Heeft u correcties, aanvullingen of foto's bij een artikel dan kunt u die hier mailen.
Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank!
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis

Willem van Uijthoven (1817-1885)

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Versie door RinivD (overleg | bijdragen) op 27 nov 2015 om 21:13
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Willem van Uijthoven (1817-1885)
Persoonsinformatie
Volledige naam Willem van Uijthoven
Geboorteplaats Sprang
Geboortedatum 10 mei 1817
Overl.plaats Waalwijk
Overl.datum 24 december 1885
Partner(s) (1) Cornelia Vos (1811-1842)
(2) Adriana Oerlemans (1809-1873)
Beroep(en) landbouwer
Een inscriptie WVUH in een buitenmuur van Heitveldweg 11, ontdekt en gefotografeerd kort voor de sloop in 2001. De inscriptie kan niets anders zijn dan een afkorting van de naam van Willem van Uijthoven.

Willem van Uijthoven (1817-1885) was landbouwer op een boerderij van de Maatschappij van Welstand op het latere adres Heitveldweg 11 aan de Achterste Beersdonk onder Vlierden.


Hij was een zoon van Govert van Uijthoven (1782-1830) en Cornelia Ockers (1787-1860). Hij huwde (1) op 25 februari 1841 te Capelle met Cornelia Vos (Emmikhoven 20 augustus 1811 - Capelle 28 juli 1842). Uit dit huwelijk werden twee kinderen geboren:

  1. Govert van Uijthoven (Capelle 18 maart 1841 - Etten-Leur 9 maart 1922); hij huwde met Maria Elisabeth Kerstens.
  2. Adriana Cornelia (Capelle 23 juli 1842 - Sprang-Capelle 19 december 1843).

Hij hertrouwde op 14 augustus 1845 te Sprang-Capelle met Adriana Oerlemans (Sprang-Capelle 25 juni 1809 - Vlierden 23 september 1873). Zij was de weduwe van Govert van der Schans (1802-1844) uit Sprang. Haar dochter Wouterina uit dit voorhuwelijk trouwde met Herman Huizingh (1834-1915), die zijn stiefvader in 1875 opvolgde als pachter van de hoeve op de Beersdonk. Uit dit tweede huwelijk werd één kind geboren:

  1. Alida Cornelia (Vlierden 25 juli 1846 - Appeltern 8 april 1934); zij huwde op 15 april 1868 te Vlierden met Jan Gerritsen (1843-1923) en vestigde zich te Zundert.

Na het overlijden van de vroegere pachter Geert Harms Huizing (1794-1845) betrok hij in juli 1847 met zijn gezin de boerderij aan de Beersdonk, eigendom van de Maatschappij van Welstand en door de Maatschappij aangeduid werd als nummer 94. Hij kreeg daarbij van de Maatschappij de volgende gereedschappen en meubelen mee.

  • 1 paard met tuig
  • 4 koeijen en bakken
  • 2 varkens
  • 1 hooikar en ketens
  • 1 ploeg en kneupels
  • 2 zagen met ijzeren tanden
  • 1 houten egge
  • 1 kruiwagen
  • 4 vorken
  • 3 hooivorken
  • 2 rijven
  • 1 korenschop
  • 2 ijzeren schoppen
  • 1 hark en schoffel
  • 1 korenvat
  • 2 ladders
  • 1 zijs met hegt en 1 zonder hegt
  • 1 zijs
  • 2 hamers
  • 1 heitrek
  • 1 heizigt
  • 1 snijbak en 2 messen
  • 1 slijpsteen en bak
  • 1 koeiketel en schroef
  • 1 moer
  • 1 struifpan
  • 1 aschschop en tang en vuurhand
  • 1 stand en 2 kuipen
  • 2 meelvaten en 4 andere vaten
  • 1 trog en 2 bijlen en 2 houwmessen
  • 2 sloten, 2 boren, 1 zaag
  • 1 vat kaf, 6 vat rogge
  • 12 vat aardappelen en eenige kleinigheden

De verslagen die jaarlijks gemaakt werden door vertegenwoordigers van de Maatschappij geven een aardig inkijkje in de de huiselijke sfeer. Ze schreven ze in 1848 over de boerderijen aan de Beersdonk:

... Met meer genoegen bezochten wij deze beide hoeven; er is hier wel vooruitgang; ofschoon wij niet gelooven dat vrouw Van Uithoven zoo knap is in haar doen als in haar praten; altans het mogt in haar huis wel wat zindelijker zijn; zij had benevens hare voorkinderen nu een kind, dat er schoon uitzag, bij Van Uithoven en was even als haar man wel tevreden in haar lot.

Dat jaar had Van Uijthoven drie koeien, vijf stuks jongvee en een goed paard.

In het jaarverslag van 1853 werd over Van Uijthoven gemeld dat hij vrouw en vijf kinderen had, in leeftijd variërend van 15 tot 7 jaar, waarvan de oudsten meisjes waren. Mogelijk nam hij ook pleegkinderen in zijn gezin op. De grote afstand tot de kom van Vlierden werd als een groot probleem ervaren voor de schoolgang van zijn kinderen. In de winter lukte dat nog wel, omdat dan de oudere kinderen gemist konden worden op de boerderij, maar in de andere jaargetijden kregen zij thuis onderwijs. De kerk en catechisatie in Deurne werd wel goed bezocht. In 1853 had hij vier melkkoeien en zes kalveren.