Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Martinetstraat 17-19
De bewoningsgeschiedenis van het voormalige adres Martinetstraat 17-19 begint in 1889 toen klompenmaker Johannes Hendrikus van der Burgt daar voor zijn grote gezin een pand, bestaande uit twee woningen, liet bouwen.
Bij de invoering van het kadaster in 1832 was het kadastrale perceel E 183 een weiland van 1440 m², dat eigendom was van de rooms-katholieke parochie Deurne. Aan de overzijde van de straat stond ter hoogte van Martinetstraat 32-34 de oude pastorie.
Toen de parochie in 1853 achter de kerk enkele percelen grond, die eigendom waren van de ongehuwd gebleven kinderen van Jan Laurense, nodig had voor de bouw van het klooster met gasthuis, meisjesschool en kloosterboerderij, vond er een grondruil plaats en werden de kinderen Laurense de nieuwe eigenaar van de pastorie en het weiland E 183 aan de overkant van de straat.
Op 21 december 1871 vond een boedelscheiding plaats tussen de gebroeders Adriaan en Jan Willem Laurense waardoor Jan Willem de enige eigenaar van het weiland werd.
Op 2 mei 1874 verkocht Jan Willem Laurense het zuidelijke deel van het weiland met een gedeelte van van het daarachter gelegen perceel E 1074 (eerder E 182), ter grootte van 500 m², voor 40 gulden aan de in Antwerpen wonende dienstmeid Johanna van Leunen, die daarop het nog bestaande maar inmiddels flink gerenoveerde pand Martinetstraat 29 liet bouwen. Het resterende gedeelde van E 183 kreeg, samen met een andere strook van E 1074 als nieuwe kadastrale aanduiding E 1435 met een oppervlak van 1970 m² en werd gedeeltelijk van weiland naar akker gewijzigd.
Volgens het testament van 23 december 1871, door Jan Willem opgemaakt bij notaris Van Riet, waren zijn erfgenamen zijn neven Willem Lourense uit Vierlingsbeek en Jan Laurense uit Bakel. Na het overlijden van Jan Willem lieten de erfgenamen op 6 november 1888 twee stukken grond uit diens nalatenschap publiek verkopen in de herberg van de kinderen Janssens. De akker E 1435 ging daarbij voor 400 gulden naar klompenmaker Johannes Hendrikus van der Burgt. Hij bouwde op het noordelijke gedeelte van zijn perceel, grenzend aan de in 1885 gebouwde openbare lagere school, in 1889 een nieuw huis, bestaande uit twee woningen, en ging daarin met zijn grote gezin van twaalf kinderen wonen.
Zijn weduwe en kinderen lieten het huis in de Schoolstraat publiek verkopen op 30 september 1912 in de herberg van Hendrik van Griensven aan de Markt.[1] Voor 2.350 werd koopman Abraham Smeelen de nieuwe eigenaar. Rond 1914 woonde in de linker helft, A.311, Henricus Barten (1864-1936), en in de rechter helft, A.312, Arnoldus van de Kerkhof (1874-1947), en na hem Hub. Jagers. In 1930 was Jagers opgevolgd door J. van Bommel, en droeg het rechter huis het adres A.151. Het linker huis werd nu bewoond door de zoon van Barten, en was bekend als A.152.
In 1924 verkocht Smeelen het zuidelijke gedeelte van zijn perceel aan kleermaker Johannes Wilhelmus Wijnhoven, die daarop en nieuw huis bouwde, het nog bestaande pand Martinetstraat 25, dat destijds kadastraal sectie E 2172 was ter grootte van 460 m².
Rond 1928 verkocht Smeelen het noordelijke gedeelte met het huis, sectie E 2171, 1510 m², aan timmerman Jos Goossens die het rond 1941 doorverkocht aan Harrie Goossens. Het huis bestond uit twee woningen, Martinetstraat 17 en 19 en , toen Harrie Goossens het rond 1963 aan de gemeente verkocht. Het was toen kasastraal sectie L 971 ter grootte van 1560 m². De gemeente droeg het geheel over aan het staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie (PTT) die het pand sloopte en er het postkantoor vestigde.
Rond 1955 woonde in het rechter pand F.75, hernummerd naar Martinetstraat 19, Toon van Helmond en F.76, hernummerd naar Martinetstraat 17, werd bewoond door de ongehuwd gebleven gemeentearbeider Piet Barten en zijn zus Ciska.
In 1960 woonde Toon van den Bogaart op het adres Martinetstraat 19.
Bronnen, noten en/of referenties
|