Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Sjabloon:Geschiedenisfeitje: verschil tussen versies
kGeen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
(29 tussenliggende versies door 4 gebruikers niet weergegeven) | |||
Regel 1: | Regel 1: | ||
{{#ask: | |||
[[Category:Historisch feitje]] | |||
|format=embedded | |||
|order=random | |||
|limit=1 | |||
|searchlabel= | |||
== | }} | ||
<noinclude>[[Categorie:Sjablonen_hoofdpagina]]</noinclude> | <noinclude>[[Categorie:Sjablonen_hoofdpagina]]</noinclude> |
Huidige versie van 3 jan 2024 om 16:34
Spoorwegongeval van 15 januari 1901
Het ongeluk van 15 januari 1901 nabij de spoorwegovergang bij wachtpost 23 liep wonderwel zonder veel lichamelijk letsel af.
Op 15 januari 1901 was rond kwart voor elf 's avonds de nauwelijks 16-jarige hulpwachter Christiaan Kortooms (1885-1962) vergeten de bomen van de overweg te sluiten toen de trein uit Venlo passeerde. Hij was nog maar elf dagen daarvoor als hulpwachter aangesteld. Weliswaar was hij door het bloksein gewaarschuwd toen de goederentrein nr. 2206 vanaf Halte Helenaveen vertrok, maar hij was in slaap gevallen. Toen de trein de overgang passeerde, waren daar ook net Antonius van Rooij en Johannes Pijnenburg met twee karren en paarden. Van Rooij zat in de voorste kar als voorman onder de huif. Ook Pijnenburg zat achterop de eerste kar en hield met een touw zijn paard met kar vast.
Bij de botsing raakte Van Rooij bewusteloos en toen hij weer bij kennis kwam, hoorde hij gehinnik van paarden, zag hij het paard en kar van Pijnenburg, en even later ook zijn eigen paard, maar zijn kar was verdwenen. Ook Pijnenburg raakte bij de botsing enige tijd bewusteloos, maar behalve enkele lichte verwondingen hielden beiden geen letsel over aan het ongeluk. De machinist, conducteur en remmer op de trein zagen het ongeluk aankomen maar konden de trein niet tijdig stilzetten. De wrakstukken van de kar zaten vast aan de locomotief en de huif hing over een van de lantaarns van de trein.
Met een boete van drie gulden kwam de hulpwachter er zeer genadig af.
Bij het onderzoek door de officier van de arrondissementsrechtbank in Roermond bleek dat het herhaaldelijk voorkwam dat dergelijke jeugdige personen soms tot diep in de nacht (de laatste goederentrein passeerde om twee uur 's nachts) dienst moesten doen..[1]
Bronnen, noten en/of referenties
|