Overleg:Hakbijl

dit ding kende ik eigenlijk voornamelijk van het afhakken van de kippekop. meestal was dat een hele oude kip die oma wel een dag liet koken voordat ze gaar was. Het zat dan ook altijd slagklaar in een stuk houten boomstam van zo'n halve meter lang en zo dik mogelijk rond, klaar om gebruikt te worden door mijn opa. wij noemden het nooit geen kapbijl, want dat was een heel ander model, maar een sleegt. hij werd ook wel gebruikt om palen aan te punten of rijshout te maken. Ook op de bouw kwam dat ding goed van pas, want ik heb er veel kalkspecie mee af moeten bikken van stenen uit gesloopte oude muren--PTVDW 21 jun 2010 18:13 (UTC)

Je hebt gelijk, ik haal de kapbijl weg. Karakteristiek voor de sléécht of het slééchtmes was het brede mes met het korte handvat. Overigens beweert AV dat het hier om een zogenaamde hiep gaat, en dat is volgens hem iets anders. Maar in het woordenbroek van Hans van Hoek kom ik het woord hiep (hééjp, heijp o.i.d.) niet tegen. Weet je hier meer van? --Pieter K 21 jun 2010 19:47 (UTC)

Mijn vader gebruikt het slééchtmes behalve voor de koppensnellerij van de kippen ook om zijtakken van takken of stammen te kappen. Daarvan zal ook het woord komen (slichten = gelijkmaken). --Pieter K 21 jun 2010 19:53 (UTC)

Volgens het woordenboek van Dale is HIEP een hakmes, vooral door slagers gebruikt. Mijn vader was huisslachter en ken het afgebeelde hakmes niet anders dan een Hiep. Av.