Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand. |
Windmolen aan de Molenstraat: verschil tussen versies
kGeen bewerkingssamenvatting |
(herschikking) |
||
Regel 4: | Regel 4: | ||
De '''windmolen aan de Molenstraat''', ook wel de ''Kerkse molen'' of '''Kerkmolen''' genoemd, was een standaardmolen die tussen 1816 en 1926 op de noordflank stond van de [[Wolfsberg (dekzandrug)|Wolfsberg]]. | De '''windmolen aan de Molenstraat''', ook wel de ''Kerkse molen'' of '''Kerkmolen''' genoemd, was een standaardmolen die tussen 1816 en 1926 op de noordflank stond van de [[Wolfsberg (dekzandrug)|Wolfsberg]]. | ||
== Bouw- en eigendomsgeschiedenis == | |||
De molen werd gebouwd in opdracht van baron [[Theodorus de Smeth (1779-1859)|Theodorus de Smeth]], die ook eigenaar was van de [[windmolen op het Heieind]] en van de [[watermolen aan het Haageind]]. De bouw van deze windmolen betekende tevens het einde van de maalactiviteiten op de watermolen. | De molen werd gebouwd in opdracht van baron [[Theodorus de Smeth (1779-1859)|Theodorus de Smeth]], die ook eigenaar was van de [[windmolen op het Heieind]] en van de [[watermolen aan het Haageind]]. De bouw van deze windmolen betekende tevens het einde van de maalactiviteiten op de watermolen. In 1855 kocht de [[gemeente Deurne en Liessel]] de beide Deurnese windmolens voor 15.500 gulden van baron De Smeth. Die deed in die periode veel van zijn oudere bezittingen die niet direct met zijn kasteeldomein te maken hadden, van de hand. | ||
Daarna bleef de molen in particuliere handen. In 1872 werd [[Petrus Johannis Truijen (1832-1902)|Pieter Truijen]] voor 5.175 gulden de nieuwe eigenaar van de Kerkmolen. Hij droeg de molen in 1905 over aan [[Johannes Franciscus Antonius Truijen (1867-1917)]]. Enkele molenaars op deze molen waren achtereenvolgens [[Jacobus Theodorus Truijen (1768-1848)]], diens zoon [[Antonius Truijens (1792-1867)]] en diens zoon [[Petrus Johannis Truijen (1832-1902)]]. In 1908 ging de molen door verkoop uit de molenaarsfamilie Truijen. Voor 9.000 gulden werd [[Jacobus Goossens (1848-1933)|Jacob Goossens]] de nieuwe eigenaar. | |||
In 1872 werd [[Petrus Johannis Truijen (1832-1902)|Pieter Truijen]] voor 5.175 gulden de nieuwe eigenaar van de Kerkmolen. | |||
In 1908 | |||
Op 9 december 1922 verkochten Jacob Goossens en zijn kinderen de windmolen aan de gebroeders [[Jacobus Leonardus Alphonsus Veltmans (1898-1979)|Leo Veltmans]] en [[Alphonsus Adrianus Martinus Veltmans (1900-1977)]] voor 4.100 gulden. Inmiddels was daarbij ook een stoommolen met schoorsteen in gebruik genomen was, die bij de verkoop was inbegrepen.<ref>RHCe archief notaris De Leeuw inv.nr. 169 akte 287 van 9 december 1922. In het boek ''Genealogie van de familie Truijen, Truijens en Troeijen (1450-2010)'' staat op bladzijde 190 foutief vermeld dat de molen in 1923 zou zijn verkocht aan Nicolaas Goossens.</ref> | Op 9 december 1922 verkochten Jacob Goossens en zijn kinderen de windmolen aan de gebroeders [[Jacobus Leonardus Alphonsus Veltmans (1898-1979)|Leo Veltmans]] en [[Alphonsus Adrianus Martinus Veltmans (1900-1977)]] voor 4.100 gulden. Inmiddels was daarbij ook een stoommolen met schoorsteen in gebruik genomen was, die bij de verkoop was inbegrepen.<ref>RHCe archief notaris De Leeuw inv.nr. 169 akte 287 van 9 december 1922. In het boek ''Genealogie van de familie Truijen, Truijens en Troeijen (1450-2010)'' staat op bladzijde 190 foutief vermeld dat de molen in 1923 zou zijn verkocht aan Nicolaas Goossens.</ref> | ||
Op 10 november 1925 verkocht Jan Nicolaas Rakels, als lasthebber van Leo Veltmans, de molen voor 1.400 gulden aan molenaar [[Nicolaas Hubertus Goossens (1873-1948)|Klaas Goossens]], die optrad namens de gezamenlijke concurrerende molenaars [[Petrus Theodorus Hubertus Rakels (1876-1954)|Petrus Rakels]] en de gebroeders [[Johannes Cornelis Holten (1883-1957)|Johannes]] en [[Petrus Caspar Adrianus Holten (1887-1966)|Piet Holten]]. De kopers besloten de windmolen af te breken en de slooponderdelen te verkopen. Het bijgelegen gebouw, waarin de stoommolen gefunctioneerd had, met de daarbij horende schoorsteen werd voor 1.700 gulden verkocht aan [[Wilhelmus Johannes Gerhardus Wessing (1872-1940)|Wilhelmus Wessing]].<ref>RHCe archief notaris De Leeuw inv.nr. 174 akte 311 10 november 1925</ref> | Op 10 november 1925 verkocht Jan Nicolaas Rakels, als lasthebber van Leo Veltmans, de molen voor 1.400 gulden aan molenaar [[Nicolaas Hubertus Goossens (1873-1948)|Klaas Goossens]], die optrad namens de gezamenlijke concurrerende molenaars [[Petrus Theodorus Hubertus Rakels (1876-1954)|Petrus Rakels]] en de gebroeders [[Johannes Cornelis Holten (1883-1957)|Johannes]] en [[Petrus Caspar Adrianus Holten (1887-1966)|Piet Holten]]. De kopers besloten de windmolen af te breken en de slooponderdelen te verkopen. Het bijgelegen gebouw, waarin de stoommolen gefunctioneerd had, met de daarbij horende schoorsteen werd voor 1.700 gulden verkocht aan [[Wilhelmus Johannes Gerhardus Wessing (1872-1940)|Wilhelmus Wessing]].<ref>RHCe archief notaris De Leeuw inv.nr. 174 akte 311 10 november 1925</ref> Hoe lang die bebouwing na 1926 nog bleef staan, weten we niet precies. | ||
