Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand. |
Rijksbrandweer: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 15: | Regel 15: | ||
Van de inzetten van de afdeling ‘Brabant’, gedetacheerd in Deurne, is weinig bekend. Bekend zijn berichten van een ongeval op dinsdag 7 maart 1944, waarbij een auto van het korps betrokken was en in brand vloog en van enkele branden in Deurne (stro-opslag), [[Helenaveen]] (heidebrand) en [[Liessel]] waarbij men geassisteerd heeft (of in ieder geval aanwezig was). | Van de inzetten van de afdeling ‘Brabant’, gedetacheerd in Deurne, is weinig bekend. Bekend zijn berichten van een ongeval op dinsdag 7 maart 1944, waarbij een auto van het korps betrokken was en in brand vloog en van enkele branden in Deurne (stro-opslag), [[Helenaveen]] (heidebrand) en [[Liessel]] waarbij men geassisteerd heeft (of in ieder geval aanwezig was). | ||
Toen bekend werd dat men in Duitsland zou worden ingezet doken op 2 februari 1944 één, en op 5 februari 1944 nogmaals achttien leden van de Feuerschutzpolizei-Abteilung "Brabant" Deurne onder, de meeste zonder uniform, zo staat het te lezen in de "Nachweisung der flüchtige Angehörigen der Niederländischen Polizei" (beschrijving van de voortvluchtige leden van de Nederlandse politie) van 1 mei 1944. Zij riskeerden echter de doodstraf of opsluiting in strafkampen als zij gepakt werden. Onder hen was Thomas Wouterus (Tom) de Vries (1921-1945) uit Haren, hij was sinds 16 augustus 1943 in dienst bij de eerdergenoemde afdeling. Tom meldde zich vrijwillig, op 28 juli 1944, aan het politiebureau te Wageningen nadat hij te horen kreeg dat er in de omgeving van zijn huisadres (de Oude Bennekomseweg in Haren) naar hem gezocht werd. Hij werd overgebracht naar de Sicherheitsdienst (SD) in Arnhem en kwam via Kamp Vught in KZ-Außenlager Klinkerberg (een buitenkamp van concentratiekamp Oranienburg) terecht waar hij op 10 april 1945 overleed tijdens een bombardement.<ref>[https://www.oorlogsslachtoffers.nl], Stichting Oorlogsslachtoffers</ref> | Toen bekend werd dat men in Duitsland zou worden ingezet doken op 2 februari 1944 één, en op 5 februari 1944 nogmaals achttien leden van de Feuerschutzpolizei-Abteilung "Brabant" Deurne onder, de meeste zonder uniform, zo staat het te lezen in de "Nachweisung der flüchtige Angehörigen der Niederländischen Polizei" (beschrijving van de voortvluchtige leden van de Nederlandse politie) van 1 mei 1944. Zij riskeerden echter de doodstraf of opsluiting in strafkampen als zij gepakt werden. Onder hen was Thomas Wouterus (Tom) de Vries (1921-1945) uit Haren, hij was sinds 16 augustus 1943 in dienst bij de eerdergenoemde afdeling. Tom meldde zich vrijwillig, op 28 juli 1944, aan het politiebureau te Wageningen nadat hij te horen kreeg dat er in de omgeving van zijn huisadres (de Oude Bennekomseweg in Haren) naar hem gezocht werd. Hij werd overgebracht naar de Sicherheitsdienst (SD) in Arnhem en kwam via Kamp Vught en Concentratiekamp Ravensbrück uiteindelijk in KZ-Außenlager Klinkerberg (een buitenkamp van concentratiekamp Oranienburg) terecht waar hij op 10 april 1945 overleed tijdens een bombardement.<ref>[https://www.oorlogsslachtoffers.nl], Stichting Oorlogsslachtoffers</ref> | ||
Of men ook daadwerkelijk is ingezet bij veel grote oorlogsbranden is niet bekend, hoewel vaststaat dat men op 22 februari 1944 heeft meegeholpen na het bombardement van Nijmegen. Wel zijn er bedankjes bekend voor de hulpverlening na bomaanvallen op Essen, Aken, Wesel, Kleef en Emmerich (maar of dit de in Deurne gelegerde eenheid betrof is niet duidelijk) en er is sprake van dat men operationeel was vanuit een bivak in Bochum. De dienst in Duitsland vormde voor velen aanleiding de dienst te ontvluchten. | Of men ook daadwerkelijk is ingezet bij veel grote oorlogsbranden is niet bekend, hoewel vaststaat dat men op 22 februari 1944 heeft meegeholpen na het bombardement van Nijmegen. Wel zijn er bedankjes bekend voor de hulpverlening na bomaanvallen op Essen, Aken, Wesel, Kleef en Emmerich (maar of dit de in Deurne gelegerde eenheid betrof is niet duidelijk) en er is sprake van dat men operationeel was vanuit een bivak in Bochum. De dienst in Duitsland vormde voor velen aanleiding de dienst te ontvluchten. |
Versie van 8 mei 2020 18:23
De Rijksbrandweer, later ook wel aangeduid als Brandweerpolitie afdeling Nederland en de Staatsbrandweerpolitie, had naast compagnieën die gelegerd waren in Baarn, Den Haag, Rotterdam en Winterswijk ook een afdeling in Deurne, vanwege de ligging dicht bij het Ruhrgebied.
