Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Zeilbergsestraat 48-50 en 52-54
Zeilbergsestraat 48-50 en 52-54 zijn adressen in Deurne. Ze vormen samen het winkelcomplex van de familie Bouwmans.
De oude boerderij
Op dit perceel stond al vóór 1832 een boerderij, met de lange gevel langs de straat. Deze was op dat moment kadastraal bekend als D 1138 (noordelijk deel) en D 1140 (zuidelijk deel). De beide boerderijhelften vormden historisch-bouwkundig één geheel: de boerderij moet al vóór 1832 zijn gesplitst om dubbele bewoning mogelijk te maken. Gezien de eigendomssituatie in 1832 was de boerderij mogelijk ooit onverdeeld eigendom van Joannes van Bommel (circa 1682-1763), waarna het verdeeld werd over twee zonen en hun nageslacht. Vanwege de afzonderlijke eigendomsgeschiedenis, behandelen we de twee helften hier eerst apart.
D 1138 (linker helft van de boerderij)
Bij de invoering van het kadaster was het noordelijk deel van de boerderij eigendom van Joanna Maria van Bommel (1762-1832), de weduwe van Johannes van den Bos (1760-1809) en kleindochter van hiervoor genoemde Joannes.[1] Pieter Keunen kocht op 18 november 1843 de helft van deze woning, kadastraal bekend als D 1138, met bijbehorende grond van zijn schoonzuster Joanna van den Bosch (1797-1873), huisvrouw van Jakobus Gronemans (1806-1879). Omdat de andere helft als schoonzoon als erfenis al was toegekomen, bezat hij nu het hele D 1138 - altijd nog de helft van het totale gebouw. Hij liet de bijbehorende moestuin D 1137 in bouwland omzetten, en rond 1888 werd de boerderij (deels?) herbouwd.[2] Na zijn dood lieten zijn kinderen deze bezittingen op 29 mei 1889 veilen.[3]
D 1140 (rechter helft van de boerderij)
Het zuidelijke deel van de boerderij was in 1832 eigendom van drie kinderen van Henricus van Bommel (1713-1782), te weten Mathijs, Jan en Helena (1755?). In 1835 verkochten zij hun volledige bezit aan de inmiddels overleden Joannes de Lau (1764-1791), met zijn zoon Gerardus de Law (1789-1840) cum suis als vruchtgebruikers.[4] Rond 1869 volgde een boedelscheiding.[5] Het huis werd toebedeeld aan - nog altijd - Gerard de Louw cum suis. Het huis had toen inmiddels het huisadres B.114, en werd rond 1888 gesloopt. Rond 1889 werd er op het erf nog verder gesloopt en werd het verkocht.[6]
Nieuwbouw in 1889 van 'kamers' en sloop in 1931
Nieuwe eigenaren van een groot deel van het erf van beide voornoemde helften waren de kinderen van de Deurnese grootgrondbezitter, broodbakker en winkelier Martinus van de Mortel (1810-1891). Die lieten direct daarna, vermoedelijk nog in 1889 - het oude (dubbele) huis volledig slopen en herbouwen, en daarna het huiskavel met de naastgelegen percelen verenigen tot D 1676 (huis & erf) en D 1677 (bouwland). Het huis had nu een heel andere plattegrond dan voorheen: het stond nu met de korte zijde naar de weg, en dus haaks op het oude huis. Bovendien lag het huis ook een stuk verder naar het hart van de weg dan het oude: er was kennelijk een stuk van de weg aangekocht. Het huis werd met het oog op 'kamerverhuur' rond 1890 in maar liefst vijf woningen gesplitst: D 1678, D 1680, D 1681, D 1682 en D 1683. De meeste huisjes waren inclusief het erf rond de 70 m2 groot; alleen het voorste huis, aan de weg, was wat groter. Rond 1893 werd de boedel gescheiden.[7]