Enkele molenaars op deze molen waren achtereenvolgens [[Jacobus Theodorus Truijen (1768-1848)]], diens zoon [[Antonius Truijens (1792-1867)]] en diens zoon [[Petrus Johannis Truijen (1832-1902)]]. | |||
== Wat ervan resteerde == | |||
De Molenstraat, die in 1666 ook een enkele keer wordt vermeld als de [[Herenstraat]], dankt zijn naam aan het feit dat deze windmolen daar stond. | Deze windmolen stond in de [[Molenstraat]] ongeveer op de plaats waar [[café Bekkers]] gevestigd was. Later verscheen op die plek het ''[[appartementencomplex Molenberg]]''. De Molenstraat, die in 1666 ook een enkele keer wordt vermeld als de [[Herenstraat]], dankt zijn naam aan het feit dat deze windmolen daar stond. Daardoor worden we nog aan de molen herinnerd. | ||
Een van de molenstenen van de molen is bewaard gebleven. Hij lag lange tijd op de gemeentewerf en werd verplaatst naar de [[Windmolen van Liessel|Liesselse molen]]. | Een van de molenstenen van de molen is bewaard gebleven. Hij lag lange tijd op de gemeentewerf en werd verplaatst naar de [[Windmolen van Liessel|Liesselse molen]]. De steen is opvallend mooi en vakkundig gescherpt. | ||
De steen is opvallend mooi en vakkundig gescherpt. | |||
{{Appendix}} | {{Appendix}} | ||
[[categorie:windmolen]] | [[categorie:windmolen]] |
Versie van 26 jun 2020 08:30
De windmolen aan de Molenstraat, ook wel de Kerkse molen of Kerkmolen genoemd, was een standaardmolen die tussen 1816 en 1926 op de noordflank stond van de Wolfsberg.
Bouw- en eigendomsgeschiedenis
De molen werd gebouwd in opdracht van baron Theodorus de Smeth, die ook eigenaar was van de windmolen op het Heieind en van de watermolen aan het Haageind. De bouw van deze windmolen betekende tevens het einde van de maalactiviteiten op de watermolen. In 1855 kocht de gemeente Deurne en Liessel de beide Deurnese windmolens voor 15.500 gulden van baron De Smeth. Die deed in die periode veel van zijn oudere bezittingen die niet direct met zijn kasteeldomein te maken hadden, van de hand.
Daarna bleef de molen in particuliere handen. In 1872 werd Pieter Truijen voor 5.175 gulden de nieuwe eigenaar van de Kerkmolen. Hij droeg de molen in 1905 over aan Johannes Franciscus Antonius Truijen (1867-1917). Enkele molenaars op deze molen waren achtereenvolgens Jacobus Theodorus Truijen (1768-1848), diens zoon Antonius Truijens (1792-1867) en diens zoon Petrus Johannis Truijen (1832-1902). In 1908 ging de molen door verkoop uit de molenaarsfamilie Truijen. Voor 9.000 gulden werd Jacob Goossens de nieuwe eigenaar.
Op 9 december 1922 verkochten Jacob Goossens en zijn kinderen de windmolen aan de gebroeders Leo Veltmans en Alphonsus Adrianus Martinus Veltmans (1900-1977) voor 4.100 gulden. Inmiddels was daarbij ook een stoommolen met schoorsteen in gebruik genomen was, die bij de verkoop was inbegrepen.[1]
Op 10 november 1925 verkocht Jan Nicolaas Rakels, als lasthebber van Leo Veltmans, de molen voor 1.400 gulden aan molenaar Klaas Goossens, die optrad namens de gezamenlijke concurrerende molenaars Petrus Rakels en de gebroeders Johannes en Piet Holten. De kopers besloten de windmolen af te breken en de slooponderdelen te verkopen. Het bijgelegen gebouw, waarin de stoommolen gefunctioneerd had, met de daarbij horende schoorsteen werd voor 1.700 gulden verkocht aan Wilhelmus Wessing.[2] Hoe lang die bebouwing na 1926 nog bleef staan, weten we niet precies.
Enkele molenaars op deze molen waren achtereenvolgens Jacobus Theodorus Truijen (1768-1848), diens zoon Antonius Truijens (1792-1867) en diens zoon Petrus Johannis Truijen (1832-1902).
Wat ervan resteerde
Deze windmolen stond in de Molenstraat ongeveer op de plaats waar café Bekkers gevestigd was. Later verscheen op die plek het appartementencomplex Molenberg. De Molenstraat, die in 1666 ook een enkele keer wordt vermeld als de Herenstraat, dankt zijn naam aan het feit dat deze windmolen daar stond. Daardoor worden we nog aan de molen herinnerd.
Een van de molenstenen van de molen is bewaard gebleven. Hij lag lange tijd op de gemeentewerf en werd verplaatst naar de Liesselse molen. De steen is opvallend mooi en vakkundig gescherpt.
Bronnen, noten en/of referenties
|