Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Martinus van Moorsel (1872-1942)
Martinus (Tinuske) van Moorsel, beter bekend als Tinuske Brei of Tinuske den Heier", was vroeger schaapherder omdat hij te klein was om ander werk te doen. In de tijd dat hij bij de schapen op de hei was, had hij het breien geleerd.
Tinuske was een zoon van Francis van Moorsel en Hendrina van Moorsel. Toen zijn moeder overleed was Tinuske nog geen twee jaar oud.
Later, toen hij bij de zusters in het Huize St. Joseph in de Kruisstraat woonde, was hij dagelijks bezig met breien en liep hij zo met de breipennen in de hand over straat. Er mochten géén foto's van hem worden genomen, daar was hij als de dood zo bang van. Wel heeft men een prachtig schilderstuk van hem gemaakt dat vroeger in de voormalige recreatieruimte Het Trefpunt in Huize St. Joseph aan de Kruisstraat in Deurne hing.
Hij had altijd een grote tabakspruim in zijn mond. Als de kinderen hem aan het lachen maakten liep het donkerbruine speeksel via zijn mondhoeken en kin op zijn jas, die vet was van de vele tabakszever.
Anekdote
Als er iemand begraven werd was Tinuske er ook vaak bij om de klok te helpen luiden en dan werd er wel eens een grap uitgehaald. De klokken moesten door minstens vier mannen worden geluid anders kreeg men er onvoldoende klank uit. Op een zeker moment lieten er dan drie mannen het klokkentouw los en vloog Tinuske, tot groot vermaak van de anderen, wel drie meter mee omhoog, bijna tot aan het plafond.
Het breimanneke en de tank
Deurne – Op 25 september wordt de bevrijding van Deurne herdacht. Naar aanleiding daarvan zond de heer J. van Dijk uit Deurne ons onderstaand, waar gebeurd verhaal.
Het gebeurde bij de bevrijding van Deurne op een late dag in september 1944. In de Stationsstraat reed een grote tank waar boven uit de koepel een moorddadige richtingwijzer stak. De gevechtswagen stopte even voor de slagerij en café Keuten. Naast de straat stond Tinuske van Moorsel op het smalle trottoir; hij was in die tijd een bekend en bemind dorpsfiguur. Een kleine man gekleed in een oude, zwarte jas die vroeger gediend had voor kledingstuk van een bruidegom. De pijpen van zijn juist iets te lange broek hingen met diepe knikplooien op de kappen van zijn klompen. Van zijn grote, rode zakdoek hing meestal een grote slip wat slordig uit zijn rechter broekzak en in één van zijn jaszakken zat zijn breigarenbol. Tinus kon goed en vlug breien !
Hij breide zijn sokken op zijn wandelingen door het dorp. Zijn pet zette hij alleen af in de kerk en bij het bidden. Op zijn neus hing, wat onverschillig, een bril; ellipsglaasjes in een nikkelen montuur. Op deze dag bevond hij zich dus in de Hoofdstraat van het dorp. Omdat die tank stopte, meende Tinus nu mooi tijd te hebben de straat over te steken. Hij was halverwege de straat toen de gevechtswagen, onverwacht voor het breimanneke, zich weer in beweging zette. Tinus van Moorsel was maar klein, hij liep vlak voor de tank. De bestuurder keek, hoog gezeten, over hem heen. Tinus kwam in het gezichtsveld van deze man niet voor, dus …!
Het breimanneke reageerde snel, hij liet zich voorover vallen en de tank ging zeer luidruchtig over hem heen. Tinuske hoorde de rammelende rupsbanden en het ratelend geluid van de wielen langs zich heen gaan. De tank was hoog genoeg, tussen het spoor van de twee rijen wielen bleef onze dorpeling ongedeerd. Dit besefte Tinuske pas goed toen de tank al een eindje verder was. Hij krabbelde geheel ontdaan overeind, warempel, hij leefde nog! “Kom maar gauw binnen, Tinus, dan krijgde gij ‘ne borrel van ons om te bekommen van de schrik”’ zei één van de gebroeders Keuten. Dit klonk als hemelse muziek voor Tinuske, want in het oude-mannenhuis werd beslist niet iedere dag jenever geschonken! Enige tijd later maakte Jan Keuten een fotootje van Tinuske met zijn breisok. Misschien was het wel de eerste, maar tevens de laatste foto die ooit van hem is gemaakt? Wie zal het zeggen?
Jacques van Dijk.