De nieuwe eigenaar van de vijf huisjes was Willem van de Mortel, bakker in Deurne, en zoon van Martinus.[8] Op 17 september 1894 kocht Pieter Josephus van de Mortel (1836-1915) van zijn broer Willem huizen, erven, bouw- en weiland, kadastraal sectie C 686 en sectie D 66, D 1677 en D 1679 tot en met D 1683, samen groot 18.520 m², voor een bedrag van 2.650 gulden.[9] Op 28 augustus 1911 verkocht hij voor 1.200 gulden aan Johannes (Hanneske) Bouwmans een huis bestaande uit vijf woningen met tuin en bouwland onder Deurne, sectie D 1677 en D 1679 tot en met D 1683, samen groot 6.230 m².[10] Volgens het kadaster kocht hij het samen met zijn broer Theodorus Bouwmans (1880-1964), en verdeelden zij rond 1914 de boedel. Daarmee werd Johannes enig eigenaar.[11] Bij het voorste huisje werd door Johannes Bouwmans rond 1922 en 1929 nog bijgebouwd, waarna het hele huis in 1931 als gevolg van brandschade werd gesloopt.[12]
Nieuwbouw van de huidige panden
Gemeenschappelijke geschiedenis: 1931-1956
De vijf kadastrale percelen van het gesloopte huis met de kamers werden daarna met aangrenzende percelen verenigd tot één nieuw, D 2105, waarna er in 1931 3 huizen op werden gebouwd. De kadastrale hulpkaart laat twee nieuwe gebouwen zien, één ter plaatse van de vroegere woninkjes en één zuidelijk hiervan, beide op D 2105. Het noordelijke was een rechthoekig pand met de lange zijde naar de weg, het andere pand was ongeveer even breed, maar had een grotere uitbouw aan de achterzijde.[13] De gemeente Deurne zou vanwege de situatie ten opzichte van de weg mede-eigenaar van het perceel zijn geweest, maar dat werd al snel door het kadaster gecorrigeerd.[14] Rond 1937 werd er opnieuw op het perceel gebouwd.[15] Dat betrof een schuur achter het zuidelijke huis. Inmiddels was het perceel met de twee panden en de schuur kadastraal bekend geworden als D 2225.[16] Bouwmans bracht zijn perceel in de Ruilverkaveling "Deurne" in, waarbij het kadastraal verenigd werd met de boerderij zuidelijk van de twee panden. De drie panden - met in totaal vijf woningen - (5 huizen, abattoir, tuin, bouwland) vielen nu in het kadastraal perceel L 187. Rond 1953 werd er bijgebouwd. Het huisadres van één van de panden was nu Zeilbergsestraat Z.289. Door een verandering in de grens met de straat veranderde de kadastrale aanduiding van het perceel in L 819. Rond 1956 werd het perceel voorlopig gesplitst.[17]
Op het voormalige verenigde perceel kregen de verschillende woningen nu een eigen kadastrale aanduiding. Dat waren van noord naar zuid L 1087 (het noordelijke huis uit 1932; Zeilbergsestraat 52-54), L 1083 (de linker helft van het zuidelijke huis uit 1930; Zeilbergsestraat 50), L 1084 (het middelste deel van het zuidelijke huis uit 1930, de winkel) en L 1085 (een nieuwe aanbouw aan de zijkant van het zuidelijke huis; Zeilbergsestraat 48). Deze herkennen we ook in de huidige situatie nog: het dubbele woonhuis Zeilbergsestraat 54-52, met Franse kap en teruggelegen ingangen (L 1087), en het winkelpand van Bouwmans op Zeilbergsestraat 50-48, met links slagerij Bouwmans (L 1083), in het midden een bloemisterij (L 1084) en rechts het woonhuis met fraaie entree in Delftse-school-stijl (L 1085). De boerderij, die in de ruilverkaveling bij de andere panden was gevoegd en die we hier verder buiten beschouwing laten, was L 1086 geworden en stond ter plaatse van de huidige parkeerplaats.[18] We behandelen hier de verschillende panden van links naar rechts, vanaf de Zeilbergsestraat gezien.
