Heeft u correcties, aanvullingen of foto's bij een artikel dan kunt u die hier mailen.
Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank!
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis

Berkenstraat 28: verschil tussen versies

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 4: Regel 4:
== Het eerste huisje ==
== Het eerste huisje ==


In het kader van het [[Ontginningsplan Vlierdenseweg (1874)]] werden verschillende percelen en daarop staande huisjes door de gemeente Deurne in pacht uitgegeven. Anders dan andere huisjes werd de voorganger van Berkenstraat 28 rond 1874 direct verkocht, en wel aan [[Johannis van Hout (1841-1907)]], samen met zijn broers [[Henricus van Hout (1851-1905)]], [[Petrus van Hout (1853-1909)]], [[Lodewijk van Hout (1857-1931)]] en [[Paulus van Hout (1863-1963)]]. Het is niet duidelijk of zij onontgonnen heide kochten, of reeds ontgonnen percelen, inclusief het huis op F 839. Rond 1880 verviel de vrijstelling van grondbelasting, die na de ontginning gekregen was. Rond 1886 werd het huis met land verkocht.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 1 en 3, artikel 2544, dienstjaren 1875, 1881 en 1887</ref>
In het kader van het [[Ontginningsplan Vlierdenseweg (1874)]] werden verschillende percelen en daarop staande huisjes door de gemeente Deurne in pacht uitgegeven. Anders dan andere huisjes werd de voorganger van Berkenstraat 28 rond 1874 direct verkocht, en wel aan [[Johannis van Hout (1841-1907)|Jan van Hout]], samen met zijn broers [[Henricus van Hout (1851-1905)|Henricus]], [[Petrus van Hout (1853-1909)|Peter]], [[Lodewijk van Hout (1857-1931)|Louis]] en [[Paulus van Hout (1863-1963)|Paulus]]. Zij hadden voor 1870 een stuk heide ter ontginning in gebruik gekregen van de gemeente en gaven in genoemd jaar aan dat ze die grond wilden kopen. In de vergadering van 30 december 1870 besloot de gemeenteraad die grond voor 50 gulden per hectare te willen verkopen, maar met de effectieve verkoop te willen wachten tot een volgende verkoop van gemeentegronden. Waarschijnlijk hadden de gebroeders Van Hout al in genoemd jaar of eerder hun huis op F 839 gebouwd want rond 1880 verviel de vrijstelling van grondbelasting, die ze na de ontginning gekregen was. Op 9 oktober 1881 namen de wevers Jan Hendrik, Peter en Louis van Hout een hypotheek van 100 gulden op hun huis bij de timmerman [[Jan Busscher (1828-1911)|Jan Busscher]]. Mogelijk werd het huis toen vernieuwd.


Koper was de Deurnese bakker en winkelier [[Jan Kuijpers (1840-1897)]], die het verhuurd moet hebben. Hij liet het huiskavel F 839 rond 1891 splitsen. In de praktijk betekende dat een verbouwing van het huisje, het kreeg een andere plattegrond, de opdeling van het huisje in twee woningen (F 1128 en F 1129) en de bouw van een bijgebouw bij F 1129. Kuijpers behield beide helften, maar op F 1129 vestigde de gemeente Deurne het recht van mede-eigenaarschap voor het voormalig perceel F 838, de andere helft verkocht hij aan 3409/1.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 3, artikel 3095, dienstjaar 1892</ref> Bij de verkoop door Kuijpers van beide huishelften rond 1897 verviel dat mede-eigenaarschap weer.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 3, artikel 3095, dienstjaar 1898; idem, artikel 3409</ref>
Op 31 januari 1886 verkochten de gebroeders Van Hout hun huis met met 1,06,.05 hectare land voor 230 gulden aan de Deurnese bakker en winkelier [[Jan Kuijpers (1840-1897)|Jan Kuijpers]], die het verhuurde aan de verkopers.<ref>RHCe Notarieel archief Deurne toegang 13182 inv.nr. 102 akte 18<br>Kadastrale leggers Deurne, reeks 1 en 3, artikel 2544, dienstjaren 1875, 1881 en 1887</ref> Hij liet het huiskavel F 839 rond 1891 splitsen. In de praktijk betekende dat een verbouwing van het huisje, het kreeg een andere plattegrond, de opdeling van het huisje in twee woningen (F 1128 en F 1129) en de bouw van een bijgebouw bij F 1129. Kuijpers behield beide helften, maar op F 1129 vestigde de gemeente Deurne het recht van mede-eigenaarschap voor het voormalig perceel F 838.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 3, artikel 3095, dienstjaar 1892</ref> Bij de verkoop door Kuijpers van beide huishelften in 1897 verviel dat mede-eigenaarschap weer.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 3, artikel 3095, dienstjaar 1898; idem, artikel 3409</ref>


