Heeft u correcties, aanvullingen of foto's bij een artikel dan kunt u die hier mailen.
Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank!
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis

Jan Schonewille (1907-1991): verschil tussen versies

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
 
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 30: Regel 30:
Tijdens de  [[Tweede Wereldoorlog]] in 1942, stelde Bertha's broer G. Tabor, hen voor aan rabbi Jacob Soetendorp en Skaaj Blits, beiden uit Amsterdam. Enige tijd later kwam Marie, de vrouw van de rabbi, eveneens bij de Schonewilles inwonen.  
Tijdens de  [[Tweede Wereldoorlog]] in 1942, stelde Bertha's broer G. Tabor, hen voor aan rabbi Jacob Soetendorp en Skaaj Blits, beiden uit Amsterdam. Enige tijd later kwam Marie, de vrouw van de rabbi, eveneens bij de Schonewilles inwonen.  


Het echtpaar bracht de oorlog beurtelings door bij Jan en Bertha en bij de zusters van Bertha,  de familie Rijken-Tabors. Bertha en Jan boden eveneens een veilig onderdak aan de heer en mevrouw Van Beers en aan Carl en Bertha Winter, allen in de vijftig. Bertha Winter (geb. Baum), die een maand lang bij de familie Schonewille inwoonde, bereidde de heerlijkste maaltijden, maar zij was nogal verstrooid. Vaak liep zij door de straten en vroeg ze wildvreemden om haar de weg te wijzen, en ze kwam onverwacht op haar verschillende schuiladressen opdagen. Dat was bijzonder gevaarlijk omdat zij een uitgesproken Duits accent en joods uiterlijk had. Haar echtgenoot, Carl Winter, dook zes maanden bij de Schonewilles onder. Hij hielp op de boerderij, vooral bij de tabaksoogst.  
Het echtpaar bracht de oorlog beurtelings door bij Jan en Bertha en bij de zusters van Bertha,  de familie Rijken-Tabor. Bertha en Jan boden eveneens een veilig onderdak aan de heer en mevrouw Van Beers en aan Carl en Bertha Winter, allen in de vijftig. Bertha Winter (geb. Baum), die een maand lang bij de familie Schonewille inwoonde, bereidde de heerlijkste maaltijden, maar zij was nogal verstrooid. Vaak liep zij door de straten en vroeg ze wildvreemden om haar de weg te wijzen, en ze kwam onverwacht op haar verschillende schuiladressen opdagen. Dat was bijzonder gevaarlijk omdat zij een uitgesproken Duits accent en joods uiterlijk had. Haar echtgenoot, Carl Winter, dook zes maanden bij de Schonewilles onder. Hij hielp op de boerderij, vooral bij de tabaksoogst.  


Vele andere joden en niet-joden konden tijdelijk bij de familie Schonewille terecht. Onder hen bevond zich ook de dochter van het echtpaar Winter, Mirjam, die later in huis genomen werd door de familie Ulens-Buijs in Sevenum. Rond september 1944 vonden er zoveel gevechten in de streek plaats dat er tientallen vluchtelingen uit de frontlinie in Helenaveen arriveerden. Eind oktober werden zij ingehaald door de strijd, en de vrouwen en kinderen vluchtten naar Sevenum. Op de achtste van diezelfde maand werd Jan Schonewille tijdens de [[razzia van Helenaveen]] opgepakt en naar Duitsland gestuurd. Hij keerde op 16 mei 1945 naar huis terug.  
Vele andere joden en niet-joden konden tijdelijk bij de familie Schonewille terecht. Onder hen bevond zich ook de dochter van het echtpaar Winter, Mirjam, die later in huis genomen werd door de familie Ulens-Buijs in Sevenum. Rond september 1944 vonden er zoveel gevechten in de streek plaats dat er tientallen vluchtelingen uit de frontlinie in Helenaveen arriveerden. Eind oktober werden zij ingehaald door de strijd, en de vrouwen en kinderen vluchtten naar Sevenum. Op de achtste van diezelfde maand werd Jan Schonewille tijdens de [[razzia van Helenaveen]] opgepakt en naar Duitsland gestuurd. Hij keerde op 16 mei 1945 naar huis terug.  

