Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Bedelarij
Bedelarij was vroeger streng verboden. Zelfs werd in bepaalde tijden een aparte bedeljager aangesteld. De bedelaar die gegrepen werd door de bedeljager of de vorster kon rekenen op een flinke straf en in de 19e eeuw zelfs verbanning naar een bedelaarsgesticht.
Ene Michiel uit Antwerpen
In juni 1738 werd de ongeveer 60 jaar oude Michiel NN, die geboren was in Antwerpen en vele jaren in Tongelre bij Eindhoven woonde, wegens bedelarij in Liessel opgepakt. Hij werd door de schepenen van Deurne veroordeeld tot levenslange verbanning.
Catharina van Wamel
In 1745 werd de bedelaarster Catharina van Wamel alias Caat Moulart opgepakt omdat zij in Vlierden aan het bedelen was. Ze werd, voor de anderen ten exempele met de roede gegeeselt. Er werd in Vlierden speciaal voor deze gelegenheid de de plaatselijke timmerman een schavot getimmerd. Na de openbare geseling werd ze levenslang uit Vlierden verbannen.
Bedelvergunning
Soms werd het bedelen van overheidswege onder bepaalde voorwaarden toegestaan. Zo gaven de schepenen van Vlierden op 14 juli 1775 toestemming aan Jenneke Welten, Jan van Trigt en Anna Maria, de weduwe van Jan van de Moosdijk toestemming om, wegens hun "onbequaamheid" en armoede, iedere donderdag in het dorp te gaan bedelen. Zij kregen van de dorpssecretaris een schriftelijke toestemming mee en moesten een koperen plaatje dragen waarop gegraveerd stond: "Vlierden bedelaar".
Ook in Deurne werd in 1775 aan enkele personen toestemming tot bedelen gegeven. Het waren:
- Maria van Lieshout die van weegens lighaemelijke gebreeken en hogen ouderdom buyten staat is de kost te konnen gewinnen.
- Allegonda, de weduwe van Cornelis Meulendijks.
- Margriet, de weduwe van Jan Cuijpers.
Bij hen werd, als teken van de verleende toestemming, de letter D in blauw lakense stof op hun rechter bovenmouw genaaid.
Elisabeth Martens
De 21-jarige Elisabeth Martens had de pech dat ze in april 1823 gegrepen werd omdat ze aan een boer in Vlierden een paar turven vroeg. Ze werd op transport gesteld naar het bedelaarsgesticht in Ommerschans.
Haar moeder, een arme weduwe met acht kinderen, smeekte om haar dochter terug te mogen krijgen. Zij schreef:
- Ik beloof dat zij nooit meer iets dergelijks zal doen en ze zou het ook niet gedaan hebben indien zij wel bij haar zinnen was geweest en dat, edele heer, grieft mij het meest.
De adjunct-directeur van de koloniën schreef terug:
- Ik ben tot nog toe tevreden over haar gedrag en denk als ze goed blijft doorarbeiden en vlijtig is, dat zij toekomend jaar wel weder vrij zal komen en naar huis kunnen gaan. Wil U intussen werk maken voor haar ontslag, zoude U zich daar omtrent dienen te adresseren aan de Permanente kommissie van weldadigheid te 's Gravenhage.
In Vlierden en omgeving werd nooit meer iets van deze arme vrouw vernomen.