Het huisje, met een gewijzigd uiterlijk, keerde terug in handen van de familie Van Hout, en wel de eerder genoemde Peter, die inmiddels koopman was geworden. Hij overleed vroeg, en zijn kinderen verkochten beide huishelften rond 1910 aan Henricus van Dooren.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 3, artikel 3774, dienstjaar 1911</ref> De arbeider Van Dooren verkocht het geheel, waartoe ook nog steeds een perceel bouwland en een perceel heide behoorden, rond 1912 door.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 3, artikel 4611, dienstjaar 1913</ref> Koper was de arbeider [[Leonardus Honings (1875-1927)]], die het nog in 1913 alweer doorgaf.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 3, artikel 4077, dienstjaar 1914</ref> Zijn verwant [[Leonard Honings (1869-1963)]], arbeider in Deurne, woonde er korte tijd en verkocht het rond 1923 weer verder.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 3, artikel 4850, dienstjaar 1924</ref> Waarschijnlijk werd het huisje in die tijd aangeduid als C.137 of C.145 Derpse Hei, een adres waarvan bekend is dat Leonard er woonde.
Het huisje, met een gewijzigd uiterlijk, keerde op 14 september 1897 terug in handen van de familie Van Hout, en wel de eerder genoemde Peter, die inmiddels koopman was geworden. Hij betaalde voor het huis met 1.11.20 hectare grond 400 gulden.<ref>RHCe Notarieel archief Deurne toegang 13182 inv.nr. 121 akte 138</ref>  Peter overleed vroeg, en zijn kinderen lieten beide huishelften op 23 september 1909 publiek verkopen. [[Henricus van Doorne (1882-1961)|Henri van Dooren]], gehuwd met dochter Petronella van Hout, en dus een van de verkopers, kocht het geheel, middels de stroman bakker [[Peter Johannes van de Mortel (1881-1938)|Piet van de Mortel]], voor 840 gulden.<ref>RHCe Notarieel archief Deurne toegang 13182 inv.nr. 146, akte 230<br>Kadastrale leggers Deurne, reeks 3, artikel 3774, dienstjaar 1911</ref> De arbeider Van Dooren verkocht het geheel, waartoe ook nog steeds een perceel bouwland en een perceel heide behoorden, op 19 april 1912 door.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 3, artikel 4611, dienstjaar 1913</ref> Koper was de arbeider [[Leonard Honings (1869-1963)|Nard Honings]] voor 1.050 gulden.<ref>Aanvankelijk was de inschrijving op de kadastrale legger Deurne foutief bij zijn naamgenoot [[Leonardus Honings (1875-1927)]], reeks 3, artikel 4077 later gecorrigeerd naar juiste artikel 4850. </ref> Nard Honings verkocht het geheel op 29 september 1923 voor 3.000 gulden aan [[Antonius Kusters (1857-1930)|Antonius Kusters ]].<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 3, artikel 4850, dienstjaar 1924</ref> Waarschijnlijk werd het huisje in die tijd aangeduid als C.137 of C.145 [[Derpse Hei]], een adres waarvan bekend is dat Leonard er woonde.


== Uitbreiding met twee buurpanden ==
== Uitbreiding met twee buurpanden ==


De koper was [[Antonius Kusters (1857-1930)]], die er maar kort van kon genieten. Op F 1129 liet zijn weduwe rond 1932 bijbouwen, op F 1128 rond 1933. Rond 1936 werd er bij beide huisjes opnieuw bijgebouwd. Beide kadastrale percelen bestonden daarmee voortaan uit twee woningen, waardoor het geheel 4 woningen omvatte. Het oude huisje (met twee woningen), met de kopse zijde naar de Berkenstraat gekeerd, werd voortaan in het westen en het oosten geflankeerd door twee nieuwe huisjes met de kopse zijde naar de weg, respectievelijk [[Berkenstraat 24]] en [[Berkenstraat 32]]. De vier woningen met stal en tuin werden daarop verenigd in één kadastraal perceel, F 1646. Rond 1941 werd dit kavel weer gesplitst, waarbij de weduwe Kusters 3 huizen behield en er eentje afstootte. Na uitmeting werden deze 3 huizen kadastraal hernoemd naar F 1750.  
Kusters kon maar kort van zijn aankoop genieten want hij overleed in 1930. Op F 1129 liet zijn weduwe rond 1932 bijbouwen, op F 1128 rond 1933. Rond 1936 werd er bij beide huisjes opnieuw bijgebouwd. Beide kadastrale percelen bestonden daarmee voortaan uit twee woningen, waardoor het geheel vier woningen omvatte. Het oude huisje (met twee woningen), met de kopse zijde naar de Berkenstraat gekeerd, werd voortaan in het westen en het oosten geflankeerd door twee nieuwe huisjes met de kopse zijde naar de weg, respectievelijk [[Berkenstraat 24]] en [[Berkenstraat 32]]. De vier woningen met stal en tuin werden daarop verenigd in één kadastraal perceel, F 1646. Rond 1941 werd dit kavel weer gesplitst, waarbij de weduwe Kusters 3 huizen behield en er eentje afstootte. Na uitmeting werden deze 3 huizen kadastraal hernoemd naar F 1750.  


