Heeft u correcties, aanvullingen of foto's bij een artikel dan kunt u die hier mailen.
Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank!
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis

Annexatie Vlierden

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Door de annexatie van de gemeente Vlierden met de toenmalige gemeente Deurne en Liessel op 1 januari 1926 kreeg de nieuwgevormde gemeente Deurne er ongeveer achthonderd inwoners bij.


Poging van 1829[bewerken | brontekst bewerken]

De zelfstandigheid van Vlierden was al in het begin van de 19e eeuw in gevaar. Gedeputeerde Staten hadden alle kleine gemeenten een brief gestuurd met het verzoek om na te gaan in hoeverre samenvoeging met een van de buurgemeenten wenselijk en mogelijk zou zijn. Men wilde alle kleine gemeenten onder de 400 (!) inwoners laten verdwijnen. Op 26 januari 1829 vergaderde de Vlierdense gemeenteraad hierover en stuurde het volgende antwoord terug dat niet aan duidelijkheid te wensen overlaat:

Nadat missive in ernstige overweging is genomen zoo is de vergadering van algemeen gevoelen dat het niet raadzaam word geoordeeld om de vereeniging met een der naburige gemeenten tot stand te brengen, terwijl in aanmerking is genomen dat deze gemeente zoo door financieele belastingen en meer bijzonder door dezelve in de bevolking verre van het voorgeschreven getal overtreft en derhalve volgens onze mening voor de combinatie niet vatbaar wordt beschouwd.

Vlierden had toen een secretaris die vredesrechter in Asten was en een burgemeester die notaris en burgemeester van Deurne was. Zij zouden bij samenvoeging slechts een bijbaantje minder hebben en hadden er dus ook persoonlijk geen belang bij dat samenvoeging met Asten of Deurne zou plaatsvinden.

Poging van 1921[bewerken | brontekst bewerken]

In 1921 werd vanuit Den Bosch een, uiteindelijk succesvolle, aanval gedaan op de Vlierdense zelfstandigheid. Op 2 maart 1921 lieten Gedeputeerde Staten aan Vlierden weten dat zij van plan waren aan de regering voor te stellen om Vlierden bij Deurne en Liessel te voegen.

Drie maanden later al kregen de Vlierdense bestuurders een wetsontwerp voorgeschoteld waarin met ingang van 1 januari 1922 Vlierden haar onafhankelijkheid zou verliezen. Met een oppervlakte van 1935 hectaren en 676 inwoners hoorde Vlierden tot de kleinste zelfstandige gemeenten van Nederland. In een eerste reactie van burgemeester en wethouders erkenden zij weliswaar de grote financiële zorgen, maar verkeren op het ogenblik de meeste grote gemeenten in ons land niet in veel ongunstiger conditie dan de kleine?, zo vroegen ze zich af.

Qua "volksaard" vonden ze samenvoeging met Deurne geschikter dan met Asten, maar al met al hechtten ze het meest aan een onafhankelijk Vlierden. Ook de gemeenteraad was unaniem van mening dat men de Vlierdense zelfstandigheid niet mocht prijsgeven. Veel argumenten werden daarvoor aangedragen. Financieel kon men nog goed zijn eigen boontjes doppen in Vlierden. Men had er het onderwijs goed geregeld en was zelfs bezig met de bouw van een nieuwe school, de wegen lagen er behoorlijk bij en de brandweer functioneerde goed. Zelfs het feit dat burgemeester Van Hulten in 1919 in den duursten tijd een huis had moeten kopen dat hij bij zijn vertrek met verlies zou moeten verkopen mocht voor een van de raadsleden een argument zijn dat meetelde om Vlierden zelfstandig te houden.

In Den Bosch zette men de plannen door, waarbij men de fusiedatum verschoof naar 1 januari 1923. In december 1922 berichtte de minister van Binnenlandse Zaken echter dat hij besloten had om af te zien van de voorgenomen vereniging. Er had in deze periode echter een merkwaardige ommezwaai plaats in de meningvorming van de Vlierdenaren ten aanzien van de fusieplannen.

