Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Wouter van Oosterhout (1654-1723): verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 28: | Regel 28: | ||
''Den 25en Mei 1706 brandde De Zwaan tot den grond toe af. Op genoemden ongeluksdatum tusschen 9 en 10 uren in den voormiddag waren in de herberg aanwezig de oud schepen armmeester Wouter Hendrickx van Oosterhout en de oud schutter Lambert Wilberts. Zij dronken er een borrel. Behalve deze beiden bevonden zich ook nog twee lui van buiten in 't locaal. De weduwe was bezig met jenever te stoken of te distilleeren. Bij de bezoekers komende, zeide ze: "lck moet eens naar den ketel of naer 't stoken zien". Aanstonds hoorde men nu de vrouw roepen: "Hulp! Brand!" Terstond zijn de twee mannen met een emmer of ketel met water er heen geloopen; maar zij zagen toen, dat er geen redden meer aan was, wijl de vlam reeds uit het dak sloeg "recht boven aen het schouwken van den ketel". Van Oosterhout deed nog wel zijn best om den brand te blusschen, maar hij kon hem niet meester worden, zoodat weldra alles in lichtelaaie stond. De menschen waren om zoo te zeggen geruïneerd. De huizing is niet direct opgebouwd.'' | ''Den 25en Mei 1706 brandde De Zwaan tot den grond toe af. Op genoemden ongeluksdatum tusschen 9 en 10 uren in den voormiddag waren in de herberg aanwezig de oud schepen armmeester Wouter Hendrickx van Oosterhout en de oud schutter Lambert Wilberts. Zij dronken er een borrel. Behalve deze beiden bevonden zich ook nog twee lui van buiten in 't locaal. De weduwe was bezig met jenever te stoken of te distilleeren. Bij de bezoekers komende, zeide ze: "lck moet eens naar den ketel of naer 't stoken zien". Aanstonds hoorde men nu de vrouw roepen: "Hulp! Brand!" Terstond zijn de twee mannen met een emmer of ketel met water er heen geloopen; maar zij zagen toen, dat er geen redden meer aan was, wijl de vlam reeds uit het dak sloeg "recht boven aen het schouwken van den ketel". Van Oosterhout deed nog wel zijn best om den brand te blusschen, maar hij kon hem niet meester worden, zoodat weldra alles in lichtelaaie stond. De menschen waren om zoo te zeggen geruïneerd. De huizing is niet direct opgebouwd.'' | ||
Uit het eerste huwelijk van Wouter met Anneke Hikspoors werd geboren zoon [[Willem van Oosterhout]]. Deze werd pastoor te Uden op Bedaf, een schuurkerkje staande net over de grens in het land van Ravenstein waar alle omliggende dorpen hun kinderen lieten dopen. | |||
Willem van Oosterhout werd pastoor te Uden op Bedaf, een schuurkerkje staande net over de grens in het land van Ravenstein waar alle omliggende dorpen hun kinderen lieten dopen. | |||
Willem had naast een huisje in Uden ook twee huizen in de stade Grave, welke later zijn stiefzuster van hem erfde. | Willem had naast een huisje in Uden ook twee huizen in de stade Grave, welke later zijn stiefzuster van hem erfde. |
Versie van 10 mrt 2014 21:27
Wouter van Oosterhout (1644-1700) | ||
Persoonsinformatie | ||
Volledige naam | Wouter Hendrik van Oosterhout | |
Roepnaam | Wouter Trapmans | |
Geboorteplaats | Deurne | |
Geboortedatum | in 1654 | |
Overl.plaats | Deurne | |
Overl.datum | 27-03-1723 | |
Partner(s) | 1. Anne Hikspoors 2. Heijlke Jan Melis | |
Beroep(en) | Pottenbakker Schepen en armmeester |
Wouter van Oosterhout Trapmans de zoon van pottenbakker Hendrik Wouter van Oosterhout en Jenneke Dries Everts. Dankt zijn bijnaam vanwege het potten maken op de schopschijf.
Wouter Hendricx Trapmans, was op 25 augustus 1681 in de herberg van Abraham van Hoeck en is daar toen afgeslagen door Aert Evert den Booij . Er was geen enkel rede voor een ruzie en Wouter smeekte Aert, hem niet opnieuw aan te vallen. Wouter gaf daarop hem enige penningen om hem tevreden te stellen en niet opnieuw te worden aangevallen door Aert.
Wouter woonde te Deurne in de "straet die door de Kuelit naer de Peel" loopt.
Toen op 25 mei 1706 herberg de Zwaan afbrandde was daar ook Wouter Hendrickx van Oosterhout.
Hendrik Nicolaas Ouwerling schreef hierover:
Den 25en Mei 1706 brandde De Zwaan tot den grond toe af. Op genoemden ongeluksdatum tusschen 9 en 10 uren in den voormiddag waren in de herberg aanwezig de oud schepen armmeester Wouter Hendrickx van Oosterhout en de oud schutter Lambert Wilberts. Zij dronken er een borrel. Behalve deze beiden bevonden zich ook nog twee lui van buiten in 't locaal. De weduwe was bezig met jenever te stoken of te distilleeren. Bij de bezoekers komende, zeide ze: "lck moet eens naar den ketel of naer 't stoken zien". Aanstonds hoorde men nu de vrouw roepen: "Hulp! Brand!" Terstond zijn de twee mannen met een emmer of ketel met water er heen geloopen; maar zij zagen toen, dat er geen redden meer aan was, wijl de vlam reeds uit het dak sloeg "recht boven aen het schouwken van den ketel". Van Oosterhout deed nog wel zijn best om den brand te blusschen, maar hij kon hem niet meester worden, zoodat weldra alles in lichtelaaie stond. De menschen waren om zoo te zeggen geruïneerd. De huizing is niet direct opgebouwd.
Uit het eerste huwelijk van Wouter met Anneke Hikspoors werd geboren zoon Willem van Oosterhout. Deze werd pastoor te Uden op Bedaf, een schuurkerkje staande net over de grens in het land van Ravenstein waar alle omliggende dorpen hun kinderen lieten dopen. Willem had naast een huisje in Uden ook twee huizen in de stade Grave, welke later zijn stiefzuster van hem erfde.