Heeft u correcties, aanvullingen of foto's bij een artikel dan kunt u die hier mailen.
Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank!
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis

Arnoldus Slaats (1793-1846)

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Versie door 89.205.227.92 (overleg) op 21 sep 2021 om 18:32
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Arnoldus Slaats
Persoonsinformatie
Volledige naam Arnoldus Slaats
Geboorteplaats Deurne
Doopdatum 6 augustus 1793
Overl.plaats Deurne
Overl.datum 9 oktober 1846
Partner(s) Joanna Catharina van Griensven (1778-1846)
Beroep(en) jeneverstoker, tapper
Gedachtenisprent man
Stamboom.png Slaats

Arnoldus Slaats (1793-1846) was jeneverstoker op de Heitrak.


Arnoldus was een zoon van Theodorus Slaets (1754-1814) en Wilhelma Goossens (1763-1846).

Hij huwde op 25-jarige leeftijd op 18 juli 1819 in Bakel met de 41-jarige Joanna Catharina van Griensven, ( Bakel 4 juni 1778 - Deurne 16 april 1865), dochter van Johannes van Grinsven (Bakel 1736-1788 Bakel) en Joanna Donckers (Gemert 1748-1832 Bakel).

Dit huwelijk bleef kinderloos. Zij overleefde haar 17 jaar jongere echtgenoot ruim 18 jaar.

Bij de volkstelling van 1829 woonde het echtpaar op adres Heijtrak 540 en was zijn beroep jeneverstoker. Zijn moeder woonde bij hen in. Ze hadden drie inwonende dienstknechten, namelijk de 38-jarige Theodorus Verstappen uit Helden, de 26-jarige Johannis Kuijten uit Nuenen en de 25-jarige Hendrik van Kuijlenburg. De twee inwonende dienstmeiden waren toen de 27-jarige Sophia Kuijten en haar 17-jarig zusje Johanna Kuijten, de latere echtgenote van Francis Strijbosch.

Bij de volkstelling van 1839 was zijn moeder de hoofdbewoonster op het adres Heijtrak 517 en was Arnoldus tapper van beroep. De inwonende knechten waren de 38-jarige Marcelis Meulendijks en de 37-jarige Dirk Verberne. De 13-jarige Petrus (Peter) van der Elzen (1827-1895) was schaapsherder. De twee meiden waren de 18-jarige Maria Roijakkers en de 27-jarige Johanna Verhaag.

Op 12 juni 1846 maakte hij zijn testament, waarin hij bepaalde dat het vruchtgebruik van de onroerende goederen voor de ene helft naar zijn zus Helena Maria Slaats en voor de andere helft naar Johannes Theodorus van Griensven en diens zus Louisa Leonarda Huberta van Griensven ging. Zij waren de kinderen van zijn inmiddels overleden zwager Pieter Antonie van Griensven.

Uit de memorie van successie blijkt de materiële rijkdom van Arnoldus Slaats:

Een derde part in drie huizen met bakhuis, gediend hebbende tot eene daarin gevestigd geweest zijnde jeneverstokerij met 48 percelen bouw- en weiland, dennenbosch en heiden, gelegen te Deurne ter plaatsen genaamde den Heitrak, te zamen groot voor het geheel 54 bunders 10 roeden 80 ellen, gewaardeerd op 3.600 gulden,
een derde in een zesde part in een perceel heide gelegen te Deurne aan den weg aan den Heitrak, groot in het geheel 10 bunders 2 roeden, gewaardeerd op 50 gulden,
een derde in een klamp tiende, gaande uit landerijen, gelegen te Deurne ter plaatse genaamd den Heitrak en Moosdijk, gewaardeerd op 600 gulden,
een derde in de helft van een klamp tiende gaande uit landerijen gelegen te Deurne , gewaardeerd op 300 gulden,
een negende part in een klamp tiende gaande uit landerijen gelegen te Deurne, gewaardeerd op 275 gulden,
meubilaire goederen gewaardeerd op 925 gulden,
kontante penningen 7,50 gulden,
klederen gewaardeerd op 30 gulden,
bedragende alzoo het totaal der waarde van het actief der nalatenschap 5.787,50 gulden.

Tot de passiva hoorden:

geleverde wijn door Frederik de Bruin te Helmond, voor de helft 95 gulden,
geleverde winkelwaren door J. Spoorenberg te Helmond, voor de helft 30 gulden,
aan Jan Mathias Goossens wegens een onderhandse schuldbekentenis van 7 april 1846, voor de helft 275 gulden,
aan Godefridus van de Meulenhof wegens een onderhandse schuldbekentenis van 4 april 1846, voor de helft 57,50 gulden,
aan de heer Van der Heijden, medicinae doctor te Asten, voor geneeskundige behandeling en geleverde medicamenten gedurende zijn laatste ziekte, voor de helft 125 gulden,
aan begrafeniskosten 100 gulden,
een schuld aan de gemeente Deurne en Liessel, ingevolge akte gepasseerd voor notaris Van Riet te Deurne op 30 maart 1844, een derde deel van een zesde deel van 600 gulden is 33,33 gulden.

Het totaal der passiva was 715,83 gulden.