== Splitsing in drie percelen en één bouwterrein ==
== Splitsing in drie percelen en één bouwterrein ==


Uiteindelijk werd het terrein rond 1947 gesplitst en verkaveld. Twee zonen kregen elk een eigen langgerekt kavel met daarop een bestaand pand: Berkenstraat 28 en Berkenstraat 32. Een derde kreeg een nieuw bouwkavel, afgeplitst van één van de andere, voor een nog te bouwen pand ([[Berkenstraat 26]]). Schoonzoon [[Johannes van der Loo (1902-1975)]] kreeg het derde bestaande pand: Berkenstraat 24.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 4, artikel 5912, dienstjaren 1933, 1934, 1937 en 1942</ref> Zie voor de adressen Berkenstraat 24, 26 en 32 de eigen artikelen.
Uiteindelijk werd het terrein rond 1947 gesplitst en verkaveld. Twee zonen kregen elk een eigen langgerekt kavel met daarop een bestaand pand: Berkenstraat 28 en Berkenstraat 32. Een derde kreeg een nieuw bouwkavel, afgesplitst van één van de andere, voor een nog te bouwen pand ([[Berkenstraat 26]]). Schoonzoon [[Johannes van der Loo (1902-1975)|Johannes van der Loo]] kreeg het derde bestaande pand: Berkenstraat 24.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 4, artikel 5912, dienstjaren 1933, 1934, 1937 en 1942</ref> Zie voor de adressen Berkenstraat 24, 26 en 32 de eigen artikelen.


== Brand en nieuwbouw op Berkenstraat 28 ==
== Brand en nieuwbouw op Berkenstraat 28 ==


Het kavel waarop het oude huis stond had na de verkaveling de kadastrale aanduiding F 1789 gekregen. Het was toen nog steeds een blok van twee, die voorbestemd was bij de huisnummering van 1953-1955 de huisnummers Berkenstraat 28 en Berkenstraat 30 te krijgen. [[Brand van 31 maart 1953|Op 31 maart 1953]] ging het huisje echter in vlammen op. Het was toen eigendom van [[Petrus Johannes Kusters (1907-1963)]], zoon van de voornoemde Antonius Kusters. Na de brand liet Kusters - in plaats van het oude blok van twee - één nieuw huis bouwen, dat het adres Berkenstraat 28 kreeg. Het adres Berkenstraat 30 werd daarna nooit meer verleend. Na hermeting rond 1957 kreeg het de nieuwe kadastrale aanduiding N 73. Rond 1959 werd een deel van het ruime perceel verkocht, waardoor het de nieuwe aanduiding N 371 kreeg. Een tweede verkoop, nu aan de gemeente, vond rond 1962 plaats, waardoor er een huiskavel van 1706 m2, met de aanduiding N 493, overbleef. Rond 1973 werd de boedel van Kusters gescheiden.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 5, artikel 7678, dienstjaren 1958, 1960, 1962 en 1974</ref> Zijn zoon A.P.M. Kusters werd de nieuwe eigenaar.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 5, artikel 10795</ref>
Het kavel waarop het oude huis stond had na de verkaveling de kadastrale aanduiding F 1789 gekregen. Het was toen nog steeds een blok van twee, die voorbestemd was bij de huisnummering van 1953-1955 de huisnummers Berkenstraat 28 en Berkenstraat 30 te krijgen. [[Brand van 31 maart 1953|Op 31 maart 1953]] ging het huisje echter in vlammen op. Het was toen eigendom van [[Petrus Johannes Kusters (1907-1963)|Petrus Johannes Kusters]], zoon van de voornoemde Antonius Kusters. Na de brand liet Kusters - in plaats van het oude blok van twee - één nieuw huis bouwen, dat het adres Berkenstraat 28 kreeg. Het adres Berkenstraat 30 werd daarna nooit meer verleend. Na hermeting rond 1957 kreeg het de nieuwe kadastrale aanduiding N 73. Rond 1959 werd een deel van het ruime perceel verkocht, waardoor het de nieuwe aanduiding N 371 kreeg. Een tweede verkoop, nu aan de gemeente, vond rond 1962 plaats, waardoor er een huiskavel van 1706 , met de aanduiding N 493, overbleef. Rond 1973 werd de boedel van Kusters gescheiden.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 5, artikel 7678, dienstjaren 1958, 1960, 1962 en 1974</ref> Zijn zoon, de aannemer [[Antonius Petrus Martinus Kusters (1942-1999)|Toon Kusters]], werd de nieuwe eigenaar.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 5, artikel 10795</ref>


