Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Steenfabriek Willems-de Koning
In de 20ste eeuw was Steenfabriek Willems-Rooijakkers nog een van de twee bestaande industriële steenbakkerijen in Deurne.
Mechelina Leenders, de weduwe van de houthandelaar Martinus de Koning (1843-1892), vestigde zich in 1899 als steenfabrikante aan de Derpsche Heide C.97. Ze kocht de steenoven van de gebroeders Goossens en wilde de zaak grootscheeps aanpakken. Zelf bleef ze in Best wonen en liet de dagelijkse gang van zaken over aan haar schoonzoon Adrianus Cornelis Willems. Hij was geboortig van Hoogeloon, woonde ook in Best en dreef de zaak in Deurne samen met Frans Rooijakkers, de bouwer van het Deurnese gemeentehuis in 1895, onder de naam “Willems-de Koning”. In de volksmond was de fabriek beter bekend als “Willems-Rooijakkers”.
Willems en Rooijakkers waren twee pioniers op het gebied van de industriële baksteenfabricage. Ze pakten de zaak voortvarend aan en installeerden een stoomwerktuig. In 1902 had de fabriek al 39 mannen, 5 vrouwen, 12 kinderen en 14 paarden in dienst. Zelfs werd er vergunning gevraagd en verkregen tot het aanleggen van een spoorlijntje, een zogenaamde Décauville-baan, over de publieke weg om daarmee de leem aan te voeren. Frans Rooijakkers trad echter al vóór 1908 uit.
Na het overlijden van Willems in 1922 werd de zaak voortgezet door zijn weduwe mevr. Godefrida Theresia Willems de Koning (1872-1932), later door haar zoon Jan. De naam werd in 1922 gewijzigd in Stoomsteenfabriek St.Willibrordus. De stoomkracht zal waarschijnlijk toegepast zijn bij het mengen van de klei; of toen ook al de vorming van de stenen geautomatiseerd was is nog onbekend.
Arbeidsconflict 1930
In februari 1930 ontstond er een hevig arbeidsconflict tussen de arbeiders en de fabrieksleiding. Toen de de arbeiders niet accoord gingen met de aangeboden loonsvoorwaarden werd een deel van hen ontslagen. De katholieke bond van steenfabrieksarbeiders St. Stephanus eiste vervolgens dat de ontslagen ongedaan gemaakt werden; zo niet dan zouden alle werknemers gaan staken.[1] Het is niet bekend hoe het conflict is afgelopen.
Referenties
|