Ommezwaai[bewerken | brontekst bewerken]

Op 18 januari 1923 werd namens 90 % van de 109 Vlierdense gezinshoofden een verzoek aangeboden aan het gemeentebestuur om Vlierden samen te voegen met Deurne. Ieder had zo zijn eigen motieven om deze keer vóór de samenvoeging met Deurne te stemmen. In Brouwhuis had men al talloze keren gevraagd om verbetering van de verbinding met Vlierden, maar plannen ketsten steeds af op gebrek aan financiën. Na samenvoeging met de rijke Peelgemeente Deurne zou er weldra een mooie verharde weg naar Vlierden komen, zo meende men, en dus was raadslid De Groot voor de motie. Ook Hannes Fransen, die inzag dat een kleine gemeente als Vlierden zowel bestuurlijk als financieel nauwelijks overlevingsmogelijkheden had, gaf er zijn steun aan. C. Jacobs zag als groot voordeel van de samenvoeging dat de Vlierdenaren daarmee in de gelegenheid kwamen om in de Deurnese Peel hun turfveldje te pachten.

Maar de grote motor achter de campagne was ongetwijfeld pastoor Gijzels. Dat hij zoveel Vlierdenaren achter zich kreeg moeten we niet in de eerste plaats zoeken in zijn populariteit die hij bij de Vlierdenaren zou genieten, maar was veeleer het gevolg van het ontzag dat men, zeker in een klein dorp als Vlierden, in die tijd had voor de stem van de geestelijkheid. Ongetwijfeld heeft pastoor Gijzels zijn parochianen een prachtige grote nieuwe kerk voorgespiegeld zoals men in de Deurnese kerkdorpen Liessel en Zeilberg had.

Binnen het gemeentebestuur was men uiteindelijk toch niet zo eensgezind als onder de bevolking; behalve het college waren ook de raadsleden Van Bree en Van Rooij tegen de fusie. Uiteindelijk besloot men om de aanbieders van de petitie voor te stellen om hun verzoek rechtstreeks aan Gedeputeerde Staten te richten hetgeen zij ook deden.
Enkele weken later moest de raad zich op verzoek van G.S. alsnog uitspreken over het voorstel en de meningen bleven zoals ze waren; het voorstel werd verworpen met 4 tegen 3 stemmen.

Toen men in Deurne op de hoogte gesteld werd van de gewijzigde opstelling van de Vlierdenaren stond men daar niet te juichen van enthousiasme. De burgemeester merkte terecht op: In eene dergelijke belangrijke aangelegenheid moest men niet blijken geven van een wispelturigheid als waarvan wij hier getuige zijn.

De samenvoeging[bewerken | brontekst bewerken]

Voor de provinciale bestuurders was de petitie aanleiding om de fusieplannen weer uit de kast te halen en uit te voeren. Onder nr. 285 werd in het Staatsblad gepubliceerd de Wet van den 29sten Juni 1925, tot vereeniging van de gemeenten Deurne en Liessel en Vlierden die de samenvoeging ingaande 1 januari 1926 regelde.

Op oudejaarsdag 1925 hield de Vlierdense raad haar laatste vergadering. Het leek meer op een alles moet weg-uitverkoop dan op een serieuze beraadslaging. Hannes Fransen stelde voor het meubilair van het raadhuis over te brengen naar het verenigingsgebouw zodat de stoelen en tafels tenminste voor de Vlierdense gemeenschap behouden bleven. Het verenigingsgebouw was de vroegere lagere school die na de ingebruikname van de nieuwgebouwde school van 1921 ter beschikking stond van de diverse Vlierdense verenigingen. De gordijnen van dat gebouw waren helemaal versleten en besloten werd om nieuwe aan te schaffen. Aan P. van Bree werd een rijksdaalder toegekend omdat hij het afgelopen jaar toezicht had gehouden in voornoemd gebouw. Tenslotte werd burgemeester Van Hulten bedankt, hij vertrok naar Haps, en viel het doek over het zelfstandige Vlierden.