Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Stuifzandgebied met jeneverbesstruweel: verschil tussen versies
k (Tekst vervangen - "service=googlemaps |" door "") |
k (Tekst vervangen - "#display_point" door "#display_map") |
||
Regel 37: | Regel 37: | ||
<center> | <center> | ||
{{ | {{ | ||
# | #display_map: | ||
address= Biesdeel 6 Vlierden | address= Biesdeel 6 Vlierden | ||
|zoom=14 | |zoom=14 |
Huidige versie van 29 sep 2019 om 08:47
Het stuifzandgebied begroeid met jeneverbesstruweel is te vinden ten noordwesten van de kern Vlierden in de Vlierdense Bossen. Nabij het startpunt van de wandelroutes aan de Biesdeel en westelijk van de Bikkels en het gelijknamige bungalowpark De Bikkels.
Inleiding[bewerken | brontekst bewerken]
Het betreft een relatief open bosgebied met zandduinen en begroeid met vele volwassen jeneverbessen (In oud Deurnes dialect: Békel). Het gebied heeft diverse wandelpaden. Het gedeelte van de Biesdeel dat het stuifzandgebied met de jeneverbessen doorkruist is sinds 2010 afgesloten voor autoverkeer. De jeneverbesstruiken zijn op grond van de Flora- en faunawet aangewezen als beschermde inheemse soort.
Achtergronden[bewerken | brontekst bewerken]
De Vlierdense Bossen bestaat uit 390 hectare grove dennen, geplant op dekzand en deels op een zandverstuiving. Tot 1900 bestond dit gebied voor het grootste deel uit uitgestrekte heidevelden, gelegen op dekzandformaties. Om de vruchtbaarheid van de akkers op peil te houden, gebruikten de boeren mest van schapen die op de heide graasden. Deze mest werd in stallen verzameld op een bed van heidestrooisel. Als er mest tekort was, werd de heide niet alleen gemaaid, maar vanaf de late middeleeuwen ook geplagd. De hele zode werd dan verwijderd en gebruikt als strooisel in de stallen. Door het begrazen en plaggen werd de heidegrond steeds armer. Waar de heide zich na maaien of plaggen niet meer op tijd herstelde, kreeg de wind vat op het kale zand en het zand ging stuiven. Delen van het dekzandlandschap veranderden hierdoor in stuifzandlandschappen.
Stuifduinen[bewerken | brontekst bewerken]
Stuifduinen zijn in het landschap te herkennen door hoge en steile zandduinen. In de vorige eeuw zijn veel stuifzanden vastgelegd met dennenaanplant. Hier in de Vlierdense bossen is echter nog een klein stuifzandgebied overgebleven. Dit stuifzandgebied wordt nu zorgvuldig door de gemeente Deurne in stand gehouden. Niet alleen omdat stuifzandgebieden zeldzaam zijn geworden, maar ook omdat in dit gebied de beschermde jeneverbes, Juniperus communis, van nature groeit.
Jeneverbes komt in Nederland voor op arme zandverstuivings- en heidelandschappen. Er vindt op het ogenblik weinig tot geen natuurlijke verjonging plaats. De Jeneverbes is een pionierssoort waarvan de zaden kiemen in minerale bodems (lees: stuifzanden) na enkele natte jaren. Mogelijke verklaringen voor de beperkte verjonging zijn konijnenvraat van jonge scheuten en een te zure samenstelling van de bodem.
Voor het voortbestaan van de jeneverbes is het belangrijk dat er voldoende exemplaren in de buurt staan en dat ze vrij staan. De wind moet met name tijdens de bloei vrij spel hebben. Dit om het zogenaamde 'roken' van de bomen te waarborgen. De plant verspreid namelijk tijdens de bloei wolken van stuifmeel. De grote lijster eet de kegelbessen en verspreidt op deze wijze de zaden.
Geografisch[bewerken | brontekst bewerken]
Bron[bewerken | brontekst bewerken]
D.H.M. Renders-de Wit, basisdocument “Kenmerkende Deurnese Landschapskwaliteiten”, oktober 2011