Brand van 13 juli 1949

Bij de brand van 13 juli 1949 werden op Vreekwijk bij de Leemskuilen behalve een bosperceel van ongeveer 2 hectare ook een gedeelte van twee aangrenzende korenvelden vernield door de vlammen.

Die dag was rond 12 uur 's middags de 78-jarige landbouwer Johannes Brouwers zijn koren aan het maaien toen hij toen plotseling schoten hoorde, kogels hoorde fluiten en af en toe ook gloeiende kogels door de lucht zag vliegen. Hij schonk er weinig aandacht aan en meende dat militairen in het aangrensende bos met oefeningen bezig waren. Toen hij even later ook rook zag opstijgen vanuit dat bos ging hij een kijkje nemen en zag hij dat er niemand was. De heide en dorre ondergrond in het bos brandden en het vuur breide zich snel naar alle kanten uit. Hij wilde met wat takken het vuur doven maar hij raakte te vermoeid en moest zijn pogingen staken. Ook moest hij toezien dat een deel van zijn oogst prooi van de vlammen werd. Een andere aangrenzende korenakker, eigendom van de weduwe Van Kessel-Neervens die destijds op het adres Vreekwijk J.81 (later hernummerd naar Sint Jozefstraat 93) woonde, werd ook gedeeltelijk door de vlammen vernield. Later stelden de wachtmeesters Tuin en Beekmans een onderzoek in en daarbij bleek dat er fosforgranaten en handgranaten lagen die waarschijnlijk door het warme weer spontaan tot ontploffing waren gekomen. Ook werden er meerdere stuks nog niet ontplofte munitie aangetroffen.