Zeilbergsestraat 52-54
Bij de splitsing behielden de gezamenlijke kinderen het dubbele woonhuis Zeilbergsestraat 52-54 uit 1930 en de oude boerderij, tot ook die rond 1960 gescheiden werden door een rectificatie.[19] Het linker deel van het woonhuis, Zeilbergsestraat 54, kwam toe aan Gerardus Hendricus Bouwmans (1927-2016), winkelier. Omdat beide delen van het pand één kadastrale aanduiding hadden, moest het worden gesplitst, en werd dit deel bekend als L 1239. Na de verkoop van wat grond aan de gemeente rond 1964 werd dat L 1639. Bouwmans behield het pand tot na 1989.[20] Hij bewoonde het echter zelf niet. Na de bouw was het verhuurd aan A. van de Kerkhof, en als huisadres bekend als D.245, later Zeilbergschestraat Z.284. In 1953-1955 woonde er Johannes Wijlaars (1914-1991).
Het rechter deel van het woonhuis, Zeilbergsestraat 52, kwam toe aan Hendrica Petronella (Rieky), die gehuwd was met Gerardus Johannes van der Burgt (1926-2012). Het was na de bouw bekend onder het huisadres D.246, later Zeilbergschestraat Z.285, en werd in 1953-1955 bewoond door de weduwe Johanna van de Mortel-Knapen. Dit deel werd na de splitsing kadastraal bekend als L 1238, en na verkoop van grond aan de gemeente als L 1640. Rond 1969 deden zij het huis van de hand.[21] Koper was haar broer, de slager Theo Bouwmans. Hij nam een deel van de tuin over, en verkocht het huis zelf rond 1971 door.[22] De nieuwe eigenaar van het huis was H.Th. Eevers, die er zelf ook ging wonen. Hij behield het pand tot na 1989.[23]
In mei-juni 2023 werd dit dubbele huizenblokje gesloopt (samen met Zeilbergsestraat 56, twee jaar nadat het met een positieve waarderingsscore op de Erfgoedkaart van de Gemeente Deurne was opgenomen.
Zeilbergsestraat 50
De linker winkelruimte, L 1083 op Zeilbergsestraat 50, kwam bij de deling toe aan slager Theo Bouwmans, die het in 1953-1955 al gebruikte. Door een verkoop van grond aan de gemeente veranderde dat naar L 1641. Hij zette hier de slagerij voort. Later werd de aanduiding L 2140. Rond 1983 deed hij zijn deel van het pand van de hand.[24] Koper was H.J.J.J. Bouwmans, zelf slagerij op Sint Jozefstraat 36, die de slagerij voortzette.[25]
Zeilbergsestraat 48a
De middelste winkelruimte kwam toe aan Stien, Grardje en Piet. Door verkoop van een stukje aan de gemeente veranderde de kadastrale aanduiding van L 1084 naar L 1643, en kreeg het pand het huisadres Zeilbergsestraat 48a (daarvoor was het óók 50). Het pand was in 1989 nog in handen van de broers en zus.[26] In dit pand, de vroegere rechter helft van het pand vóór de naoorlogse uitbreiding, woonde voor de oorlog Hannes Bouwmans, in 1930 op D.249a en later Zeilbergschestraat Z.289.
Zeilbergsestraat 48
De hiervoor al genoemde Stien Bouwmans werd eigenaresse van het nieuwe woonhuis op de rechter hoek, L 1085. Door verkoop van grond aan de gemeente werd dat L 1642, en dit huis behield en bewoonde zij tot na 1989.[27] Achter de panden Zeilbergsestraat 50-48a-48 werd op een zeker moment de nieuwe supermarkt van de familie Bouwmans gebouwd.
Bronnen, noten en/of referenties
|