Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Johannis van de Mortel (1866-1942)
Johannis (Hannes) van de Mortel (1866-1942) was veenarbeider, landbouwer en herbergier in Liessel op Heide.
Hannes was de oudste zoon van landbouwer Hendrikus van de Mortel (1839-1927) en Maria van den Heuvel (1846-1916). Zijn beide ouders kwamen van Deurne.
Hij huwde op 20 februari 1897 in Deurne met Sophia Welten, (Asten 10 juli 1870 - Deurne 30 november 1925), dochter van Willem Welten (Asten 1830-1886 Asten) en Johanna Geeven (Deurne 1836-1895 Asten). Sophia Welten werkte voor haar huwelijk als dienstmeid bij de Liesselse herbergier Louis van Hombergh.
Uit dit huwelijk werden de volgende kinderen geboren:
- doodgeboren kind, (Liessel 8 juli 1898).
- Johan, (Liessel 23 januari 1900 - Deurne 16 augustus 1988). Hij huwde met Johanna Welten (1901-1956).
- Hendricus, (Liessel 15 december 1901 - Geldrop 30 november 1980). Hij huwde met Wilhelmina Biemans (1905-1994).
- Martinus, (Liessel 15 augustus 1903 - Liessel 12 oktober 1903).
- Wilhelmus, (Liessel 8 december 1904 - Deurne 14 januari 1976). Hij huwde met Henrica Maria (Miet) van Moorsel (1909-1999).
- Louis, (Liessel 23 mei 1907 - Helmond 19 september 1992). Hij huwde met Arnoldina van Loon (1915-1976).
- Martinus, (Deurne 15 april 1909 - Deurne 21 mei 1909).
- Theodorus (Thijke), (Liessel 25 september 1910 - 24 november 2007). Hij huwde (1) met Antonia Cornelia (Anna,Antje) Verhoeven (1910-1975) en (2) met Johanna Leonora (Noor) Wijnen (1910-1988).
- Henri (Harry), (Liessel 7 januari 1912 - 1 april 2004). Hij huwde met Wilhelmina Aldenzee (1924).
- Anna Maria, (Liessel 4 mei 1913 - Liessel 22 december 1913).
Op 3 september 1899 kocht hij voor 150 gulden van de Liesselse landbouwer Arnoldus Evers een perceel hei van 2.350 m², kadastraal sectie G 2156. 27-10-1899 Notaris Karel Theodorus van Riet Deurne, inv. nr. 125 akte nr. 218.
Op 27 oktober 1899 leende hij van de Liesselse landbouwer Martinus Mennen 500 gulden tengen 4 procent met hypotheek op sectie G nummers 2156 en 2157. Waarschijnlijk gebruikte hij het geld voor de bouw van zijn woning met herberg. De gelagkamer van die herberg had een oppervlak van 18,37 m² en het voorhuis, waarin ook herberg gehouden werd, was 14,25 m² groot.
Op 7 januari 1916 werd zijn herbergvergunning voor zwakalcoholische dranken ingetrokken omdat het gebouw niet voldeed aan artikel 55 lid 4 van de drankwet (onvoldoende licht en/of lucht).