Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Molenstraat 77-79 en 81-83: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
|||
Regel 8: | Regel 8: | ||
De timmerman [[Antonius van Moorsel (1871-1933)|Antoon van Moorsel]] voegde rond 1928 delen van zijn twee percelen D 2009 (''bouwland'') en D 1908 (''huis, bouwland'') samen tot het nieuwe perceel D 2034 (''bouwland''). Het bestaande huis op het ene perceel was in een aangrenzend perceel komen te liggen. Op het nieuw ontstane perceel bouwland liet Van Moorsel rond 1929 twee blokken met elk twee woningen bouwen. Deze woningen waren duidelijk als belegging bedoeld. Hij woonde zelf enkele huizen verder. | De timmerman [[Antonius van Moorsel (1871-1933)|Antoon van Moorsel]] voegde rond 1928 delen van zijn twee percelen D 2009 (''bouwland'') en D 1908 (''huis, bouwland'') samen tot het nieuwe perceel D 2034 (''bouwland''). Het bestaande huis op het ene perceel was in een aangrenzend perceel komen te liggen. Op het nieuw ontstane perceel bouwland liet Van Moorsel rond 1929 twee blokken met elk twee woningen bouwen. Deze woningen waren duidelijk als belegging bedoeld. Hij woonde zelf enkele huizen verder. | ||
Rond 1932 verkocht hij een stukje van de resterende grond aan de buurman op [[Molenstraat 75]], waarna het perceel met de vier woningen als D 2091 bekend kwam te staan. De huizen werden verhuurd aan W. Janssen (A.213be, later Zeilbergscheweg E.81), [[Egidius Franciscus Keijzers (1904-1967)| | Rond 1932 verkocht hij een stukje van de resterende grond aan de buurman op [[Molenstraat 75]], waarna het perceel met de vier woningen als D 2091 bekend kwam te staan. De huizen werden verhuurd aan W. Janssen (A.213be, later Zeilbergscheweg E.81), [[Egidius Franciscus Keijzers (1904-1967)|Guillaume Keijzers]] (A.213bd, later Zeilbergscheweg E.80) en [[Johannes Verleijsdonk (1889-1957)|J. Verleijsdonk]] (A.213bc, later Zeilbergscheweg E.79). Op dat laatstgenoemde adres woonde ook nog [[Johannes Martinus Goossens (1868-1941)]]. Het latere Molenstraat 83 had in 1930 kennelijk nog geen adres. De weduwe en kinderen Van Moorsel deelden de boedel rond 1935.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 3, artikel 4120, dienstjaren 1929, 1930, 1933 en 1936</ref> De vier woningen kwamen daardoor in handen van de weduwe Van Moorsel-Coppens, herbergierster in het naburige café, die ze rond 1940 verkocht.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 4, artikel 6902, dienstjaar 1941</ref> | ||
De nieuwe eigenaar werd [[Johannis Eimericus Cornelis van Moorsel (1903-1962)]] met zijn broer en zus, met hun moeder als levenslang vruchtgebruiker. Zij brachten de huizen in de [[Ruilverkaveling "Deurne"]] in, waarna ze het als L 741 weer terug kregen. Van Moorsel verhuurde de huizen aan [[Theodor Antoon Linskens (1909-1980)|Theodor A. Linskens]] (Zeilbergscheweg E.81, later Molenstraat 77), [[Henricus Cornelis Gerardus van der Zanden (1915-1981)|Henricus C.G. van der Zanden]] (Zeilbergscheweg E.80, later Molenstraat 79), [[Willem Martinus (1886-1964)|Willem Martinus]] (Zeilbergscheweg E.79, later Molenstraat 81) en Johan G. van Herpen (Zeilbergscheweg E.78, later Molenstraat 83). Rond 1956 verkochten ze de huizen aan meerdere kopers: de ene kocht Molenstraat 77-79 en 81, de ander Molenstraat 83 (zie hieronder). Hun moeder was toen inmiddels overleden.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 5, artikel 7383, dienstjaar 1957</ref> | De nieuwe eigenaar werd [[Johannis Eimericus Cornelis van Moorsel (1903-1962)]] met zijn broer en zus, met hun moeder als levenslang vruchtgebruiker. Zij brachten de huizen in de [[Ruilverkaveling "Deurne"]] in, waarna ze het als L 741 weer terug kregen. Van Moorsel verhuurde de huizen aan [[Theodor Antoon Linskens (1909-1980)|Theodor A. Linskens]] (Zeilbergscheweg E.81, later Molenstraat 77), [[Henricus Cornelis Gerardus van der Zanden (1915-1981)|Henricus C.G. van der Zanden]] (Zeilbergscheweg E.80, later Molenstraat 79), [[Willem Martinus (1886-1964)|Willem Martinus]] (Zeilbergscheweg E.79, later Molenstraat 81) en Johan G. van Herpen (Zeilbergscheweg E.78, later Molenstraat 83). Rond 1956 verkochten ze de huizen aan meerdere kopers: de ene kocht Molenstraat 77-79 en 81, de ander Molenstraat 83 (zie hieronder). Hun moeder was toen inmiddels overleden.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 5, artikel 7383, dienstjaar 1957</ref> |
Huidige versie van 16 mrt 2024 om 20:49
Molenstraat 77-79 en 81-83 zijn vier adressen in Deurne met een gemeenschappelijke geschiedenis. Ze vormen twee identieke blokken van twee woningen.