Op Berkenstraat 28 vinden we nu nog, alhoewel verbouwd en gepleisterd, het tweelaags woonhuis met kap zoals Kusters dat eind jaren 50 liet bouwen.
Op Berkenstraat 28 vinden we nu nog, alhoewel verbouwd en gepleisterd, het tweelaags woonhuis met kap zoals Kusters dat eind jaren 50 liet bouwen.

Versie van 15 jun 2022 22:38

Berkenstraat 28 is een adres in Deurne.


Het eerste huisje

In het kader van het Ontginningsplan Vlierdenseweg (1874) werden verschillende percelen en daarop staande huisjes door de gemeente Deurne in pacht uitgegeven. Anders dan andere huisjes werd de voorganger van Berkenstraat 28 rond 1874 direct verkocht, en wel aan Jan van Hout, samen met zijn broers Henricus, Peter, Louis en Paulus. Zij hadden voor 1870 een stuk heide ter ontginning in gebruik gekregen van de gemeente en gaven in genoemd jaar aan dat ze die grond wilden kopen. In de vergadering van 30 december 1870 besloot de gemeenteraad die grond voor 50 gulden per hectare te willen verkopen, maar met de effectieve verkoop te willen wachten tot een volgende verkoop van gemeentegronden. Waarschijnlijk hadden de gebroeders Van Hout al in genoemd jaar of eerder hun huis op F 839 gebouwd want rond 1880 verviel de vrijstelling van grondbelasting, die ze na de ontginning gekregen was. Op 9 oktober 1881 namen de wevers Jan Hendrik, Peter en Louis van Hout een hypotheek van 100 gulden op hun huis bij de timmerman Jan Busscher. Mogelijk werd het huis toen vernieuwd.

Op 31 januari 1886 verkochten de gebroeders Van Hout hun huis met met 1,06,.05 hectare land voor 230 gulden aan de Deurnese bakker en winkelier Jan Kuijpers, die het verhuurde aan de verkopers.[1] Hij liet het huiskavel F 839 rond 1891 splitsen. In de praktijk betekende dat een verbouwing van het huisje, het kreeg een andere plattegrond, de opdeling van het huisje in twee woningen (F 1128 en F 1129) en de bouw van een bijgebouw bij F 1129. Kuijpers behield beide helften, maar op F 1129 vestigde de gemeente Deurne het recht van mede-eigenaarschap voor het voormalig perceel F 838.[2] Bij de verkoop door Kuijpers van beide huishelften in 1897 verviel dat mede-eigenaarschap weer.[3]

Het huisje, met een gewijzigd uiterlijk, keerde op 14 september 1897 terug in handen van de familie Van Hout, en wel de eerder genoemde Peter, die inmiddels koopman was geworden. Hij betaalde voor het huis met 1.11.20 hectare grond 400 gulden.[4] Peter overleed vroeg, en zijn kinderen lieten beide huishelften op 23 september 1909 publiek verkopen. Henri van Dooren, gehuwd met dochter Petronella van Hout, en dus een van de verkopers, kocht het geheel, middels de stroman bakker Piet van de Mortel, voor 840 gulden.[5] De arbeider Van Dooren verkocht het geheel, waartoe ook nog steeds een perceel bouwland en een perceel heide behoorden, op 19 april 1912 door.[6] Koper was de arbeider Nard Honings voor 1.050 gulden.[7] Nard Honings verkocht het geheel op 29 september 1923 voor 3.000 gulden aan Antonius Kusters .[8] Waarschijnlijk werd het huisje in die tijd aangeduid als C.137 of C.145 Derpse Hei, een adres waarvan bekend is dat Leonard er woonde.

