Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Johannes Albertus Blaauw (1898-1985)
Johannes Albertus Blaauw | ||
Foto collectie Jan Blaauw | ||
Persoonsinformatie | ||
Volledige naam | Johannes Albertus Blaauw | |
Geboorteplaats | Nieuw-Schoonebeek | |
Geboortedatum | 30 juni 1898 | |
Overl.plaats | Valkenswaard | |
Overl.datum | 17 januari 1985 | |
Partner(s) | [[PersoonPartner(s)::Aleida Maria Einhaus]] | |
Beroep(en) | rijksveldwachter |
Johannes Albertus Blaauw (1898-1985) was een boerenzoon uit Nieuw-Schoonebeek, die vanaf oktober 1938 brigadier-majoor van de rijksveldwacht in Deurne was.
Johannes Albertus was een zoon van Johannes Henderikus Blaauw (1863-1929) en Johanna Geertruida Schräder (1863-1908). Hij huwde op 5 april 1923 te Emmen met Aleida Maria Einhaus, (Emmen 8 september 1900 - Valkenswaard 9 januari 1990) dochter van Jan Hendrik Einhaus (1865-1940) en Johanna Maatje (1869-1936). Uit dit huwelijk werden de volgende kinderen geboren:
- Johannes Hendrikus (Henk), (Groningen 1924)
- Jan Hendrik Jozef, (Emmen 18 januari 1925) (tweeling)
- Johannes Hendrikus Maria, (Emmen 18 januari 1925) (tweeling)
- Johanna Geertruida, (Borger 11 maart 1926)
- Johannes Albertus (Bertus, alias Jan), (Borger 2 april 1928)
- Johannes Hermanus, (Borger 26 juli 1929)
- Maria Elisabeth Teresia, (Borger 2 januari 1931)
- Franciscus Johannes, (Borger 21 januari 1933)
- Helena Maria, (Ginneken 23 augustus 1936)
- Bernardus Aloijsius Maria, (Breda 6 mei 1938)
Voordat Johannes Albertus Blaauw met zijn gezin naar Deurne kwam was hij achtereenvolgens als politieman werkzaam in Groningen, Emmen, Borger, Ginneken, Breda en Princenhage. Hij woonde op het adres Liesselscheweg A.125, later hernummerd tot Oude Liesselseweg 8. Op 1 maart 1941 werd hij aangewezen als commandant van de brigade Deurne. In 1943 werd hij in Deurne toegevoegd aan de afdelingsstaf van de door de Duitsers tot Staatspolitie omgedoopte Marechaussee.
Bij besluit van de Inspecteur-Generaal van Rijkspolitie van 15 mei 1946 werd hij in de rang van onderluitenant der Staatspolitie overgeplaatst van Deurne naar Heesch. Daar was hij Groepscommandant.[1]
Zijn zonen Henk en Bertus verwierven nationale vermaardheid, Henk als rechtbankpresident in Den Bosch en Den Haag en lid van de Raad van State en Bertus als hoofdcommissaris bij de politie van Rotterdam en vanwege onder meer zijn rol als publicist in de Puttense moordzaak.[2]
Referenties |