Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand. |
Hendrika Petronella Josephina Barbara Peters (1929-2024)
Hendrika Petronella Josephina Barbara Peters | ||
Persoonsinformatie | ||
Volledige naam | Hendrika Petronella Josephina Barbara Peters | |
Roepnaam | Ria | |
Geboorteplaats | Geldrop | |
Geboortedatum | 11 mei 1929 | |
Overl.plaats | Deurne | |
Overl.datum | 2 juli 2024 | |
Partner(s) | ongehuwd | |
Beroep(en) | kleuterleidster, schoolhoofd |
Hendrika Petronella Josephina Barbara (Ria) Peters (1929-2024) was kleuterleidster in Vlierden en later hoofd van de kleuterschool in de Walsberg.
Familie[bewerken | brontekst bewerken]
Ze was een dochter en tweede kind van Johanna van Doorn (1903-2000) en Marinus Josephus Peters, (Geldrop 1 maart 1897 - Geldrop 8 juli 1930).
Haar vader werd ziek toen Ria anderhalf jaar oud was en overleed kort daarop, zijn jonge gezin achterlatend. Haar moeder pakte de draad weer snel op en volgde een opleiding tot baker en ging werken. Omdat de moeder van Ria veel weg was, werd Ria liefdevol verzorgd en opgevangen bij de nicht van haar moeder in Eindhoven, de familie Baken. Met deze familie heeft ze haar hele leven een hechte band onderhouden. Nadat haar moeder werk als baker en kraamverzorgster bij Wit-Gele Kruis Deurne in Deurne kreeg, verhuisde Ria daar op jonge leeftijd naartoe. Na wat omzwervingen kwamen ze terecht in de Molenstraat. Ria voelde zich er goed thuis sloot er veel vriendschappen die haar hele leven standhielden.
In deze periode ontmoette haar moeder ook Hubertus Petrus Lambertus (Hub) Jonkers met wie ze trouwde en die voor Ria en haar broer een hele lieve tweede vader was.
Ria bleef ongehuwd. In de Molenstraat woonde ze bij haar ouders. In 1972 kocht ze een huis aan de Romboutsstraat en kwamen haar ouders bij haar wonen. Ze hebben het altijd uitermate goed met elkaar kunnen vinden, het gezellig gehad en goed voor elkaar gezorgd.
Kleuterjuffrouw[bewerken | brontekst bewerken]
Ria ging een opleiding voor kleuterjuffrouw volgen en werd eerst kleuterleidster in Vlierden en later hoofd van de kleuterschool in de Walsberg. Het werk als kleuterjuf bleek haar op het lijf geschreven.
Op een pedagogische wijze bekeek ze 'haar' kleuters en volgde nauwgezet hun ontwikkelingen om te zien of ze al rijp waren voor de stap naar de toen nog bestaande lagere school. Om met de tijd mee te gaan volgde Ria veel cursussen en hield ze de vakliteratuur bij. Ze was een zeer gewaardeerde collega, dit blijkt ook uit de contacten die ze nog altijd onderhield met haar oud collega's. Haar leerlingen kende ze nog bijna allemaal bij naam en ze wist vaak nog te vertellen hoe ze als kleuter waren. Haar leerlingen droegen haar op handen en met velen had ze nog steeds een goede band.
Reizen[bewerken | brontekst bewerken]
Ria hield van reizen, zeker toen ze met pensioen was, ze niet meer de zorg voor haar moeder had. Soms alleen, maar ook samen met vrienden. Daarnaast las ze veel en bezocht ze met haar trouwe vrienden theater- en muziekvoorstellingen en tal van musea. Ze had een brede belangstelling en haar uitermate goede geheugen en haar gevoel voor humor, maakte dat ze over veel van haar ervaringen prachtig kon vertellen. Het onderhouden en het aangaan van nieuwe contacten kon Ria als geen ander. Met haar familie, vrienden, collega's, buren; iedereen voelde zich welkom bij Ria en zij had voor eenieder een oprechte belangstelling, een luisterend oor en wijze raad. Doordat ze zo met haar tijd mee ging en jeugdig bleef, bouwde ze ook met jonge mensen nog een band op. Dat maakte dat ze tot het laatst toe van allerlei mensen bezoek kreeg en nooit een dag alleen was.
Ouder worden[bewerken | brontekst bewerken]
Haar geest bleef jong, maar de laatste twee jaar van haar leven liet haar lichaam het wat afweten. Ze viel een paar keer waardoor het nodig was dat ze permanente verzorging kreeg. Deze vond ze uiteindelijk in De Nieuwenhof, waar ze prima werd verzorgd en waar ze met veel waardering over sprak. Ze was altijd zeer verbonden aan haar fijne huis, maar kon toch ook hier goed aarden en was er tevreden.
Langzaam moest ze steeds meer inleveren, maar ze genoot tot het laatst toe van al het bezoek dat ze ontving en van de lekkere dingen om te eten. Zelfs toen ze geheel bedlegerig werd, kon ze het leven niet loslaten en zei ze: "Ik stel het denk ik nog maar even uit, dat doodgaan..."
In de nacht van 2 juli 2024 is ze dan toch rustig in kunnen slapen en is ze begonnen aan haar laatste reis.