Heeft u correcties, aanvullingen of foto's bij een artikel dan kunt u die hier mailen.
Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank!
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis

Sjabloon:Geschiedenisfeitje: verschil tussen versies

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1: Regel 1:
''' Okselhaar '''
'''Een Duits-Deurnese boef'''


''door Anton Vissers''<br>
''door Anton Vissers''<br>
In Deurne werd een groep zwervers gearresteerd en op 20 oktober 1736 voor het crimineel gerecht voorgeleid. Een bende die een reeks van tijt, en jaares trouws gewijse met fameuse de/iquanten sijs gaan bede/en, zo schrijft Antonie la Forma, de openbare aanklager uit Deurne aan A. van Huurn in Den Bosch.
De 42-jarige Jan Eijgelaer, ook genoemd Randeveger, was in Creijnstadt Bohemen geboren.
Hij trouwde 1720 in [[Deurne]] met Anneke Nooijen.
Deze Anneke werd bij dit huwelijk jongedochter genoemd, maar had al vier voorechtelijke kinderen. Drie waren verwekt door [[Everardus Munsters]] en  een kind door [[Mathias Princen]].
Of onze Randeveger lief is geweest voor zijn vrouw is niet bekend, maar hij was wel erg stout naar anderen mensen.
Dit kun je lezen in onderstaand verhaaltje.


In deze bende zaten enkele jonge mannen die zelf niet wisten hoe oud ze waren. Dit was echter wel van belang voor de rechters, omdat deze jonge mannen alleen opgehangen mochten worden als ze voldoende okselhaar hadden. We hebben het hier over de gevangenen Jan Gommers Thijssen, alias Johannes Janssen van de Bosch, geboren te Gilsen in de Baronie van Breda, en Joseph van Trier, alias van Maastrigt. Joseph verklaarde dat hij niet wist wanneer hij geboren was, maar dat hij ongeveer 13 jaar oud was toen hij van zijn ouders wegging, omtrent twee en een half jaar daarvoor. Joseph was reeds onder zijn oksels gevisiteerd en daar is bevonden een weinig haar.<br>
'''Eerste boevenstreek:'''
Desgevraagd hoe lang hij al haar onder zijn armen had zei hij dit niet te weten.
Soldaat Christiaan Poliger van de blauwe garde zat een keertje bij onze Duits-Deurnese boef lekker jenever te drinken.
Na enige borreltjes kwam het tot een ruzie. Onze boef sloeg zijn gast bont en blauw.
Jan maakte Cristiaan uit voor “kalvevilder” en gaf hem een oorvijg waardoor hij in een moespot viel.


In een ander akte staat dat men Joseph van Trier, oud omtrent 15 a 16 jaar, naarder heeft geëxamineerd en gevisiteerd. Zo heeft men enig haar onder zijn oksels bevonden en om zijn mond ook enige fijne zo genoemde vlashairtjes, waaruit zou blijken dat hij ouder is dan de 14 a 15 jaar die hij opgeeft.
'''Tweede boevenstreek'''
Claas Goorts, een 16-jarige jongen, was onderweg van Budel naar Asten. Onder de gemeente Someren werd hij aangevallen door onze boef.
De boef zat verstopt in een sloot en sprong plotseling op hem af met een mes in de hand. Hij dreigde met “sa geeft uw gelt aff”.
Toen Claas zei dat hij geen geld had sneed onze boef met zijn mes over diens linker arm en maakte een puinhoop van zijn kleren.
Vervolgens trok hij Claas met de haren op de grond en dreigde met een pistool. Hij haalde al dreigende met een pistool diverse munten uit zijn kleren. Claas smeekte hem te laten leven.
Jan Randveger  werd voor deze beroving vastgezet bij de president-schepen Dierck van Driel in Someren.
Johannes Huijs, chirurgijn te Someren, kwam op een morgen bij de president-schepen aldaar.
Onze boef riep toen tegen hen: “Ick sal op  U en president vreken ende de geheele gemeente van Someren sal het moeten besnieten’


De sub. secretaris wordt naar Helmond gezonden om bij doctor Grootenacker te vernemen off er Benige gewisse waernemingen oft observaties zijn, op wat jaares, het hair, sig daar laat sien, en off sulcx in den eenes mensch niet vroeger als inden anderen voortkomt, die daerop geadviseert hebben. De brief is ondertekend met "Uu oitmoedige dienaer Gerrit Hanewinckel, preses, Dirck Deckers en Jacbus Losecaat, schepenen van Deurne en Liesel".
'''Derde boevenstreek'''
Gijsbert Peters Hoefnagels uit Bakel, die bij zijn schoonvader woonde, vertelde de rechter dat onze boef daar een slijpsteen had gestolen.