Gemeenschappelijke voorgeschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]
De timmerman Antoon van Moorsel voegde rond 1928 delen van zijn twee percelen D 2009 (bouwland) en D 1908 (huis, bouwland) samen tot het nieuwe perceel D 2034 (bouwland). Het bestaande huis op het ene perceel was in een aangrenzend perceel komen te liggen. Op het nieuw ontstane perceel bouwland liet Van Moorsel rond 1929 twee blokken met elk twee woningen bouwen. Deze woningen waren duidelijk als belegging bedoeld. Hij woonde zelf enkele huizen verder.
Rond 1932 verkocht hij een stukje van de resterende grond aan de buurman op Molenstraat 75, waarna het perceel met de vier woningen als D 2091 bekend kwam te staan. De huizen werden verhuurd aan W. Janssen (A.213be, later Zeilbergscheweg E.81), Guillaume Keijzers (A.213bd, later Zeilbergscheweg E.80) en J. Verleijsdonk (A.213bc, later Zeilbergscheweg E.79). Op dat laatstgenoemde adres woonde ook nog Johannes Martinus Goossens (1868-1941). Het latere Molenstraat 83 had in 1930 kennelijk nog geen adres. De weduwe en kinderen Van Moorsel deelden de boedel rond 1935.[1] De vier woningen kwamen daardoor in handen van de weduwe Van Moorsel-Coppens, herbergierster in het naburige café, die ze rond 1940 verkocht.[2]
De nieuwe eigenaar werd Johannis Eimericus Cornelis van Moorsel (1903-1962) met zijn broer en zus, met hun moeder als levenslang vruchtgebruiker. Zij brachten de huizen in de Ruilverkaveling "Deurne" in, waarna ze het als L 741 weer terug kregen. Van Moorsel verhuurde de huizen aan Theodor A. Linskens (Zeilbergscheweg E.81, later Molenstraat 77), Henricus C.G. van der Zanden (Zeilbergscheweg E.80, later Molenstraat 79), Willem Martinus (Zeilbergscheweg E.79, later Molenstraat 81) en Johan G. van Herpen (Zeilbergscheweg E.78, later Molenstraat 83). Rond 1956 verkochten ze de huizen aan meerdere kopers: de ene kocht Molenstraat 77-79 en 81, de ander Molenstraat 83 (zie hieronder). Hun moeder was toen inmiddels overleden.[3]
Molenstraat 77-79[bewerken | brontekst bewerken]
Gezamenlijke geschiedenis van het blok[bewerken | brontekst bewerken]
Het blok Molenstraat 77-79 en de losse woning Molenstraat 81, met z'n drieen kadastraal bekend als L 904, werden door de familie Van Moorsel verkocht aan Franciscus Verhees (1913-1966). Die verkocht de woningen Molenstraat 77 en Molenstraat 79 rond 1961 los door. Samen vormden ze korte tijd het perceel L 1257.[4]
Molenstraat 77[bewerken | brontekst bewerken]
Koper van Molenstraat 77 rond 1961 was de metaaldraaier H.L.W. Willems, die er zelf ook ging wonen. Na hermeting werd het losse perceel kadastraal bekend als L 1479, en door latere wijzigingen achtereenvolgens L 1830 en L 2402. Rond 1966 liet hij er een garage en een berging bij bouwen. Hij behield het tot na 1989.[5]
Molenstraat 79[bewerken | brontekst bewerken]
Het rechter huis van de linker blok, Molenstraat 79, werd rond 1962 gekocht door de machinebankwerker Wilhelmus Henricus Relou (1937-1962). Het pand kreeg de kadastrale aanduiding L 1478. Rond 1963 vond een boedelscheiding plaats. Erfgenamen waren de ouders, broer en zussen van Relou.[6] De nieuwe eigenaar was zijn broer H.M. Relou, die eerder op Zeilbergsestraat 63 woonde en vervolgens Molenstraat 79 betrok. Rond 1966 liet hij er een berging bij bouwen. Door verkoop van grond aan de gemeente was het kadastraal inmiddels als L 1831 bekend geworden. Hij behield het pand tot na 1989.[7]
Molenstraat 81-83[bewerken | brontekst bewerken]
Molenstraat 81[bewerken | brontekst bewerken]
Het blok Molenstraat 77-79 en de losse woning Molenstraat 81 werden door de familie Van Moorsel verkocht aan Franciscus Verhees (1913-1966). De losse woning Molenstraat 81 werd rond 1960 doorverkocht.[8] Koper van het huis was de schilder Johannes Derks (1917-1988), die het perceel liet uitmeten. Kadastraal werd het daarna L 1258. Rond 1964 werd er een bergplaats bij gebouwd. Door verkoop van wat grond aan de gemeente rond 1966 werd de kadastrale aanduiding gewijzigd naar L 1832. Hij behield het pand tot zijn dood in 1988.[9]
Molenstraat 83[bewerken | brontekst bewerken]
Molenstraat 83 was de eerste woning die los verkocht werd. Antonius Geven (1902-1986) kocht rond 1956 de meest rechter woning van de familie Van Moorsel. Na kadastrale afsplitsing kwam het perceel als L 905 bekend te staan. Door de nodige kadastrale veranderingen, waaronder de verkoop van grond aan de voorzijde aan de gemeente, wijzigde de aanduiding achtereenvolgens naar L 1389 en L 1833. Rond 1966 liet Geven er een berging bij bouwen. Hij verkocht het huis rond 1973.[10] Zijn zoon was de nieuwe eigenaar, maar de ouders behielden het levenslang recht van gebruik en bewoning. Rond 1976 werd het huis echter opnieuw verkocht.[11] Het echtpaar Derks-Mulders werd de nieuwe eigenaar, en verkocht het rond 1986.[12] De laatst bekende eigenaren waren het echtpaar Van Dam-Van Leunen, die het tot na 1989 behielden.[13]
Bronnen, noten en/of referenties
|