bewerken]

Op 20 februari 1767 werd hij benoemd tot schoolmeester van Vlierden als opvolger van de overleden schoolmeester Antonie Heijcoop. Tevens werd hij benoemd tot koster, voorlezer en voorzanger te Vlierden. Als koster moest hij ervoor zorgen dat de doden netjes begraven werden en de klok op tijd luidde. Als voorlezer en voorzanger stelde zijn aanstelling niets voor want de kapel van Vlierden werd niet of nauwelijks voor protestantse erediensten gebruikt. Als zijn opvolger solliciteerde in eerste instantie de protestant Gerrit van Woelderen in april 1791. Die zou dan voor zijn toelating, zoals destijds te doen gebruikelijk, door predikant Munnekemolen worden geëxamineerd. Maar Van Woelderen kon ook in Rosmalen aan de slag en koos voor die plaats. Dat was aanleiding voor Gerrit van Schaijk, gehuwd met een zus van Antonie Ramaer, om op 29 april 1791 met succes te solliciteren als schoolmeester van Vlierden. Ook hij werd door predikant Munnekemolen vooraf geëxamineerd.[1]

Secretaris[bewerken | brontekst bewerken]

Toen de substituut-secretaris Martinus Heijcoop in 1771 uit Vlierden vluchtte omdat zijn frauduleuze praktijken aan het licht kwamen, was schoolmeester Antonie Ramaer diens logische opvolger. Op 12 december 1771 keurde de eigenlijke secretaris Pieter de Jong zijn waarneming goed, maar er moest voor zijn functie als substituut-secretaris nog toestemming gegeven worden door de Staten-Generaal in Den Haag. Deze kwam pas op 12 juni 1772. Hij gaf op 29 juni aan zijn zwager Johannes Zijnen, die in Rotterdam woonde, volmacht om namens hem in Den Haag de benodigde eed af te leggen. Deze plechtigheid vond op 7 juli 1772 plaats en in de eerstvolgende vergadering van 14 juli kon hij aan de Vlierdense schepenen zijn formele aanstellingsakte als substituut-secretaris tonen.

Voortaan werd hij aangewezen om Vlierden te vertegenwoordigen bij de kwartiersvergaderingen in Helmond, bij de verpachting in Den Bosch van de belastinginning, bij de openbare verkopen in het dorp en andere secretariële werkzaamheden. Hoe het met het Vlierdense onderwijs geregeld was tijdens zijn afwezigheid is niet in de annalen opgetekend, meest waarschijnlijk is dat de kinderen gewoon vrijaf hadden. Toen hij in 1791 zijn substituut-secretariaat kon verruilen voor het echte secretarisambt moest hij zijn baan als schoolmeester opgeven. Op 23 mei 1791 machtigde hij Frans van Manen om namens hem in den Haag de secretariseed af te leggen.

Ook na zijn verhuizing naar Helmond rond 1793 bleef Ramaer nog vele jaren als secretaris van Vlierden de Vlierdense belangen behartigen.

Bezittingen[bewerken | brontekst bewerken]

Op 21 december 1770, ruim drie en een half jaar na zijn komst naar Vlierden, wilde Ramaer van Jan Aart Slaats voor 765 gulden diens huis aan het Kloostereind kopen. De koopovereenkomst werd zelfs gesloten en daarin was de voorwaarde opgenomen dat de verkoper levenslang in het nabijgelegen kleine huisje mocht blijven wonen en gebruik mocht blijven maken van het aardappelveld en de hof. Maar de koop werd ongedaan gemaakt omdat Jan Claassen van der Zanden zich meldde als zijnde nader van den bloede (nauwer verwant) met de verkoper en daardoor het huis mocht vernaderen.

Op 24 juni 1775 kocht hij van molenaar Johannes Smits een perceel land genaamd De Mettenberg, groot anderhalve lopsense (circa 2490 m²), voor zes gulden.

Op 10 februari 1778 ruilde hij met de weduwe van Francis van Heugten enkele percelen grond en verwierf daarmee de Kruisakker, die tussen het schoolhuis aan de Kapelstraat en de Oude of Vlierdense Aa lag, en een aantal hooibeemden onder Brouwhuis. Hij moest afstand door van de akker genaamd Het Houten Paard. Op de Kruisakker legde hij waarschijnlijk een flinke boomgaard aan want in 1788 werd vermeld dat die toen den Bogert heette.

Op 11 september 1778 verkocht hij voor 85 gulden aan de heer van Vlierden Johan Franciscus d'Aumerie de akkers genaamd de Breembos en de Snoekshof.

Op 2 november 1778 kocht hij van Hendrik Meulendijks voor 80 gulden een hooiveld op Brouwhuis, genaamd het Zilleke.

Op 25 november 1780 kocht hij, samen met zijn zwager Gerard van Schaijk, van Jan van der Heijden een boerderij met bijhorende grond op het Bakelse gedeelte van Brouwhuis.

Op 4 december 1780 kocht hij bij een publieke verkoop van Hendrik Hendriks Meulendijks de volgende goederen:

Hij was bij deze verkoop niet zelf de koper maar zette Dirk Berkers in als zijn stroman.

Op 20 februari 1781 kocht hij voor 26 gulden van Jozef van Tilburg uit Bakel de Heiveldvlaas op de Blikhalm, groot 2 lopense (circa 3300 m²), maar deze verkoop werd achtereenvolgens vernaderd door Jan van Tilborg uit Mierlo en Jan van Tilburg uit Asten.

Op 15 oktober 1781 kocht hij van Willem en Mattijs van Bree een weiland genaamd de Kranenmortel voor 155 gulden.

Op 13 oktober 1785 kocht hij voor 130 gulden van de familie Heijcoop het huis aan het Kloostereind naast het gemeentelijke schoolhuis.

Op 4 februari 1786 verkocht hij aan Jan van der Heijden een weiveld op Brouwhuis voor 115 gulden.

Op 30 juli 1787 verkocht hij tijdens een publieke verkoop een akker genaamd Den Ouden Hof op Brouwhuis voor 136 gulden aan Josef van Tilburg.

Op 9 mei 1788 werd, voordat hij voor de tweede keer trouwde, een inventaris van al zijn goederen opgemaakt.

Op 15 mei 1790 kocht hij van de Raad en Rentmeester Generaal der Domeinen een perceel van 10 lopensen grond te Brouwhuis nabij de Kraanvlaas.

Rond 1793 verhuisde hij naar Helmond, waar hij op de Wiel het huis genaamd De Brouwerij had gekocht en waar hij van 1812 tot aan zijn dood lid van het gemeentebestuur was.

Bronnen, noten en/of referenties
  1. Resoluties van de Raad van State BHIC toegangsnummer 178 inv.nr. 455 dienstjaar 1791 deel 1 (januari-april) folio 347 verso dinsdag 5 april 1791 en folio 453 vrijdag 29 april 1791- regesten Henk Beijers