Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand. |
Antoni la Forme (1683-1775)
Antonie la Forme | ||
Persoonsinformatie | ||
Volledige naam | Antonie la Forme | |
Geboorteplaats | 's-Gravenhage | |
Geboortedatum | 29 april 1683 | |
Overl.plaats | Deurne | |
Overl.datum | 2 mei 1775 | |
Partner(s) | Maria Losecaat | |
Beroep(en) | schoolmeester, drossaard, secretaris, koster, griffier |
Antoni (Antonie) la Forme (1683-1775), een geboren Hagenaar, was in de achttiende eeuw schoolmeester, drossaard en secretaris van Deurne.
Antonie werd hoogduits hervormd gedoopt op 29 april 1683 in 's-Gravenhage als zoon van Francois la Forme (?-1698), meester knoopmaker, en diens tweede vrouw Cornelia van der Poel (1643-1692). Doopgetuigen waren Giellis van der Poel, Jacobus van den Haerst, Geertruijt Overbeck en Rieckje van Leeuwen. Zijn geboortedatum wordt in de doopinschrijving niet genoemd.[1] Hij had zussen Elisabeth (1678) en Johanna (1680) en een broer Johannis (1681).
Hij huwde op 24 mei 1710 in Eindhoven met Maria Losecaat, (Princenhage 20 juni 1675 - Deurne 29 juli 1752). Uit dit huwelijk werden in Deurne drie kinderen geboren die allen jong stierven.
Antonie trad rond 1710 als koster-schoolmeester in functie en nam als zodanig in 1746 zijn ontslag, nadat hij door de heer van Deurne al op 25 augustus 1745 provisioneel tot drossaard en secretaris van de heerlijkheid Deurne en Liessel en tot griffier van de laatbank aldaar was aangesteld. Hij werd op 15 augustus 1746 plechtig als drossaard beëdigd.
Volgens Ouwerling behoorde hij tot de bekwaamste ambtenaren uit het kwartier van Peelland, waarvan hij vele jaren de griffier was. Daarnaast was hij ook nog onder anderen rentmeester van de heerlijkheden Deurne en Asten, terwijl het kasteleinschap in handen van de vroegere schout Lodewijk Wijgchel verkeerde. Met het bekleden van al die ambten had hij geen tijd meer voor school, die hij door anderen liet waarnemen, waaronder zijn eveneens in 's-Gravenhage geboren neef Gerrit Hampen. Over deze waarneming werd meermalen geklaagd. In de avond van 25 november 1750 werd zijn woning door een roversbende overvallen en geplunderd, waarbij hij, zijn echtgenote, zijn nicht Maria Hampen en de dienstbode Catharina van Duren bedreigd en mishandeld werden.
Op 19 december 1738 werd hem door de Staten-Generaal een beneficie of vicarie toegekend die eertijds gefundeerd was op de altaren van Sint-Maria en Sint-Barbara en op andere altaren in de kerk van Deurne. Op 7 januari 1739 verzocht hij bij de Raad van State om een betalingsopdracht, zodat hij het geldbedrag in ontvangst kon nemen van Hendrik de Kempenaar, de rentmeester der geestelijke goederen.[2] Ook in april 1745 en in juni 1751 diende hij dergelijke verzoeken voor hetzelfde beneficie in.[3]
Nadat hij op 15 augustus 1746 als drossaard van Deurne was beëdigd, hing zijn schoolmeesters- en kostersambt hem als een blok aan het been. Daarom diende hij een verzoek in om zich te mogen laten vervangen door een zogenaamde substituut-schoolmeester. Hij zou dan zijn salaris behouden en de substituut, die het feitelijke onderwijs moest geven, met een lager salaris tevreden stellen. Hij gaf als argumenten voor dit verzoek zijn hoge leeftijd, hij was 63 jaar, en zijn zwakheid van gezicht. Blijkbaar golden deze beperkingen niet voor het ambt van drossaard. Het verzoek werd voor advies naar rentmeester De Kempenaar gestuurd, die het van de hand wees. Wel mocht hij zich door een aan te stellen ondermeester laten bijstaan.
Op 6 mei 1775 werd Antonie la Forme begraven in de grote kerk van Deurne.
Antoni La Forme woonde in de schoolmeesterswoning aan het huidige adres Molenstraat 19-21, ook nadat hij benoemd was tot drossaard. Zij neef Gerrit Hampen woonde bij hem in.
Literatuur:
- Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek deel IV kol. 612-613.
Bronnen, noten en/of referenties
|