Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Henricus Wilhelmus Barten (1922-1943)
Harry Barten | ||
2oopx Henricus Wilhelmus (Harry) Barten | ||
Persoonsinformatie | ||
Volledige naam | Henricus Wilhelmus Barten | |
Roepnaam | Harry (Broer) | |
Geboorteplaats | Deurne | |
Geboortedatum | 15 oktober 1922 | |
Overl.plaats | Bremen (Duitsland) | |
Overl.datum | 26 november 1943 | |
Beroep(en) | hulppostbesteller P.T.T. | |
Bidprentje | NBA |
Henricus Wilhelmus (Harry) Barten (1922-1943) geboren in Deurne aan de Derpschehei C.124 en C.134 als zoon van Henri Barten (1893-1974) en Catharina Maria (Cato) van Wetten (1891-1986).
Harry (Broer) was een jaar oud toen het gezin naar Aarle Rixtel verhuisde.
Na de lagere school begon hij aan een opleiding bij de Fraters van Tilburg. Hij werkte enige tijd bij boekdrukkerij Helmond om uiteindelijk als hulpbesteller bij de PTT te gaan werken, en hielp daarnaast zijn vader in de schoenmakerij.
Harry lid van de Jonge Wacht (JoWa), een katholieke jeugdbeweging verboden door de Duitsers, kreeg in die tijd verkering met Clara van Wanroij uit Beek en Donk.
Als gevolg van een beslissing op 16 juli 1943 van de Rijkscommissaris voor het bezette Nederland, waarbij alle mannelijk overheidspersoneelsleden geboren in 1922 en 1924 verplicht in Duitsland te werk gesteld werden, vertrok Harry kort daarna op 4 augustus met grote tegenzin richting het magazijn van Postambt 5, nabij het hoofdstation in het Duitse Bremen.
Hoewel getracht was Harry op een onderduik adres onder te brengen, bleek dat op korte termijn niet haalbaar, en zou dit plan pas bij zijn eerste (3 maandelijks) verlof begin december 1943 uitgevoerd worden.
Bremen was in die tijd de 2e grootste havenstad van Nazi Duitsland, waar onder andere ook de Duitse onderzeeboten gerepareerd werden. Daarnaast kende Bremen veel zware industrie van belang voor de oorlog, en speelde het een rol in deportaties per trein. Voor de werkzaamheden waren duizende dwangarbeiders te werk gesteld, en meerder concentratie- en arbeidskampen ingericht. Bremen werd dan ook met grote regelmaat door de gealieerde gebombardeerd.
Toen, de USAAF Mighty Eighth, missie 138 uitvoerde, waarbij 440 bommenwerpers (B17's en B24's geladen met 500-pound General Purpose en 16 M-47 chemische bommen), begeleid door 180 jagers werden ingezet, sloeg het noodlot voor Harry toe.
Onder de dwangarbeiders zien we een hoger percentage sterfgevallen, dan onder de burger bevolking, omdat de arbeiders niet bij het vooralarm of het vliegalarm al naar de bunkers mochten, maar moesten wachten op het werkalarm. Het werkalarm werd echter pas gegeven als er daadwerkelijk bommen gingen vallen.
Op de bewuste vrijdag 26 november, was Harry die ochtend bezig met lossen van de postwagons op het spoor complex, waar al geruime tijd de alarmen loeiden. Toen eindelijk het voor hem geldende werkalarm rond 11:45 klonk, vluchtten ze met zijn allen richting de ondergrondse bunkers bij het station. Echter voordat hij de ingang naar de bunker kon bereiken werd hij door bom scherven geraakt.
Zwaar gewond werd hij overgebracht naar het Klinikum Bremen-Mitte, waar hij om 12:50 op de krankenanwalt overleed aan een bomscherf in de schedel. Zijn stoffelijke resten werden overgebracht naar Ereveld Loenen vak E graf 650.[1]
Bronnen, noten en/of referenties |