Uitbreiding met twee buurpanden

Kusters kon maar kort van zijn aankoop genieten want hij overleed in 1930. Op F 1129 liet zijn weduwe rond 1932 bijbouwen, op F 1128 rond 1933. Rond 1936 werd er bij beide huisjes opnieuw bijgebouwd. Beide kadastrale percelen bestonden daarmee voortaan uit twee woningen, waardoor het geheel vier woningen omvatte. Het oude huisje (met twee woningen), met de kopse zijde naar de Berkenstraat gekeerd, werd voortaan in het westen en het oosten geflankeerd door twee nieuwe huisjes met de kopse zijde naar de weg, respectievelijk Berkenstraat 24 en Berkenstraat 32. De vier woningen met stal en tuin werden daarop verenigd in één kadastraal perceel, F 1646. Rond 1941 werd dit kavel weer gesplitst, waarbij de weduwe Kusters 3 huizen behield en er eentje afstootte. Na uitmeting werden deze 3 huizen kadastraal hernoemd naar F 1750.

Splitsing in drie percelen en één bouwterrein

Uiteindelijk werd het terrein rond 1947 gesplitst en verkaveld. Twee zonen kregen elk een eigen langgerekt kavel met daarop een bestaand pand: Berkenstraat 28 en Berkenstraat 32. Een derde kreeg een nieuw bouwkavel, afgesplitst van één van de andere, voor een nog te bouwen pand (Berkenstraat 26). Schoonzoon Johannes van der Loo kreeg het derde bestaande pand: Berkenstraat 24.[9] Zie voor de adressen Berkenstraat 24, 26 en 32 de eigen artikelen.

Brand en nieuwbouw op Berkenstraat 28

Het kavel waarop het oude huis stond had na de verkaveling de kadastrale aanduiding F 1789 gekregen. Het was toen nog steeds een blok van twee, die voorbestemd was bij de huisnummering van 1953-1955 de huisnummers Berkenstraat 28 en Berkenstraat 30 te krijgen. Op 31 maart 1953 ging het huisje echter in vlammen op. Het was toen eigendom van Petrus Johannes Kusters, zoon van de voornoemde Antonius Kusters. Na de brand liet Kusters - in plaats van het oude blok van twee - één nieuw huis bouwen, dat het adres Berkenstraat 28 kreeg. Het adres Berkenstraat 30 werd daarna nooit meer verleend. Na hermeting rond 1957 kreeg het de nieuwe kadastrale aanduiding N 73. Rond 1959 werd een deel van het ruime perceel verkocht, waardoor het de nieuwe aanduiding N 371 kreeg. Een tweede verkoop, nu aan de gemeente, vond rond 1962 plaats, waardoor er een huiskavel van 1706 m², met de aanduiding N 493, overbleef. Rond 1973 werd de boedel van Kusters gescheiden.[10] Zijn zoon, de aannemer Toon Kusters, werd de nieuwe eigenaar.[11]

Op Berkenstraat 28 vinden we nu nog, alhoewel verbouwd en gepleisterd, het tweelaags woonhuis met kap zoals Kusters dat eind jaren 50 liet bouwen.

Bronnen, noten en/of referenties
  1. RHCe Notarieel archief Deurne toegang 13182 inv.nr. 102 akte 18
    Kadastrale leggers Deurne, reeks 1 en 3, artikel 2544, dienstjaren 1875, 1881 en 1887
  2. Kadastrale leggers Deurne, reeks 3, artikel 3095, dienstjaar 1892
  3. Kadastrale leggers Deurne, reeks 3, artikel 3095, dienstjaar 1898; idem, artikel 3409
  4. RHCe Notarieel archief Deurne toegang 13182 inv.nr. 121 akte 138
  5. RHCe Notarieel archief Deurne toegang 13182 inv.nr. 146, akte 230
    Kadastrale leggers Deurne, reeks 3, artikel 3774, dienstjaar 1911
  6. Kadastrale leggers Deurne, reeks 3, artikel 4611, dienstjaar 1913
  7. Aanvankelijk was de inschrijving op de kadastrale legger Deurne foutief bij zijn naamgenoot Leonardus Honings (1875-1927), reeks 3, artikel 4077 later gecorrigeerd naar juiste artikel 4850.
  8. Kadastrale leggers Deurne, reeks 3, artikel 4850, dienstjaar 1924
  9. Kadastrale leggers Deurne, reeks 4, artikel 5912, dienstjaren 1933, 1934, 1937 en 1942
  10. Kadastrale leggers Deurne, reeks 5, artikel 7678, dienstjaren 1958, 1960, 1962 en 1974
  11. Kadastrale leggers Deurne, reeks 5, artikel 10795