De afdeling ‘Brabant’ – gelegerd in Deurne en Winterswijk – telde 599 mannen. Bij de bevrijding van Deurne in september 1944 viel het korps uiteen. Het korps bestond bijna geheel uit Nederlanders, met enkele Duitse officieren in de hogere echelons. De meesten waren gedemobiliseerde Nederlanders, die dachten brandweerman te worden en daarmee konden voorkomen tewerk te worden gesteld in Duitsland. Ze kwamen bedrogen uit.
Voor wat betreft Deurne is nu bekend, dat men (waarschijnlijk) op de volgende locaties gelegerd was:
- Huize (Villa) Petersburg, waar later de panden Stationsstraat 11 t/m 19 verschenen, was bestemd voor staf en leiding.
- De Sint-Josephschool (voor jongens) aan de (latere) Kloosterstraat was ingericht voor huisvesting van de manschappen.
- In de stroschuur van de Boerenbond aan de Vlierdenseweg, nabij de Vlierdense overweg, was de stalling voor de ongeveer dertig brandweerauto’s.
- In het Klein Kasteel, Haageind 60 zat de leiding van de afdeling.
- Het pand op adres Kloosterstraat 1 was ingericht als kantoor van de Feuerschutzpolizei.
Van de inzetten van de afdeling ‘Brabant’, gedetacheerd in Deurne, is weinig bekend. Bekend zijn berichten van een ongeval op dinsdag 7 maart 1944, waarbij een auto van het korps betrokken was en in brand vloog en van enkele branden in Deurne (stro-opslag), Helenaveen (heidebrand) en Liessel waarbij men geassisteerd heeft (of in ieder geval aanwezig was).
Toen bekend werd dat men in Duitsland zou worden ingezet doken op 2 februari 1944 één, en op 5 februari 1944 nogmaals achttien leden van de Feuerschutzpolizei-Abteilung "Brabant" Deurne onder, de meeste zonder uniform, zo staat het te lezen in de "Nachweisung der flüchtige Angehörigen der Niederländischen Polizei" (beschrijving van de voortvluchtige leden van de Nederlandse politie) van 1 mei 1944. Zij riskeerden echter de doodstraf of opsluiting in strafkampen als zij gepakt werden. Onder hen was Thomas Wouterus (Tom) de Vries (1921-1945) uit Haren, hij was sinds 16 augustus 1943 in dienst bij de eerdergenoemde afdeling. Tom meldde zich vrijwillig, op 28 juli 1944, aan het politiebureau te Wageningen nadat hij te horen kreeg dat er in de omgeving van zijn huisadres (de Oude Bennekomseweg in Haren) naar hem gezocht werd. Hij werd overgebracht naar de Sicherheitsdienst (SD) in Arnhem en kwam via Kamp Vught en Concentratiekamp Ravensbrück uiteindelijk in KZ-Außenlager Klinkerberg (een buitenkamp van concentratiekamp Oranienburg) terecht waar hij op 10 april 1945 overleed tijdens een bombardement.[1]
Of men ook daadwerkelijk is ingezet bij veel grote oorlogsbranden is niet bekend, hoewel vaststaat dat men op 22 februari 1944 heeft meegeholpen na het bombardement van Nijmegen. Wel zijn er bedankjes bekend voor de hulpverlening na bomaanvallen op Essen, Aken, Wesel, Kleef en Emmerich (maar of dit de in Deurne gelegerde eenheid betrof is niet duidelijk) en er is sprake van dat men operationeel was vanuit een bivak in Bochum. De dienst in Duitsland vormde voor velen aanleiding de dienst te ontvluchten.
Er was vanuit de vrijwillige brandweer van Deurne rivaliteit met de rijksbrandweer. Bij het uitrukken na een neergehaald vliegtuig probeerden de vrijwilligers er als eersten bij te zijn. Zo was men eens als eerste bij een neergehaald geallieerd vliegtuig op Vreekwijk en de vrijwillige brandweerlieden beschouwden dat als een overwinning op de beroepskrachten van de rijksbrandweer.[2]
Op 14 december 1943 nodigde de commandant der II. Brandweerpolitieafdeeling Nederland, de kapitein H. Bresser, vanuit huize Petersburg de burgemeester van Deurne uit tot het bijwonen van een cabaretavond op vrijdag 17 december 1943 van de 1e en 3e Compagnie in Bio Vink. De burgemeesters antwoordde twee dagen later kortweg dat hij niet aan de uitnodiging kon voldoen.[3]
Werkgroep
Rond 2011 was een werkgroep – bestaande uit enkele nabestaanden van personeelsleden van het korps uit Winterswijk en enkele leden van de werkgroep brandweerhistorie – bezig om gegevens te verzamelen over deze Rijksbrandweer met het doel te zijner tijd een boekwerk hierover samen te stellen.[4]
Bronnen, noten en/of referenties
|