U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis.

Aert Janssen van Hoeck

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Versie door Pieter K (overleg | bijdragen) op 15 mrt 2010 om 17:39
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Aert Janssen van Hoeck was koster en schoolmeester in Deurne.


Afkomst[bewerken | brontekst bewerken]

Aert Janssen van Hoeck is waarschijnlijk geboren in Tongelre. Hij is daar katholiek gedoopt maar rond 1648 is hij overgegaan tot het protestantisme. Zijn zoon Abraham was ook schoolmeester en stond in Liessel voor de klas.


Aanstelling[bewerken | brontekst bewerken]

Aert van Hoeck kwam op 27 september 1668 als opvolger van schoolmeester Jan Stoffels vanuit Gerwen en Nederwetten naar Deurne. Van Hoeck had flinke meningsverschillen met de regenten aldaar, die zelfs tot aan de Staten-Generaal in Den Haag moesten worden uitgevochten, vandaar dat men hem daar liever kwijt dan rijk was. Stoffels nam zijn plaats in Gerwen in. De verhuizing over en weer gebeurde op kosten van de gemeente Deurne.


Slecht schoolgebouw[bewerken | brontekst bewerken]

Hij meldde hier al in zijn eerste jaar aan de heer van Deurne dat door Godes ghenaden de schoole door merckelyck ghetal is komen aen te wassen ende apparent is, dat noch dagelijckx meer ende meer in aental van schoolkinderen sal toenemen ende aengroeyen.
Maar in dat schrijven beschreef hij ook de toenmalige toestand van het schoolgebouw als synde voornoemde schoole noch dack- noch glaesdicht, en de vloer niet sonder cuylen, bovendien ontbraken er banken voor de leerlingen en was de bank van de meester zelf veel te groot nae proportie van de schoole, te meer dewijle deselve uyt de kercke daerin was gebracht.


Herberg en jeneverstokerij[bewerken | brontekst bewerken]

Blijkbaar groeide het aantal kinderen in zijn school toch onvoldoende om in zijn levensonderhoud te kunnen voorzien en opende hij een herberg. Ook ging hij in zijn achterhuis jeneverstoken.[1] 's Zondags werd er in zijn herberg lustig gedanst, waaraan ook zijn dochter Marie deelnam. De heer van Deurne, die dit alles ter ore kwam, gaf twee schepenen opdracht om te gaan kijken of Van Hoeck nog steeds jenever stookte en ook om dan te inspecteren of die schoorsteen ook voldoende boven het dak uitstak om brandgevaar te voorkomen.

Drossaard jonker Hendrik van Wintelroij probeerde de schoolmeester in het gareel te krijgen. Dat lukt hem niet daardat deze bescherming kreeg van de heer van Deurne. Maar een klacht in Den Haag bij de Staten Generaal zorgde er uiteindelijk voor dat Aert van Hoeck, vanwege zijn goddeloos en ergerlijk gedrag, per 1 juli 1676 uit al zijn ambten werd ontzet.

Sint-Thomasviering[bewerken | brontekst bewerken]

Op 21 december 1670 vond onder Aert Janssen van Hoeck voor het eerste na 1648 opnieuw de aloude rebelse Sint-Thomasviering door de schooljeugd plaats.

  • In 1673[2] wordt Aert van Hoeck ook genoemd als schepen van Deurne.

Rond 1 november 1676 overleed Aert van Hoeck en inmiddels was hij hier in dat jaar al opgevolgd als schoolmeester door Willem van Esch uit 's-Hertogenbosch.

Literatuur

  • H.N. Ouwerling - De schoolmeesters van Deurne In: Volks-Almanak voor Nederlandsche Katholieken 1887 blz. 26 t/m 53
  • H.N. Ouwerling - Geschiedenis der dorpen en heerlijkheden Deurne, Liessel en Vlierden blz. 566-573, 581.


Referenties
  1. Het idee om als bijverdienste een herberg te openen en jenever te stoken werd ruim dertig jaar later overgenomen door de Vlierdense schoolmeester Daniël van Esch.
  2. 1666 Recht. arch. Deurne inv.nr. 182. Voogdij- en boedelrekeningen, 1666-1688