U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis.

Antonius Vervoordeldonck (1739-1815)

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Anthonius Vervordeldonck (1739-1815)
Persoonsinformatie
Volledige naam Anthonius Vervordeldonck
Roepnaam Anthony
Geboorteplaats Vlierden
Doopdatum 26 april 1739
Overl.plaats Nederwetten
Overl.datum 13 juli 1815
Beroep(en) pastoor, geestelijke, korvenvlechter

Anthonius (Anthony) Vervo(o)rdeldon(c)k (1739-1815) was een in Vlierden geboren priester die in 1787 kapelaan en in 1786 pastoor in Nederwetten werd.


Anthony was het jongste kind uit een gezin van vijftien kinderen van de Vlierdense president-schepen Lambertus Vervordeldonck (1689-1775) en Elisabeth Smidts (1693-na 1745). Zijn vader was landbouwer, herbergier in herberg Het Oude Raadhuis, brouwer en president-schepen van Vlierden en hoorde dus tot de plaatselijke elite.

Destijds moest een aanstaande geestelijke aantonen dat hij een gegarandeerd inkomen van 150 gulden per jaar had. Dit kon met een garantstelling door of vanwege de kerkgemeenschap, een zogenaamde titel ecclesiatiek. Indien dit niet het geval was dan moesten de ouders of de erfgenamen met een titel patrimonieel borg staan. Op 1 november 1771 gaf vader Lambert Vervoordeldonk voor de Vlierdense schepenen zo'n verklaring af. Zijn zeven toen nog in leven zijnde broers en zusters moesten deze verklaring mede ondertekenen. Met uitzondering van broer Jan zetten allen hun handtekening. Anthony studeerde toen in Leuven. Later werd hij pastoor van Nederwetten.

Bij zijn introductie als kapelaan te Nederwetten in 1787 door de deken van Eindhoven traden de Vlierdense pastoor Franciscus van de Laar en de pastoor van Sint-Oedenrode op als getuigen.

Na het overlijden van de Nederwettense pastoor Bartholomeus Biedijx ontving Anthony Vervoordeldonk van de vicaris een akte van zending als diens opvolger. Op 8 augustus 1786 diende hij vervolgens bij de Raad van State een verzoek in om hem de vereiste akte van admissie te verlenen.[1]

Om in zijn levensonderhoud te voorzien vlocht hij elke dag een bijenkorf. Terwijl hij eens aan het vlechten was zag hij vanuit zijn werkkamer parochianen voorbij komen en vroeg aan zijn dienstmeid wat er aan de hand was. Zij antwoordde: Wel pastoor, zit ge hier nog! Gauw naar de kerk, het is zondag. Hij ontkende dit en wijzend naar zijn korven zei hij: Er staan er maar vijf. Toen ze hem uitlegde dat het 's maandags een heiligendag was geweest zag pastoor Vervoordeldonk zijn vergissing in en haastte zich naar de kerk.


Bronnen, noten en/of referenties
  1. BHIC toegang 178 inv.nr. 442 Resoluties van de Raad van State dienstjaar 1786 deel 2 folio 488v – dinsdag 8 augustus 1786