Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Sint-Joseph-hof: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
(Een tussenliggende versie door een andere gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 1: | Regel 1: | ||
De '''Sint-Joseph-hof''' | De '''Sint-Joseph-hof''' aan de [[Sint Jozefstraat]] op het adres '''Sint Jozefstraat 79''' in de [[Sint-Jozefparochie]] werd vanaf 1928 bewoond door de landbouwer [[Peter Martinus Renier Poels (1895-1978)|Martien Poels]], die ook nog enige tijd secretaris van de [[Boerenbond Deurne]] was. | ||
De plek waarop de Sint-Joseph-hof staat was eeuwenlang gemeentegrond en stond bekend als de [[Derpsche Heide]]. Deze heidevlakte werd in de loop van de 19de en 20ste eeuw overgedragen aan particulieren en ontgonnen. Zo kochten metselaar [[Martinus Flipsen (1841-1891)|Martinus Flipsen]] en bakker [[Jan Kuijpers (1840-1897)|Jan Kuijpers]] kort voor 1870 gezamenlijk van de gemeente Deurne een tweetal percelen heidegrond, zijnde onderdeel van de uitgestrekte Derpsche Heide. | |||
Op 3 en 17 september 1894 lieten de kinderen Flipsen in hun herberg een aantal onroerende goederen veilen, waaronder hun helft van de genoemde twee percelen, die werden omschreven als ''de helft onverdeeld in heide aan de steenoven onder Deurne, in sectie F de nummers 1048 en 1049, groot 1.93.80 hectare''. De nieuwe eigenaar werd gemeenteontvanger [[Leonardus Goossens (1842-1924)|Leon Goossens]], die tevens optrad als lasthebber van zijn broer [[Willem Arnoldus Goossens (1831-1900)|Willem Arnoldus]]. Zij betaalden daarvoor 94 gulden. | |||
Op 3 mei 1899 verkochten de gebroeders Goossens de twee percelen met nog twee andere percelen, in totaal 3.90.10 hectare, voor 800 gulden aan de koopman [[Adrianus Cornelis Willems (1871-1922)|Cornelis Willems]] uit Best. Hij gebruikte de grond voor de winning van leem ten behoeve van zijn [[steenfabriek Willems-de Koning]]. | |||
Op 22 maart 1900 verkocht hij de onverdeelde helft daarvan voor 400 gulden aan zijn nieuwe compagnon, de Deurnese aannemer [[Franciscus Rooijakkers (1851-1928)|Frans Rooijakkers]]. | |||
Voor 1912 werd de leemwinning op de genoemde percelen, waarschijnlijk door uitputting, gestaakt en in 1912 werd de heidegrond van F 1048 ontgonnen tot bouwland en F 1049 tot weiland. | |||
Op 23 december 1921 begon de eigenlijke geschiedenis van de Sint-Joseph-hof met de aanvrage van de bouwvergunning door de weduwe Willems-de Koning. Op 22 december 1922 kwam daar ook nog een hooischuur bij. | |||
Rond 1927 verkocht de weduwe Willems-de Koning de boerderij aan de Venrays landbouwer [[Peter Martinus Renier Poels (1895-1978)|Martin Poels]]. | |||
Op 26 juli 1961 kreeg hij vergunning tot het bouwen van een kippenhok op zijn perceel, dat inmiddels sectienummer F 1583 had gekregen. | |||
Het bedrijf werd later voortgezet door zijn ongehuwd gebleven zoon Lambert Poels. | |||
{{Appendix|2= | |||
* [[Peter Vink]] - artikel ''Op de Sint Joseph-hof" in de wekelijkse rubriek [[Dit Deurne van ons]] van 13 maart 1958. | |||
---- | |||
{{references}} | |||
}} | |||
[[categorie:boerderij]] | [[categorie:boerderij]] | ||
[[Categorie:Huizen met een naam]] |
Huidige versie van 6 sep 2019 om 18:53
De Sint-Joseph-hof aan de Sint Jozefstraat op het adres Sint Jozefstraat 79 in de Sint-Jozefparochie werd vanaf 1928 bewoond door de landbouwer Martien Poels, die ook nog enige tijd secretaris van de Boerenbond Deurne was.
De plek waarop de Sint-Joseph-hof staat was eeuwenlang gemeentegrond en stond bekend als de Derpsche Heide. Deze heidevlakte werd in de loop van de 19de en 20ste eeuw overgedragen aan particulieren en ontgonnen. Zo kochten metselaar Martinus Flipsen en bakker Jan Kuijpers kort voor 1870 gezamenlijk van de gemeente Deurne een tweetal percelen heidegrond, zijnde onderdeel van de uitgestrekte Derpsche Heide.
Op 3 en 17 september 1894 lieten de kinderen Flipsen in hun herberg een aantal onroerende goederen veilen, waaronder hun helft van de genoemde twee percelen, die werden omschreven als de helft onverdeeld in heide aan de steenoven onder Deurne, in sectie F de nummers 1048 en 1049, groot 1.93.80 hectare. De nieuwe eigenaar werd gemeenteontvanger Leon Goossens, die tevens optrad als lasthebber van zijn broer Willem Arnoldus. Zij betaalden daarvoor 94 gulden.
Op 3 mei 1899 verkochten de gebroeders Goossens de twee percelen met nog twee andere percelen, in totaal 3.90.10 hectare, voor 800 gulden aan de koopman Cornelis Willems uit Best. Hij gebruikte de grond voor de winning van leem ten behoeve van zijn steenfabriek Willems-de Koning.
Op 22 maart 1900 verkocht hij de onverdeelde helft daarvan voor 400 gulden aan zijn nieuwe compagnon, de Deurnese aannemer Frans Rooijakkers.
Voor 1912 werd de leemwinning op de genoemde percelen, waarschijnlijk door uitputting, gestaakt en in 1912 werd de heidegrond van F 1048 ontgonnen tot bouwland en F 1049 tot weiland.
Op 23 december 1921 begon de eigenlijke geschiedenis van de Sint-Joseph-hof met de aanvrage van de bouwvergunning door de weduwe Willems-de Koning. Op 22 december 1922 kwam daar ook nog een hooischuur bij.
Rond 1927 verkocht de weduwe Willems-de Koning de boerderij aan de Venrays landbouwer Martin Poels.
Op 26 juli 1961 kreeg hij vergunning tot het bouwen van een kippenhok op zijn perceel, dat inmiddels sectienummer F 1583 had gekregen.
Het bedrijf werd later voortgezet door zijn ongehuwd gebleven zoon Lambert Poels.
Bronnen, noten en/of referenties
|