Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand. |
Aaltje Noordewier-Reddingius en haar zangkunst
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
| Aaltje Noordewier-Reddingius en haar zangkunst. | ||||
| ||||
| Auteur | Hans Schouwman | |||
| Voorwoord | Hans Schouwman | |||
| Taal | Nederlands | |||
| Onderwerp | muziek | |||
| Genre | monografie | |||
| Uitgever | N.V. Sevire / Den Haag | |||
| Uitgegeven | 1958 | |||
| Pagina's | 119 | |||
| Locatie hkk | 12.B.52 | |||
| ||||
Aaltje Noordewier-Reddingius en haar zangkunst is de titel van een monografie over de in Deurne geboren concertzangeres en zangpedagoge Aaltje Reddingius (1868-1949).
Auteur[bewerken | brontekst bewerken]
Het boek is geschreven door de in Gorinchem geboren Hans Schouwman (1902-1967). Behalve deze monografie publiceerde hij vele artikelen en een monografie over de Finse componist Silibelius.
Algemeen[bewerken | brontekst bewerken]
Aan de binnenzijde van de boekomslag schreef Hans Schouwman de tekst:
- Onder de grote Nederlandse kunstenaars op muziekgebied neemt de zangeres Aaltje Noordewier-Reddingius een zeer aparte plaats in. Haar prachtige sopraanstem en haar bijzonder kunstenaarschap waren tot ver buiten onze grenzen bekend. De bewondering en de verering die men haar overal toedroeg zijn in haar tijd vastgelegd in vele courante- en tijdschriftenartikelen, waarvan althans een gedeelte bewaard is gebleven en zich onder haar nagelaten papieren bevond. Dit boek is gedeeltelijk hierop gebaseerd, gedeeltelijk op de persoonlijke indrukken die de schrijver ontving van haar unieke typisch-Nederlandse persoonlijkheid.
Inhoud[bewerken | brontekst bewerken]
De inhoud is als volgt onderverdeeld:
- Voorwoord (pagina 7)
- Het eerste deel (pagina 11 tot en met 55) verhaalt over de zangeres, over haar leven en haar plaats in het Nederlandse en buitenlandse muziekleven en haar zangkunst en artistiek wezen.
- Het tweede deel (pagina 57 tot en met 101) gaat over haar voornaamste repertoire en het oordeel van haar tijdgenoten en over haar vertolkingen.
- Het derde deel (pagina 103 tot en met 113) is geheel gewijd aan Aaltje Noordewier-Reddingius als lerares
- Aanhangsel: Grammofoonplaten (pagina 109 tot en met 113)
- Naschrift (pagina 114 en 115)
- personenregister (pagina 116 tot en met 119)
Illustraties[bewerken | brontekst bewerken]
- Op de boekomslag een portret uit 1939 van de zangeres [1] met op de achtergrond de Naarderkerk met het koor van de Nederlandse Bachvereniging.
- Het landhuis "Nieuw Deurne" en een portret van 1900 tegenover pagina 48
- Het trio Noordewier - De Haan - Verhey tegenover pagina 49
- De lerares: opname uit de laatste jaren tegenover pagina 64[2]
- Laatste opname bij haar 80e verjaardag tegenover pagina 65[3]
Bronnen, noten en/of referenties
|
