Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Wilhelmus van den Einden (1857-1920)
Wilhelmus van den Einden | ||
Persoonsinformatie | ||
Volledige naam | Wilhelmus van den Einden | |
Roepnaam | Willemke, Willemke Timmer | |
Geboorteplaats | Deurne | |
Geboortedatum | 21 december 1857 | |
Overl.plaats | Deurne | |
Overl.datum | 17 januari 1920 | |
Partner(s) | Deliana Hartjens (1844-1931) | |
Beroep(en) | timmerman, huisschilder |
Wilhelmus van den Einden (1857-1920) [1] was van beroep timmerman en huisschilder. In Deurne was hij beter bekend als Willemke Timmer. Deze bijnaam zou zijn zoon later ook krijgen. Hij woonde Molenstraat A.270 en A.267.
Wilhelmus was het vijfde kind uit het gezin van timmerman Francis van den Eijnden (1815-1872) en Catharina van Beek (1820-1891).
Hij huwde op 30 april 1889 in Deurne met de weduwe Deliana Hartjens, (Gemert 15 december 1844 - Deurne 1 mei 1931), dochter van Gerardus Hartjens (Wanrooij 1804-1870 Gemert) en Johanna van Dinter (1814-1895 Gemert). Deliana was de weduwe van Jan Willem Berkelmans (1840-1883) met wie zij al tien kinderen had.
Uit het huwelijk van Wilhelmus en Deliana werd, ondanks de 45-jarige leeftijd van Deliana, nog een zoon geboren:
- Johannes Wilhelmus Franciscus (Willem), (Deurne 14 juli 1890 - Bakel 29 juli 1974). Hij huwde met Adriana Gerarda de Vet (1891-1966).
In 1893 ging hij failliet en op 23 oktober van dat jaar werd zijn timmermansgereedschap en enige voorraad door de Helmondse kandidaat-notaris August Hendrik Sassen, in diens hoedanigheid als curator in het faillissement, publiek verkocht. De opbrengst was 48,50 gulden.[2]
In De Zuid-Willemsvaart van 5 mei 1894 verscheen het volgende merkwaardige bericht:
- DEURNE. De timmerman W. v. d. E., alhier, die te Roermond gegijzeld was, is in den nacht van Zondag op Maandag uit de gevangenis ontvlucht. V. d. E. heeft een briefje aan den directeur achtergelaten, waarin hij dezen bedankte voor de goede zorgen en verder meldt, dat zoo het hem in de vrijheid niet mocht bevallen, hij terugkomt.[3]
In de Wageningsche Courant werden de omstandigheden nog wat nader toegelicht. Hij was op verzoek van een schuldeiser door de overheid in gijzeling genomen.[4]
Bronnen, noten en/of referenties
|