Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand. |
Internaat Vreekwijk
Internaat Vreekwijk, vroeger Kamp Vreekwijk, is gelegen aan de Meester de Jonghlaan 4 in het buurtschap Vreekwijk en is een jongensinternaat, opgericht om probleemjongeren een vak te leren en orde, regelmaat en verantwoordelijkheid bij te brengen.
Ontstaan
Kinderrechter G.T.J. de Jongh ontdekte de mogelijkheid om sociaal-labiele jongens te plaatsen in een vakkamp om deze jongeren daar, door een eenvoudige vakopleiding, meer toekomstperspectief aan te bieden. In samenwerking met het ministerie van Justitie en het ministerie van Sociale Zaken werd in 1948 in het voormalig kamp van de Nederlandsche Arbeidsdienst (N.A.D.) het jongensinternaat Vreekwijk opgericht. In het begin werd het Kamp Vreekwijk genoemd, waar probleemjongeren een vak leerden en waar orde, regelmaat en verantwoordelijkheid hoog in het vaandel stonden.
De eerste jaren werden de jongens nog militaristisch aangepakt. Op het middenterrein werd in de morgen de vlag gehesen en daarna marcheerde men, gewapend met een schop, naar de bossen in de omgeving. Er was in de houten barakken ook een werkplaats waar men de vakken metaal- en houtbewerking, maar ook schilderen en metselen kon leren. Alles stond onder leiding van commandant Jan de Graaf en zijn adjudant Ruud Steenmeijer.
Van kamp naar internaat
In de vijftiger en zestiger jaren wijzigde het een en ander. Het internaat kwam te vallen onder het ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk werk (C.R.M.). Het kampwerk kreeg toen een andere naam: Bijzonder Jeugdwerk (B.J. Vreekwijk). In de jaren zeventig werden ook veel houten barakken vervangen door meer comfortabele stenen gebouwen. Ook werden de doelstellingen aangepast.
Het bijzonder jeugdwerk had in de beginperiode de volgende aandachtspunten:
- Het bijzonder jeugdwerk richt zich op kinderen die in hun persoonlijke en of maatschappelijke ontplooiing worden belemmerd.
- Aan de hulpverlening en intensieve benadering wordt in de internaten systematisch, deskundig en vanuit de goede grondhouding te worden gewerkt.
- De orthopedagogische benadering dient hand in hand te gaan met het aanbieden van situaties en activiteiten welke de vorming van het kind beogen.
- Professionalisering moet verder worden door gezet o.a. door bijscholing in specifieke BJ-aspecten en trainingen in nieuwe methoden.
- Verder komt er meer professioneler personeel. De bezetting van jongens in de paviljoens worden kleiner en de groepsleiding wordt uit gebreid.
Volgens mij heb ik rond 1954>1956 op dit internaat gezeten. Het bestond uit 4 groepen, oftewel huiskamers, met slaapzalen. Aan het hoofs stond een vader/begeleider. Gezamenlijk ontbijten, lunches en avondeten. Overdag naar de vakschool, waar je de grondbeginselen van metaalbewerking werd bijgebracht. Ik heb thuis nog steeds een oliekannetje staan, dat ik daar gemaakt. Het las binnen in de bossen en eens in de zoveel tijd hadden we s'avond een bosspel. Een keer in de week aten we macaroni met halmblokjes. Dan was het een eetfestijn. Na afronding van de opleiding mocht ik definitief weer naar huis. Alles bij elkaar heb ik daar wel een prettige tijd gehad. Daarna ben ik gaan varen op de Beatrix, de pont tussen hoek van Holland en Harwich.
Nieuwbouw 1978
In 1978 werden er twee nieuwe servicegebouwen neergezet op het internaatterrein, waarin het administratief personeel, kamers van de dokter, maatschappelijk werker, psycholoog en diensthoofden, de grote eetzaal, tevens speel- en theaterruimte, de keuken en zes les-units werden gehuisvest. Dit nieuwbouwproject kostte vier miljoen gulden. De eerste steen voor deze nieuwbouw werd in april 1978 gelegd door de scheidende directeur Jan de Graaf.
Privatisering
In 1988 kwam voor het personeel een grote verandering. De organisatie viel niet meer onder een ministerie maar werd zelfstandig. Iedere medewerker werd ambtenaar-af en kreeg een nieuwe functie. Ook kwam het personeel onder een ander pensioenfonds te vallen. Er werden afspraken met scholen in de omgeving gemaakt en de directie kreeg zijn kantoor in Helmond.
Er kwam samenwerking met de Dr. Hub van Doorneschool in Deurne, de L.T.S. in Helmond en ander regulier onderwijs, waardoor de jongeren na hun opleiding een regulier diploma krijgen.
In 1990 haalden hier de eerste jongeren een intern behaalde LTS-diploma. De lessen werden geheel op Vreekwijk gevolgd en aan het einde van de periode werd de studie middels een landelijk examen afgerond.
Vakinternaat Vreekwijk
In januari 2009 startte men met het opbouwen van het zogeheten agrarisch zorgbedrijf. Daaraan droegen ook de jongeren onder leiding van een werkmeester bij. Ze legden zelf de moestuin aan en bouwden het dierenverblijf.
Vakinternaat Vreekwijk werd de gebruikelijke naam en kreeg in 2010 een nieuw onderdeel: het agrarisch zorgbedrijf met de naam D’n Hof. Er kwam een nieuwe tuin met veldschuur en kas en beslaat een halve hectare dat ligt aan de achterzijde van Vreekwijk.
Het internaat valt onder Bijzonder Jeugdwerk Brabant. Het is een laagdrempelige organisatie voor jeugdhulpverlening. Het centraal bureau is gevestigd op Vreekwijk.
Sinds 2015 is de naam veranderd naar Stichting Bijzonder Jeugdwerk.
Volgens mij heb ik rond 1954>1956 op dit internaat gezeten. Het bestond uit 4 groepen, oftewel huiskamers, met slaapzalen. Aan het hoofs stond een vader/begeleider. Gezamenlijk ontbijten, lunches en avondeten. Overdag naar de vakschool, waar je de grondbeginselen van metaalbewerking werd bijgebracht. Ik heb thuis nog steeds een oliekannetje staan, dat ik daar gemaakt. Het las binnen in de bossen en eens in de zoveel tijd hadden we s'avond een bosspel. Een keer in de week aten we macaroni met halmblokjes. Dan was het een eetfestijn. Na afronding van de opleiding mocht ik definitief weer naar huis. Alles bij elkaar heb ik daar wel een prettige tijd gehad. Daarna ben ik gaan varen op de Beatrix, de pont tussen hoek van Holland en Harwich.