Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Wiemel 8-12
Wiemel 8-12 zijn drie voormalige adressen aan de Wiemel in Deurne. Zij vormden een blok van vier, later drie woningen.
De fabrikant Joannes Wilhelmus van de Mortel (1795-1863) kwam kort na 1832 in het bezit van een perceel bouwland E 186 aan de zuidzijde van de latere Wiemel, en liet daarop rond 1854 (dj. 1855) een blok met vier huisjes bouwen, van west naar oost: E 1113, E 1114, E 1115 en E 1116. Het resterende bouwland kreeg de aanduidingen E 1112 en E 1117.[1] Na zijn dood in 1863 kwamen de huisjes in handen van zijn enige schoonzoon, Jacobus Hubertus Spoorenberg (1824-1883), die na die erfenis net als zijn schoonvader grootgrondbezitter in de kern van Deurne werd. Bij het meest westelijke huis werd op een zeker moment een stalletje gebouwd, net als bij het meest oostelijke. De panden droegen toen van west naar oost de adressen A.218, A.217, A.216 en A.215.[2]
Na de dood van Spoorenberg werd zijn dochter Petronilla Maria Huberta Spoorenberg uit Helmond de eigenaresse van de vier huisjes. Zij verkocht de vier huisjes, waarvan nog altijd twee met een stalletje, rond 1894 (dj. 1895) aan Henricus Hubertus Goossens (1832-1894).[3]
Goossens stierf al kort na de verwerving, waarna zijn weduwe en kinderen de eigenaren werden. Zij lieten de twee westelijke huisjes schatten, waarna er werd bijgebouwd en de twee huisjes werden verenigd tot één nieuw perceel E 1748. De twee oostelijke huisjes bleven onveranderd. Aangezien de twee westelijke huisjes daarna worden omschreven als huis stal en tuin, gaan we er vanuit dat beide huizen tot één woning werden samengevoegd.[4] Op de hiernaast staande foto zien we nog dat de twee westelijke huisjes ten opzichte van elkaar gespiegeld waren, net als de twee oostelijke, en dat nog tot ver in de 20e eeuw aan de buitenkant te zien was dat het ooit om vier i.p.v. drie woningen ging.
Rond 1920 (dj. 1921) werden de huisjes door de weduwe Goossens verkocht, vermoedelijk na haar dood in 1920. Nieuwe eigenaar was de ongehuwde zoon Petrus Hubertus Goossens (1876-1945), die als vrachtrijder gevestigd was op het aangrenzende Wiemel 6 (Korte Schoolstraat F.8b). De foto hiernaast toont nog de grote poortdeuren van het vrachtbedrijf in het aangrenzende pand. Goossens liet de beide oostelijke huizen rond 1934 (dj. 1935) kadastraal verenigen tot één perceel E 2329 en bouwde bij het westelijke - gecombineerde - huis nieuw (het latere Wiemel 4-6 met de Franse kap). Toen dat met de andere huizen verenigd werd tot E 2329, was er ineens sprake van maar liefst 6 (i.p.v. 5!) huizen. Na de dood van Goossens werd zus Wilhelmina (1884-1948) de erfgename, maar die stierf al in 1948. Zij werd opgebouwd door Theodorus Wilhelmus Josephus Frerichs (1915-1979), ambtenaar en de schoonzoon van Wilhelmina. In zijn tijd werden enkele huisjes, onbewoonbaar verklaard rond 1955 (dj. 1956), zodat er daarna sprake was van 4 huizen en 2 onbewoonbaar verklaarde woningen. Na een hermeting rond 1956 (dj. 1957) was er nu sprake van 5 huizen, garage (de grote poortdeuren), schuren en tuin, L 975, met de adressen Wiemel 4, 6, 8, 10 en 12. Rond 1965 (dj. 1966) ruilde Frerichs de panden met de gemeente.[5] Daarop liet de gemeente alle huizen (4 t/m 12) rond 1966 (dj. 1967) slopen.[6] Later werd de vrijgekomen grond gebruikt voor de bouw van Winkelcentrum De Martinet.
Een tijd is het adres Wiemel 12 nog toegekend aan een nieuw pand tussen Wiemel 14 en het besproken huizenblok. Ook dit nieuwe pand, rechts op de foto te zien, werd - een paar jaar later - afgebroken ten behoeve van de bouw van Winkelcentrum De Martinet.
Bronnen, noten en/of referenties
|