Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand. |
Gerardus Johannes Kivits (1893-1978): verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
|||
Regel 29: | Regel 29: | ||
== Bekende figuur == | == Bekende figuur == | ||
De eerste journalist die aandacht schonk aan Grard Sientje was [[Peter Vink]]. In een artikel in de [[Helmondse Courant]] van 25 mei 1957 brak hij, onder de titel ''Grard Kivits'', een lans voor het ongemoeid | De eerste journalist die aandacht schonk aan Grard Sientje was [[Peter Vink]]. In een artikel in de [[Helmondse Courant]] van 25 mei 1957 brak hij, onder de titel ''Grard Kivits'', een lans voor het ongemoeid laten van de levenswijze van deze man. Op een zeker moment verwierf Grardje zelfs het privilege om de bioscoop [[Bio Vink]] gratis te bezoeken. Hij had daarbij zijn vaste plaats in rij vijf vooraan in de hoek en kreeg in de pauze bovendien een gratis borreltje, dat in die tijd een kwartje kostte. In ruil daarvoor deed Grardje af en toe een klusje voor [[Leny van Hulst|Leny Vink]], zoals bijvoorbeeld een emmer repareren. | ||
Grard Sientje kreeg nationale bekendheid als zonderling figuur na een televisieuitzending in 1976 in het programma ''Van Gewest tot Gewest''. Hij was vooral bekend door zijn vrij ruige manier van leven, het grote aantal honden dat hij er op na hield (35 bij zijn overlijden) en zijn verschijning op motorfietsen, waarvan hij er nog 12 had bij zijn overlijden in 1978. Hij weigerde bij het berijden daarvan categorisch een helm te dragen. | Grard Sientje kreeg nationale bekendheid als zonderling figuur na een televisieuitzending in 1976 in het programma ''Van Gewest tot Gewest''. Hij was vooral bekend door zijn vrij ruige manier van leven, het grote aantal honden dat hij er op na hield (35 bij zijn overlijden) en zijn verschijning op motorfietsen, waarvan hij er nog 12 had bij zijn overlijden in 1978. Hij weigerde bij het berijden daarvan categorisch een helm te dragen. |
Versie van 30 okt 2015 00:53
Grard Sientje (1893-1978) was een nationaal bekende Deurnese zonderling.
Familie
Grard Sientje was een zoon van de veenarbeiders Francis (Frans) Kivits en Cornelia Francisca (Sientje) van Dongen. Hij bleef ongehuwd. Zijn bijnaam Grard Sientje had hij te danken aan de roepnaam van zijn moeder, met wie hij tot haar dood in 1949 samenwoonde.
In 1914 woonde hij in Het Pannenhuis B.93. Grardje fabriceerde met broers en vrienden ook wel eens een stellage in een spoorsloot met daaroverheen een dekzeil dat tijdelijk werd ingericht als "woonruimte". De stokers van de stoomtreinen die voorbij tuften op de spoorlijn Eindhoven-Venlo gooiden toen met regelmaat een paar scheppen kolen in de spoorsloot bij de familie, zodat ze bij koud weer de woonruimte een klein beetje konden verwarmen.
Op het eind van Grard Sientje's leven woonde hij aan de Pollenweg, een inmiddels verdwenen zijstraat van de Snoertsebaan, dicht bij de plek waar de familie vroeger in plaggenhutten woonde.
Werk
Grard Sientje begon als jongen van veertien jaar bij de Strohulzenfabriek van Johan Lohe in de Stationsstraat. Als hulpkracht kreeg hij veertig cent per week. Een goed hulzenmaker kreeg 65 cent voor duizend hulzen van een literse maat. Die waren bestemd om flessen Franse en Duitse wijn naar Amerika te verschepen. Lang hield Grard Sientje het niet uit bij Lohe en hij probeerde tevergeefs werk te krijgen bij strohulzenfabrieken in Helmond.
Bij de Steenfabriek in Deurne vond hij werk voor even en begon toen in de Peel als veenarbeider. Van de ene maatschappij trok hij naar de andere. Grard Sientje was te ongedurig en deed liever andere dingen zoals vissen en stropen.
Nadat hij een korte tijd in Belfeld aan de stuw gewerkt had, vertrok hij naar Zuid-Limburg waar hij aangenomen werd door een Belgische firma die de eerste schachten bouwde voor de nieuwe kolenmijnen. Hij werkte ook enige tijd bij de spoorwegen. Daarna zocht hij werk bij de wegenbouw.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Grard Sientje naar Lansbergen in Duitsland gestuurd. Ook daar bleef hij niet lang. Toen hij verlof kreeg wist hij zeker dat hij daar nooit meer terug zou komen.
Na de oorlog werkt hij nog voor onbepaalde tijd aan het vliegveld tussen Bakel en Venraij en kwam hij daarna in aanraking met de werkverschaffing. Vanaf 1976 kon hij doen en laten wat hij graag wilde en kreeg hij voortaan elke maand zijn centen van de ouderdomsvoorziening.
Bekende figuur
De eerste journalist die aandacht schonk aan Grard Sientje was Peter Vink. In een artikel in de Helmondse Courant van 25 mei 1957 brak hij, onder de titel Grard Kivits, een lans voor het ongemoeid laten van de levenswijze van deze man. Op een zeker moment verwierf Grardje zelfs het privilege om de bioscoop Bio Vink gratis te bezoeken. Hij had daarbij zijn vaste plaats in rij vijf vooraan in de hoek en kreeg in de pauze bovendien een gratis borreltje, dat in die tijd een kwartje kostte. In ruil daarvoor deed Grardje af en toe een klusje voor Leny Vink, zoals bijvoorbeeld een emmer repareren.
Grard Sientje kreeg nationale bekendheid als zonderling figuur na een televisieuitzending in 1976 in het programma Van Gewest tot Gewest. Hij was vooral bekend door zijn vrij ruige manier van leven, het grote aantal honden dat hij er op na hield (35 bij zijn overlijden) en zijn verschijning op motorfietsen, waarvan hij er nog 12 had bij zijn overlijden in 1978. Hij weigerde bij het berijden daarvan categorisch een helm te dragen.
Grard Sientje overleed op 85-jarige leeftijd te Deurne. Spoedig erna werd zijn woning door de gemeente gesloopt. Grard Sientje werd bezongen door de volksmuziekgroep Moek in het liedje Sientje.
Literatuur
- "Een 'Brabants Bont' Gezelschap", Snarft sy-Steems Eindhoven 1996, blz. 15 t/m 20:
- Kools, Tij Grepen uit het leven van de zonderling "Grard Sientje" (1979 - in de Turfjes-serie)
- Vink, Peter Groeten van Grard Sientje (1988)