Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Voetreis naar Rome
Een voetreis naar Rome en terug werd in 1937 met succes ondernomen door Jan Welten en Frans van Hoek.[1]
Plannen
In de zomer van 1934 had Jan Welten al deelgenomen aan een voetreis naar Lourdes, samen met vier anderen, waaronder Jan van Hoek, een broer van Frans.
Drie jaar later vatten Jan Welten en Frans van Hoek het plan op om te voet naar Rome te gaan. Frans van Hoek zou later de vader worden van de internationaal bekende schilder Hans van Hoek van wie enige werken te bewonderen zijn in de Willibrorduskerk van Deurne-centrum.
Reden voor pelgrimage
Een van de redenen voor Jan Welten, toen nog vrijgezel, om deze pelgrimage te ondernemen zou geweest zijn om aan een vrouw te komen. Hij zou die later vinden in Geldrop. Er gaat ook een anekdote dat Jan in Lourdes een kaarsje opstak opdat Maria hem een goede vrouw en veel kinderen zou schenken. Toen hij na de geboorte van zijn vierde dochter in rij tegen de pastoor zei dat hij weer naar Lourdes wilde, vroeg die hem naar het waarom, waarop Jan antwoordde: "Ik ga 't kaarske uitblazen".
Reisverslag
Het is niet bekend of in het plaatselijke weekblad ook verslagen werden gepubliceerd over de Rome-reis. Wel stuurde Frans van Hoek wekelijks een verslag naar de Zuidwillemsvaart en onlangs kreeg de heemkundekring deze verslagen aangeboden van een van de kinderen van Frans. De kinderen van Jan van Hoek bewaren nog enige fragmenten van het dagboek dat Jan Welten tijdens zijn tocht bijhield. Ook de scans van deze fragmenten zijn nu raadpleegbaar in de bibliotheek van de heemkundekring. In 1978 schonk Peter Vink ook nog aandacht aan de beide mega-wandeltochten.
Jan Welten was werkeloos toen het idee voor de Romereis ontstond maar terwijl de plannen rijpten vond hij werk bij de Artex. Zijn baas streek over zijn hart en gaf hem enkele maanden onbetaald verlof. Met tweehonderd gulden op zak, vergaard door de verkoop van foto's voor 't goeie doel, gingen Jan en Frans op stap.
Bij het grote publiek is de Rome-reis minder bekend geworden dan die naar Lourdes terwijl de fysieke prestatie veel groter was. Niet alleen was de afstand met 3350 kilometer groter maar ook moesten zij over de Alpen heen. Daarbij kwam dat zij hun tent en slaapzak, uitvoeringen in lichtgewicht waren voor de oorlog nog onbekend, op hun rug moesten meetorsen.
Feestelijke macaroni-maaltijd
Uit de dagboekaantekeningen blijkt dat het tweetal de tocht voornamelijk op water en brood hebben gelopen. Een enkele keer liet het duo zich gaan. Lees wat Jan opschreef toen ze ergens in midden-Italië liepen:
- "We liepen langs een café en daar zaten ze te eten. We konden het niet langer uitstaan en liepen ook binnen. We bestelden ieder een portie macaroni, twee eieren, een stuk brood en een halve liter wijn. Dat kostte ons 15 liren, een gulden 50, het is wel veel maar we zijn dan ook fijn opgeknapt."
Op van tevoren afgesproken plaatsen werden op het postkantoor de brieven van het thuisfront opgehaald. In een grote stad leverde dat wel de nodige problemen op. Zoals in Nancy, waar het duo, dat geen woord frans sprak, twee uur moest zoeken en vragen voor het postkantoor gevonden was. En toen ze hun post eenmaal gekregen hadden liepen ze al lezend verder waardoor zij bijna onder de tram kwamen.
Nuchter van middernacht
Een andere handicap die de wandelaars moesten overwinnen was de zogenaamde zondagsplicht. Ze wilden iedere zondag "nuchter van middernacht" de mis bijwonen om te communie te kunnen gaan. Als in de eerste de beste plaats, die op zondagochtend gepasseerd werd, toevallig net de dienst begon dan hadden Jan en Frans geluk, maar het gebeurde ook dat ze al om zeven uur op stap waren en pas om half elf hun eerste voedsel (brood) binnenkregen. Ook het simpele feit dat ze niet eerder een winkeltje tegenkwamen zorgde ervoor dat ze soms uren met een lege maag moesten lopen.
In de Alpen hadden ze met de kou af te rekenen. Na een ijskoude nacht op de top van de Sint Gotthard besloot het tweetal om 's morgens in alle vroegte al aan de afdaling te beginnen om zich daarmee een beetje warm te kunnen lopen. Op de terugreis bleek de genoemde berg al vanaf de voet onder een dikke sneeuwdeken te liggen.
Eten bij de paters
Vermakelijk is ook het verhaal dat het tweetal ergens in Noord-Italië bij een klooster aanbelde en dat er een Nederlandse pater bleek te wonen. Die aanhoorde het relaas van de wandelaars en legde hen flink in de watten door een copieuze maaltijd te regelen. De Deurnese wandelaars zorgden ervoor dat van de overvloed aan eten geen greintje overbleef, maar de volgende dag vorderde de reis door overvolle buik met de chocoladepap van de paters maar moeizaam.
In Rome
Na precies 45 dagen bereikte het tweetal de Heilige Stad. Ze zouden er bij mgr. Eras onderdak krijgen, maar de bisschop bleek op reis te zijn, naar ... Nederland. Na drie rustdagen keerden de wandelaars weer huiswaarts.
Thuiskomst
Op zondag 3 oktober 1937 wandelde het tweetal weer Deurne binnen en de volgende ochtend stond Jan Welten, een geweldige ervaring en vele verhalen rijker, weer in alle vroegte aan zijn weefgetouw bij de Artex.
Referenties
|