Heeft u correcties, aanvullingen of foto's bij een artikel dan kunt u die hier mailen.
Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank!
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis

NAD-kamp Heitraksgoor

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Versie door Cor S (overleg | bijdragen) op 29 mrt 2018 om 21:34
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
De locatie van het kamp aan de Kennelweg, nabij de Neerkantseweg

NAD-kamp Heitraksgoor was de benaming in de Tweede Wereldoorlog van het kamp van de Nederlandsche Arbeidsdienst dat gehuisvest was op het Sloot in Liessel, met de toegang aan de Kennelweg, nabij de hoek met de Neerkantseweg, waar jaren later een compostbedrijf gevestigd werd.


De officiële naam kamp Heitraksgoor was onder de bevolking van Liessel niet zo bekend. Men noemde het meestal 't arbeidskamp, of kamp Liessel.

Het kamp bestond uit een aantal lange houten barakken op betonnen funderingen. Het terrein was verfraaid met enkele vijvers en rozenstruiken. Aan de achterzijde van het terrein was een soort podium waarop de leiding van het kamp de exercities aanschouwde. Enkele honderden jongens werden daar gelegerd, meestal knapen uit het westen van het land. Een van hen was Jan Hofsteede uit Rotterdam. Zodra er weer een nieuwe lichting gearriveerd was, zochten die jongens in de omgeving een gastadres, waar ze in hun vrije tijd mochten aankloppen om hun magen wat bij te vullen.

De in doorsnee pro-Duitse leiding van het kamp werd niet vertrouwd en derhalve door de bevolking gemeden. De jongens evenwel vonden een gastvrij avondadres. Enkele keren per jaar kregen de jongens bezoek. Het bezoek kwam met de trein tot Deurne en liep daarna naar Liessel. Familieleden logeerden vaak bij bepaalde families in het dorp.

Op zondag 6 september 1942 werd door de Arbeidsdienst van Deurne een zomerfeest gehouden. Het feest werd op zaterdag 5 september bekend gemaakt aan alle inwoners van de gemeente door herauten te paard. In Liessel werd op zondag op het marktplein in Liessel een zangdemonstratie gegeven, gevolgd door een korte mars.

Op Dolle Dinsdag, 5 september 1944, brak er in alle kampen van de NAD paniek uit, ook in Liessel. Men had aanzegging gekregen naar Duitsland te gaan, nu de geallieerden naderden. Vanuit Engeland ontving de Liesselse en Neerkantse ondergrondse (O.D.) opdracht dit te voorkomen. Het werd voor de verzetsstrijders de eerste geplande en grote actie. De overval op het kamp slaagde volkomen. In een oogwenk waren de wachten onschadelijk gemaakt en stond het kader met de handen omhoog. De Arbeidsdienstmannen werd verzocht zo mogelijk naar huis te gaan of in Liessel onderdak te zoeken.

De leiding werd gearresteerd en overgebracht naar de boerderij van Nelis Janssen, waar onderduikers voldoende waren om de wacht te houden. Toen de geallieerde bevrijders langer op zich lieten wachten dan de onder hoogspanning opererende O.D. verwacht had en de verblijfplaats van de gevangenen een publiek geheim dreigde te worden, werd de situatie te riskant. Daarom werd nadien besloten het arbeidskampkader naar Lierop te transporteren.

Het kamp van de NAD werd evenals NAD-kamp Vreekwijk bezet door leden van de Liesselse O.D. Door Duitse militairen werd een onderzoek ingesteld naar de situatie, doch tevergeefs, omdat de O.D. tijdig gewaarschuwd was. Helaas kwam Harry Moll te vroeg terug naar het kamp, waarbij hij door twee Duitse militairen werd aangehouden. Bij een vluchtpoging werd hij aangeschoten. Toen hij gewond op de grond lag, werd hij door een van de Duitsers met kogels doorzeefd. Harry Moll wordt gerekend tot de Liesselse oorlogsslachtoffers.[1]

Een aantal barakken brandde aan het einde van of kort na de oorlog af. Veel barakken werden afgebroken en, waarschijnlijk voor militaire doeleinden, naar elders vervoerd. Een van de barakken werd in februari of maart 1945 verplaatst naar Eindhoven. De paardenstal stond er in juni 1945 nog en was intact. De parkloods die nog van de barakken was overgebleven, werd vanaf 9 december 1944 bewoond door ene L. van JK.

Veel achtergebleven stenen werden door bewoners uit de omgeving meegenomen om daarmee hun vernielde huizen en boerderijen op te knappen. Nadat vanuit Den Haag gedreigd was dat tegen hen proces-verbaal zou worden opgemaakt, verklaarde Kees van den Broek, technisch ambtenaar van de gemeente Deurne, dat er in zijn opdracht 10.000 stenen waren weggehaald.

Tot aan zijn pensioen in 2000 wandelde onderwijzer Frits Hoeben jaarlijks met leerlingen naar het vroegere NAD-kamp voor een les geschiedenis in de praktijk. Er waren toen nog restanten te zien, zoals muurtjes, waarop de houten barakken gebouwd waren. Tegenwoordig (2018) is het terrein bedekt met bladafval en verwilderd door klimop en struiken. Er is nagenoeg niets meer dat aan het voormalige kamp herinnert, alleen nog kuilen waar de vijvers lagen en een betonnen rand in de grond boven een gat, waar mogelijk een latrine heeft gestaan.

Bronnen, noten en/of referenties