Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Klooster in de oude pastorie aan de Spoorstraat
Een aantal trappisten van de keizerlijke abdij Mariawald verbleef van 1875 tot 1877 in huize Landzicht aan de Spoorstraat, na 1953 Stationsstraat, in Deurne.
Prior Eduard Scheby (1814-1887) van de Trappistenabdij Mariawald kocht, samen met smid Stephan Göbels, beide wonend te Heimbach, en de Deurnese timmerman Jan Busscher (1828-1911), op 12 oktober 1875 van de Vlierdense timmerman Jan van den Berkmortel een perceel heide en van Lambert Koppens een boerderij op het Riet.
Met drie andere paters en acht broeders vestigde hij zich in huize Landzicht. Omdat het werkterrein van de broeders op het Riet ver verwijderd was van het paterklooster in de Stationsstraat, waardoor de gemeenschap als het ware verscheurd werd, bevredigde deze situatie allerminst. Mogelijk verhuisden de Trappisten daarom naar 't Riet.
In maart 1877 brandde de door de Trappisten bewoonde boerderij af. Slechts een deel van de inboedel kon worden gered en de schade was aanzienlijk.
Er werden vervolgens plannen gemaakt om "boven de Nastreek" een nieuw Trappistenklooster te stichten en bij de gemeente Deurne en Liessel werd een aanvrage ingediend om daar onontgonnen gronden te verwerven. In de raadsvergadering van 26 mei 1877 kwam de aanvrage aan de orde en er werd besloten om na afloop van de vergadering ter plekke een kijkje te gaan nemen. In de volgende vergadering zou dan een beslissing worden genomen. Het kloosterplan kwam later echter niet meer ter sprake.
Na een bezoek van de vicaris-generaal van de orde aan Deurne in 1877 hief deze deze de Deurnese kloostergemeenschap op en werden de leden in andere kloosters ondergebracht.[1]
De boerderij kwam daarna in handen van de familie Van den Dungen. De gevelsteen met La Trappe herinnert nog aan de aanwezigheid van de Trappisten in Deurne.
Waarom de Trappisten het oog juist op Deurne lieten vallen is niet met zekerheid bekend. Wim van Heugten vermoedt dat de geboren Deurnenaar Martinus Brangers een van de broeders was, die zijn prior op de leegstaande voormalige pastorie en de mogelijkheid tot aankoop van de boerderij wees.[2]
Referenties
|