Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand. |
Sint-Willibrordusparochie Vlierden
Wanneer de Sint-Willibrordusparochie Vlierden formeel is opgericht is nog niet achterhaald. De benoeming op 15 mei 1681 van pastoor Nicolaas Smits kan worden beschouwd als een belangrijke mijlpaal in de afscheiding van de Deurnese moederparochie. Vóór de vrede van Münster hoorde Vlierden met zijn kapel kerkelijk tot de parochie Deurne.
Het ontstaan[bewerken | brontekst bewerken]
Pastoor Jacobs te Vlierden[bewerken | brontekst bewerken]
In 1658 verzochten de Vlierdenaren de heer van Vlierden er mee toe te stemmen dat de Deurnese pastoor Gerard Jacobs zich in Vlierden zou vestigen om daar zijn pastorale functies te kunnen uitoefenen. De heer van Vlierden stond dat oogluikend toe. De heren van Vlierden en Deurne lagen elkaar niet zo goed en door deze bewilliging hoopte hij katholieke inwoners van Deurne naar Vlierden te lokken en daarmee zijn Deurnese rivaal een hak te zetten. De pastoor van Deurne oefende sinds 1658 zijn functies uit in een schuurkerk te Vlierden. Waar deze eerste schuurkerk stond is niet bekend. Blijkbaar voelde pastoor Jacobs zich in Vlierden goed thuis en in 1664 stelde hij in Deurne een plaatsvervanger aan. De katholieken van Vlierden hadden nu een eigen pastoor in hun midden. Ze begonnen min of meer aan de gedachte te wennen dat Vlierden tot op zekere hoogte een zelfstandige parochie was geworden.
Toen na het rampjaar 1672 de Fransen weer uit ons land vertrokken waren en de katholieken wat meer godsdienstvrijheid kregen, bleef pastoor Jacobs aanvankelijk in Vlierden wonen en er zijn pastorale werkzaamheden verrichten. Wellicht wilde hij niet in aanvaring komen met de protestantse Deurnese heer Rogier van Leefdael en stond hij liever onder bescherming van de katholieke Vlierdense vrouwe Johanna Elisabeth Pieck van Tienhoven.
De pastoor naar Deurne - klachten van Vlierdenaren[bewerken | brontekst bewerken]
Rond 1678 werd duidelijk dat de politieke situatie voor pastoor Jacobs in Deurne zodanig stabiel was dat hij niet langer hoefde te vrezen voor tegenwerking van Rogier van Leefdael en keerde hij terug naar Deurne. Daar eenmaal gevestigd weigerde hij nog langer om in Vlierden erediensten te houden en sacramenten toe te dienen. Ook was hij niet bereid om er een plaatsvervanger aan te stellen. Vele jaren hadden de Vlierdense parochianen in hun eigen schuurkerk hun kinderen zien dopen, huwelijksinzegeningen gevierd en afscheid van de doden genomen. En nu verbood pastoor Jacobs zelfs dat in de Vlierdense schuurkerk het hoogfeest van Pasen werd gevierd. Nog meer weerstand wekte het toen pastoor Jacobs ook fikse geldbedragen, waarvan hij de hoogte naar eigen willekeur bepaalde, eiste van de Vlierdenaren voor huwelijksinzegeningen en toediening van de laatste sacramenten. De Vlierdenaren beklaagden zich erover dat ze vanwege zulke boetes soms niet in staat waren om op de geplande datum in het huwelijk te treden. Sommigen van hen zouden daardoor zelfs het sacrament der stervenden hebben moeten ontberen.
Steun van de vrouwe van Vlierden[bewerken | brontekst bewerken]
De Vlierdenaren zochten en vonden, met medewerking en mogelijk zelfs op verzoek van de vrouwe van Vlierden, een argument om aan de tirannie van de geldzuchtige pastoor Jacobs te ontkomen. Er gold namelijk nog steeds een plakkaat dat de ingezetenen verbood om buiten het eigen rechtsgebied godsdienstoefeningen bij te wonen of uit te oefenen. Als de pastoor de Vlierdenaren verplichtte om in Deurne ter kerke te gaan dan moesten zij daarvoor het Vlierdense rechtsgebied overschrijden en zij begingen daarmee een overtreding die bestraft zou kunnen worden met een boete van 25 gulden. Wilde pastoor Jacobs in Vlierden de mis op komen dragen dan riskeerde ook hij het om door de Vlierdense drossaard beboet te worden. De oplossing die gevraagd werd om uit de problemen te komen was simpel: maak van Vlierden een zelfstandige parochie!
