Jacob Wilhelm van Helden (1872-1930)

Jacob Wilhelm van Helden
Persoonsinformatie
Volledige naam	Jacob Wilhelm'"`UNIQ--ref-00000000-QINU`"' van Helden
Geboorteplaats	Venraij
Geboortedatum	26 mei 1872
Overl.plaats	Bakel
Overl.datum	19 mei 1930
Partner(s)	Maria Anna Lammers (1869-1943)
Beroep(en)	onderwijzer, hoofd der school

Jacob Wilhelm van Helden (1872-1930) was van 1919 tot 1927 hoofd der school te Liessel.

Hij was een zoon van de landbouwer Wilm van Helden (1836-1878) en Petronella Jenneskens (1838-1906). Zijn ouders waren afkomstig van Venray. Op 7 juni 1904 huwde hij te Someren met Maria Anna Lammers, (Someren 8 oktober 1869 - Bakel 2 augustus 1943), dochter van de koopman Lambertus Lammers (1833-1905) en Maria van Hoek (1844-1916). Haar vader kwam van Someren en haar moeder van Asten. Uit dit huwelijk werden drie kinderen geboren:

• Petronella Lamberta Maria (Nel), (Asten 9 april 1905- Bakel 13 april 1984). Zij bleef ongehuwd.
• Maria Lamberta Wilhelmina (Mie), (Asten 18 oktober 1907 - Bakel 6 september 1987). Zij bleef ongehuwd .
• Wilhelmus Lambertus Maria (Wim), (Deurne 26 februari 1911 - Eindhoven 13 december 1981) (priester).

Zijn twee dochters Nel (1905) en Mie (1907) leerden later, als ongehuwd gebleven onderwijzeressen, de Bakelse jeugd lezen en schrijven en, wat Mie betreft, ook vooral zingen.

Onderwijs

Hij werd in 1891 als ongehuwd hulponderwijzer te Liessel aangesteld. Hij woonde in bij de Liesselse landbouwer en bakker Johannes van Hombergh (1812-1886). In 1894 werd hij te Asten benoemd en werd zijn plaats, zowel op school als in het kosthuis, ingenomen door de in Amsterdam geboren onderwijzer Hendrik Surig.

Op 1 juli 1919 keerde Van Helden met zijn inmiddels in Asten gestichte gezin als hoofd der school terug naar Liessel.
In zijn toelichting op de voordrachtslijst van de districtsschoolopziener, waarop Van Helden als nummer één stond en die in de Deurnese raadsvergadering van 1 mei 1919 werd besproken, merkte burgemeester Van Beek op:

De Heer Van Helden, oud 46 jaar, is U allen bekend, over hem behoeft niet veel gezegd te worden. Zijne antecedenten als onderwijzer spreken luid voor hem, er is slechts een roep over zijn qualiteiten als onderwijzer, bovendien is hij in het bezit der akten Land- en Tuinbouw.

In 1925 werd hij tijdens schooltijd getroffen door een lichte beroerte. De nasleep daarvan noodzaakte hem om begin 1927 met algeheel ziekteverlof te gaan. Toen het onderwijs in Liessel per 1 januari 1928 werd omgezet van openbaar naar katholiek werd Van Helden op wachtgeld gesteld. In mei 1928 werd hem vervroegd pensioen toegekend. Hij kon er maar twee jaar van genieten.

Roermondse Eiermijn

Van Helden was een groot stimulator van de pluimveeteelt in het zuiden van het land. In 1919 werd hij gekozen tot lid van het bestuur van de Coöperatieve Roermondsche Eiermijn (C.R.E.). In 1920 nam hij het voorzitterschap van dit college op zich. Op 11 december 1926, bij gelegenheid van de ingebruikneming van het nieuwe gebouw van de Eiermijn in Roermond, werd Van Helden benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. De onderscheidingstekenen werden hem uitgereikt door minister Kan, de vader van Wim Kan. In 1927 moest hij zich vanwege zijn gezondheid ook uit het bestuur van de Roermondse eiermijn terugtrekken.

Van Helden was ook imker en lid van de Liesselse Broederschap Sint Ambrosius. Over de bijenhouderij hield hij ook lezingen.

Referenties