Jan Gommers verklaarde voor het gerecht dat enige dagen geleden Joseph van Maastrigt aan hem gevraagd had of hij nog geen haar onder zijn oksels of armen had? Daarop had Jan "nee" geantwoord. Joseph heeft Jan toen bij hem laten voelen en Jan bemerkte onder Joseph oksels een heel bosje haar. Hij concludeerde daaruit dat Joseph ouder moest zijn dan hij was.<br>
'''Vierde boevenstreek'''
 
Jan Willems, wonende op [[Brugge]] te Deurne, gaf aan dat de boef bij hem een schaap had gestolen.
Bron: [[Streekarchivariaat Peelland]], Deurne R 46b
Cornelis Hikspoor en  Matteus Teunis zagen dat dit schaap door hem en zijn vrouw Anneke Nooijen was geslacht. Ze zagen in huis de kop en de darmen van het schaap liggen en de rest van het schaap stond in een pot te koken.


Op 20 oktober 1727 werd in Den Bosch de doodstraf over hem uitgesproken.
Voor zijn [[Galg|ophanging]] werd hij ook nog gemarteld.
[[categorie:historisch feitje]]
[[categorie:historisch feitje]]



Versie van 14 apr 2014 14:44

Een Duits-Deurnese boef

door Anton Vissers
De 42-jarige Jan Eijgelaer, ook genoemd Randeveger, was in Creijnstadt Bohemen geboren. Hij trouwde 1720 in Deurne met Anneke Nooijen. Deze Anneke werd bij dit huwelijk jongedochter genoemd, maar had al vier voorechtelijke kinderen. Drie waren verwekt door Everardus Munsters en een kind door Mathias Princen. Of onze Randeveger lief is geweest voor zijn vrouw is niet bekend, maar hij was wel erg stout naar anderen mensen. Dit kun je lezen in onderstaand verhaaltje.

Eerste boevenstreek: Soldaat Christiaan Poliger van de blauwe garde zat een keertje bij onze Duits-Deurnese boef lekker jenever te drinken. Na enige borreltjes kwam het tot een ruzie. Onze boef sloeg zijn gast bont en blauw. Jan maakte Cristiaan uit voor “kalvevilder” en gaf hem een oorvijg waardoor hij in een moespot viel.

Tweede boevenstreek Claas Goorts, een 16-jarige jongen, was onderweg van Budel naar Asten. Onder de gemeente Someren werd hij aangevallen door onze boef. De boef zat verstopt in een sloot en sprong plotseling op hem af met een mes in de hand. Hij dreigde met “sa geeft uw gelt aff”. Toen Claas zei dat hij geen geld had sneed onze boef met zijn mes over diens linker arm en maakte een puinhoop van zijn kleren. Vervolgens trok hij Claas met de haren op de grond en dreigde met een pistool. Hij haalde al dreigende met een pistool diverse munten uit zijn kleren. Claas smeekte hem te laten leven. Jan Randveger werd voor deze beroving vastgezet bij de president-schepen Dierck van Driel in Someren. Johannes Huijs, chirurgijn te Someren, kwam op een morgen bij de president-schepen aldaar. Onze boef riep toen tegen hen: “Ick sal op U en president vreken ende de geheele gemeente van Someren sal het moeten besnieten’

Derde boevenstreek Gijsbert Peters Hoefnagels uit Bakel, die bij zijn schoonvader woonde, vertelde de rechter dat onze boef daar een slijpsteen had gestolen.

Vierde boevenstreek Jan Willems, wonende op Brugge te Deurne, gaf aan dat de boef bij hem een schaap had gestolen. Cornelis Hikspoor en Matteus Teunis zagen dat dit schaap door hem en zijn vrouw Anneke Nooijen was geslacht. Ze zagen in huis de kop en de darmen van het schaap liggen en de rest van het schaap stond in een pot te koken.

Op 20 oktober 1727 werd in Den Bosch de doodstraf over hem uitgesproken. Voor zijn ophanging werd hij ook nog gemarteld.