Versie van 19 mei 2014 19:51

Jan Schonewille
Persoonsinformatie
Volledige naam Jan Schonewille
Geboorteplaats Deurne
Geboortedatum 16 september 1907
Overl.plaats Deurne
Overl.datum 13 juli 1991
Partner(s) [[PersoonPartner(s)::Egbertje (Bertha) Tabor]]
Beroep(en) landbouwer

Jan Schonewille (1907-1991) was landbouwer en woonde op het adres Zeilberg Z.152 later gewijzigd in Panoven 152.


Jan was het zesde kind uit het gezin van Geert Schonewille en Pietertje Botter.
Hij huwde op 26 april 1930 te Deurne met Bertha Tabor (Horst 22 augustus 1907 - Deurne 8 januari 1990), dochter van Antonie Tabor en Annigje Derks.
Uit dit huwelijk werden de volgende kinderen geboren:

  1. Pietertje (Pietje), (Horst 31 januari 1931), huwde Johan Wilhelmus de Bruijn (1920-1984).
  2. Antonie (Toon), (Deurne 8 augustus 1933 - Helenaveen 23 juli 1996), huwde Bertha Otten.
  3. Geert, (Deurne 7 november 1935), huwde Johanna Josephina van der Ven.
  4. Annigje, (Deurne 20 november 1937)
  5. Jan, (Deurne 6 september 1942 - Helenaveen 26 augustus 1956).
  6. Gerrit, (Deurne 11 oktober 1946 - Deurne 4 januari 1993).

Jan ging na zijn huwelijk met Bertha in Horst wonen waar hun eerste kind geboren werd. Op 14 maart 1931 verhuizen ze naar Deurne.

Tweede Wereldoorlog

Tijdens de Tweede Wereldoorlog in 1942, stelde Bertha's broer G. Tabor, hen voor aan rabbi Jacob Soetendorp en Skaaj Blits, beiden uit Amsterdam. Enige tijd later kwam Marie, de vrouw van de rabbi, eveneens bij de Schonewilles inwonen.

Het echtpaar bracht de oorlog beurtelings door bij Jan en Bertha en bij de zusters van Bertha, de familie Rijken-Tabor. Bertha en Jan boden eveneens een veilig onderdak aan de heer en mevrouw Van Beers en aan Carl en Bertha Winter, allen in de vijftig. Bertha Winter (geb. Baum), die een maand lang bij de familie Schonewille inwoonde, bereidde de heerlijkste maaltijden, maar zij was nogal verstrooid. Vaak liep zij door de straten en vroeg ze wildvreemden om haar de weg te wijzen, en ze kwam onverwacht op haar verschillende schuiladressen opdagen. Dat was bijzonder gevaarlijk omdat zij een uitgesproken Duits accent en joods uiterlijk had. Haar echtgenoot, Carl Winter, dook zes maanden bij de Schonewilles onder. Hij hielp op de boerderij, vooral bij de tabaksoogst.

Vele andere joden en niet-joden konden tijdelijk bij de familie Schonewille terecht. Onder hen bevond zich ook de dochter van het echtpaar Winter, Mirjam, die later in huis genomen werd door de familie Ulens-Buijs in Sevenum. Rond september 1944 vonden er zoveel gevechten in de streek plaats dat er tientallen vluchtelingen uit de frontlinie in Helenaveen arriveerden. Eind oktober werden zij ingehaald door de strijd, en de vrouwen en kinderen vluchtten naar Sevenum. Op de achtste van diezelfde maand werd Jan Schonewille tijdens de razzia van Helenaveen opgepakt en naar Duitsland gestuurd. Hij keerde op 16 mei 1945 naar huis terug.

Jan en zijn vrouw Bertha ontvingen op 8 oktober1982, voor het helpen van Joden tijdens de oorlog, de Yad Vashem-onderscheiding.