Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand. |
Cornelia Francisca van Dongen (1863-1949)
Cornelia Francisca van Dongen | ||
Bestand:16.621.jpg Foto: collectie gemeente Deurne]] | ||
Persoonsinformatie | ||
Volledige naam | Cornelia Francisca van Dongen | |
Roepnaam | Vuile Sien, 't Vuil Sientje | |
Geboorteplaats | Lithoijen | |
Geboortedatum | 6 oktober 1863 | |
Overl.plaats | Deurne | |
Overl.datum | 18 mei 1949 | |
Partner(s) | [[PersoonPartner(s)::Francis Kivits]] |
Cornelia Francisa van Dongen (1863-1949) alias Vuile Sien of 't Vuil Sientje, was de moeder van Grard Sientje.
Cornelia was een dochter van de schippersknecht Johannes (Jan) van Dongen (1830-1909) en Geertrui Hol. Ze huwde op 11 april 1891 in Deurne met Francis Kivits (Deurne 18 juli 1864 - Deurne 6 mei 1940), zoon van Petrus Kivits en Petronella Martens (1837-1907). Uit dit huwelijk werden in Deurne de volgende zeven kinderen geboren:
- Peter Johannes, geb. 14 februari 1892, overl. Deurne 1 maart 1892
- Gerardus Johannes (Grard Sientje), geb. 29 maart 1893, overl. Deurne 8 december 1978
- Petrus Wilhelmus, geb. 14 april 1894, overl. Deurne 6 augustus 1894
- Hendricus Andreas, geb. 26 februari 1896, huwde Anna Catharina van den Heuvel.
- Cornelis Johannes, geb. 19 november 1898, overl. Helmond 30 oktober 1978, huwde Maria Anna Berkers (1903-1999).
- Josephus Jacobus, geb. 26 juni 1902
- Francisca Petronella Maria, geb. 24 februari 1907, overl. Helmond 15 mei 1984, huwde Martinus van de Laar.
De enorme, niet te lessen drankzucht van haar vader, was er de directe oorzaak van, dat Sientje in Deurne is terechtgekomen.
Haar vader was binnenschipper van beroep en had Venlo als thuishaven. Hij was gehuwd met Geertrui Hol met wie hij twee kinderen kreeg, namelijk Sientje en haar jongere broer Sjengske.
Aan het vele en langdurige verblijf op het water, hield Jan van Dongen een vrijwel niet te lessen dorst over, welke met een vrij grote regelmaat bestreden diende te worden, echter niet met water, maar met ander geestrijk vocht.
Dit was er dan ook de oorzaak van, dat er bitter weinig geld overbleef voor het goed laten functioneren van het huishouden in Venlo aan de wal.
Bovendien kwam hij vaak maandenlang achter elkaar niet thuis, zodat Geertrui met haar twee kinderen in de grootste armoede kwam te verkeren. Kwam hij daarentegen in sporadische gevallen wel eens poolshoogte nemen, dan was het meteen 'bingo' en vielen er rake en harde klappen. Geertrui pikte dat op den duur niet meer en vluchtte met haar beide koters naar Helenaveen, alwaar ze liefdevol bij familieleden in huis werden opgenomen.
Groot echter was de ellende van Jan van Dongen, toen hij eens op een keer in Venlo ging kijken, hoe de zaken ervoor stonden en hij niemand meer thuis aantrof. Na lang zoeken en speuren had hij zijn trio dan alsnog gevonden. Maar hijzelf kwam er niet zo genadig vanaf. Men heeft hem eens ongenadig onderhanden genomen en hem ongezouten de waarheid gezegd en de oren gewassen. Bovendien dwong men hem de belofte af, om het 'zuipen' op te geven en de drank te laten staan, welke belofte hij dan ook niet beschaamd heeft.
Zo kreeg hij ook ander werk, ditmaal als bootsman op een turfschip van de Maatschappij Helenaveen, zodat hij ook voortaan na het werk 's avonds thuiskwam. Volgens het bevolkingsregister woonden ze officieel nog in Venlo, maar het gezin verbleef in Helenaveen.
Na het overlijden van haar moeder, haar vader die in mei 1875 hertrouwde en haar broer die in juni 1876 overleed, werd zij op 9 juli 1876 definitief in het bevolkingsregister ingeschreven in het gezin van Andries Meekers en zijn vrouw Hendrieka, een halfzus van haar moeder. Daar leerde ze haar toekomstige man Francis Kivits kennen.