Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Anna Katharina Groneman (1809-1888)
Anna Katharina Groneman | ||
Persoonsinformatie | ||
Volledige naam | Anna Katharina Groneman | |
Roepnaam | Kaatje | |
Geboorteplaats | Deurne | |
Doopdatum | 24 september 1809 | |
Overl.plaats | Naarden | |
Overl.datum | 23 januari 1888 | |
Partner(s) | Hans Ulrich Keller (1800-1840) | |
Beroep(en) | winkelierster |
Anna Katharina (Catharina, Kaatje) Groneman (Gro(e)n(n)eman(s) (1809-1888) was winkelierster in Deurne.
Kaatje was een dochter van Albertus Gerardus Groenemans (1764-1819) en Angenieta van Schaik (1770-1858).
Zij huwde op 30 mei 1835 in Deurne met de beroepsmilitair en sergeant bij de infanterie Hans Ulrich Keller (Braunau (Zwitersland) 22 september 1800 - Haarlem 24 oktober 1840), zoon van Coenraad Keller en Anna Barbara Bucchi.
Uit dit huwelijk werden geboren:
- Anna Barbara Keller, ('s-Hertogenbosch 28 oktober 1836 - Amsterdam 2x augustus 1901 [1]). Zij huwde op 1 oktober 1869 in Deurne met Gerrit Jan Koenderink (Gramsbergen 1838-1913 Amersfoort).[2]
- Alberta Keller, (Deurne 15 september 1838 - Helvoirt 13 februari 1839).
- Bartha Keller, (Vlissingen 15 april 1840 - Deurne 7 april 1841).
Zij woonde na het overlijden van haar man met haar dochter bij haar moeder in Deurne op het adres A.248, waar ze als winkelierster de kost verdiende. Ze leefde de laatste jaren van haar leven in relatieve armoede.
Op 1 april 1873 richtte ze een verzoekschrift voor een gratificatie aan de commissaris van de koning. Dat herhaalde ze op 6 augustus 1874 en 17 april 1877.[3] Op laatstgenoemd verzoek werd door de commissaris om advies gevraagd bij de burgemeester van Deurne. Die antwoordde:
- .. dat de adressante A.C. Groenemans in deze gemeente woonachtig is, de ouderdom van 67 jaren heeft bereikt en door eigen verdiensten in hare behoeften moet voorzien als hebbende overigens geen middelen van bestaan en evenmin kinderen of nabestaanden die haar enigen onderstand kunnen verleenen. De adressante is alzoo een alleenlopend persoon en daar ze is van een gebrekkig gestel, wat haar van tijd tot tijd belet iets te verdienen, verkeert zij afwisselend in behoeftige omstandigheden, echter geniet zij voor zover mij bekend is geen onderstand van eenige instelling van weldadigheid, zodat ik mij overtuigd acht dat een verhoogde gratificatie aan de adressante zeer nuttig zal zijn besteed, te meer nog omdat zij steeds een bijzonder oppassende weduwe was, op wier gedrag nimmer iets viel aan te merken.[4]
Op 14 april 1880 liet zijn al haar bezittingen in Deurne publiek verkopen. De twee geiten die ze bezat brachten, samen met wat landbouwgereedschap en huishoudelijke inboedel, 60 gulden en 80 cent op. Daags daarna verhuisde ze naar Zundert, waar ze introk bij haar gehuwde dochter.[5] Op 30 april 1881 verhuisde ze met dat gezin naar Naarden.
Bronnen, noten en/of referenties
|