Nicolaas Smits benoemd als pastoor te Vlierden[bewerken | brontekst bewerken]
Deze netelige toestand trok de aandacht van de toenmalige kerkvoogd mgr. Houbraken, apostolisch vicaris van het bisdom 's-Hertogenbosch. Deze loste snel de moeilijkheden op door op 15 mei 1681 een afzonderlijke dienstdoende priester te benoemen voor de Vlierdense parochie. Hij benoemde Nicolaas Smits die tot aan de feestdag van Sint-Jan 1684 parochieherder bleef in Vlierden. Deze kreeg het voor elkaar om tijdens die korte ambtsperiode toch op kosten van de gemeente een nieuwe schuurkerk te laten bouwen. Pastoor Jacobs verklaarde herhaaldelijk dat Deurne en Vlierden van elkaar gescheiden zouden blijven. Daarmee in overeenstemming is het feit dat in de zomer van 1681 voor de Vlierdense parochie een eigen doop- en trouwboek werd aangelegd. De eerste die op 23 juni 1681 in de Vlierdense (schuur)kerk werd gedoopt was Adriana van den Bogaard, de dochter van Jacob Jacobs van den Bogaard.
Kort voor Sint-Jan 1684 overleed pastoor Jacobs en werd pastoor Smits tot nieuwe parochieherder van Deurne benoemd.
Nicolaas Smits naar Deurne[bewerken | brontekst bewerken]
Alle documenten en bescheiden rond de parochiescheiding met Deurne had men in Vlierden aan pastoor Smits toevertrouwd. Op zich was daar niets op tegen, temeer omdat hij beloofd had dat de afscheiding definitief zou zijn. Door de Vlierdense regenten werd Nicolaus Smits, met medeneming van alle documenten, naar Deurne vergezeld. Hij had toegezegd zich niet meer met de Vlierdense zaken in te laten en verklaard geen enkele zeggenschap meer uit te oefenen binnen de Vlierdense parochie. Men vertrouwde de oud-parochieherder ten volle en wachtte op de retourzending van alle belangrijke bescheiden. Toen dat niet gebeurde werden herhaaldelijk bemiddelingspogingen ondernomen, maar pastoor Smits bleef de teruggave pertinent weigeren. Reden daarvan zou geweest kunnen zijn dat hij de beide parochies, traditioneel met elkaar verbonden, toch uiteindelijk weer herenigd wilde krijgen. Zelfs met inschakeling van de toenmalige vicaris-generaal van het bisdom de heer Bassery lukte het niet.
Benoeming pastoor Verschuren[bewerken | brontekst bewerken]
Er werd een nieuwe pastoor in Vlierden benoemd: pastoor Gerardus Verschuren leidde met instemming van de heer Bassery en later vicaris Steyart de parochie Vlierden, onafhankelijk van Deurne en op vreedzame wijze. Doordat Vlierden kerkelijk zelfstandig was geworden sloot men met de heer van Vlierden een akkoord dat ook de bewoners van omliggende dorpen in Vlierden naar de kerk zouden mogen gaan. Zo zijn die van Asten ruim een jaar lang kerkbezoekers geweest in de Vlierdense schuurkerk. Ook in de periode dat de Deurnenaren problemen hadden met hun eigen heer schijnen ze wel twee jaar lang naar de kerk van Vlierden getrokken te zijn.
Na de benoeming van Verschuren als pastoor te Someren waren de Vlierdenaren bang dat ze ongewild weer herenigd werden met Deurne. Men verzocht de vicaris van het bisdom om een vaste pastoor aan te stellen en vroeg om de afscheiding van Deurne, zoals die destijds met vicaris Houbraken was overeengekomen, nog eens heel uitdrukkelijk te bevestigen. Ook de heer van Vlierden liet zich niet onbetuigd. Hij had de Vlierdense bestuurders en inwoners nadrukkelijk verboden om de Deurnese pastoor te Vlierden te erkennen, omdat hem destijds de heerlijkheid van Vlierden was verkocht als zijnde een afzonderlijke parochie, onafhankelijk dus van Deurne.
Een markant staaltje van het gehakketak tussen de heren van Vlierden en Deurne, waarbij de onafhankelijkheid van de parochie Vlierden inzet was, speelde zich af in 1669.
De Vlierdense president-schepen Goijart Bruistens zou volgens de Heilige Geestmeesters van Deurne nog een korenpacht moeten betalen. Bruistens weigerde dit echter en voerde als motief aan een door de heer van Vlierden uitgevaardigde brief die op de deur van de Vlierdense kapel was aangeplakt en waarin hij de Vlierdenaren verbood om dergelijke pachten te betalen aan de Deurnese Heilige Geesttafel. Op dezelfde gronden weigerde eveneens Frans Willem Alberts, de eigenaar van de hoeve de Haanakker, om zijn pacht aan de Deurnese armentafel te betalen en in diens voetspoor volgde ook de eigenaresse van de Vlierdense herberg De Zwaan, Frenske de weduwe van Michiel Hendrik Heesmans. Wie de brief negeerde liep het risico tegen een boete van maar liefst 50 gulden op te lopen. Later zouden ook de armentafels van Vlierden en Deurne gescheiden worden.
Zie ook het overzicht van de Vlierdense pastoors