Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Merlenbergseweg 25-27: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
|||
Regel 8: | Regel 8: | ||
== Het volledige pand == | == Het volledige pand == | ||
In 1832 bestond het perceel D 938 nog uit heide, en was toen eigendom van de weduwe van Peter Evers. Op een zeker moment werd het perceel gesplitst bij de boedelscheiding. Een deel van 26.40 are, D 1242, was bouwland en ging naar Johannes Evers. Het overige deel was iets groter en ging naar Hendrikus Munsters, landbouwer te Deurne. Dat deel bestond uit D 1243 (heide, 16.40 are), D 1244 (huis en erf, 2.70 are) en D 1245 (bouwland, 17.80 are). Hij ontving dat deel in dj. 1848, zodat we kunnen stellen dat het huis niet lang voor 1848 in een nieuwe heideontginning werd gesticht. Hendrikus verkocht zijn huis en stal met bijbehorende landerijen in de ''Nieuwe Erven'' in dj. 1882 aan Jacobus Borgs, landbouwer te Deurne. Hij verkocht het op zijn beurt aan Arnoldus Meulendijks, die gehuwd was met Antonetta Rooskens. In dj. 1896 werd het vervolgens weer verkocht, aan Louis van de Mortel, gehuwd met Johanna Allegonda van | In 1832 bestond het perceel D 938 nog uit heide, en was toen eigendom van de weduwe van Peter Evers. Op een zeker moment werd het perceel gesplitst bij de boedelscheiding. Een deel van 26.40 are, D 1242, was bouwland en ging naar Johannes Evers. Het overige deel was iets groter en ging naar Hendrikus Munsters, landbouwer te Deurne. Dat deel bestond uit D 1243 (heide, 16.40 are), D 1244 (huis en erf, 2.70 are) en D 1245 (bouwland, 17.80 are). Hij ontving dat deel in dj. 1848, zodat we kunnen stellen dat het huis niet lang voor 1848 in een nieuwe heideontginning werd gesticht. Hendrikus verkocht zijn huis en stal met bijbehorende landerijen in de ''Nieuwe Erven'' in dj. 1882 aan Jacobus Borgs, landbouwer te Deurne. Hij verkocht het op zijn beurt aan Arnoldus Meulendijks, die gehuwd was met Antonetta Rooskens. In dj. 1896 werd het vervolgens weer verkocht, aan [[Ludovicus van de Mortel (1850-1918)|Louis van de Mortel]], gehuwd met Johanna Allegonda van Alem (1849-1927), winkelierster. Na een schatting in dj. 1897 werd het huis genoteerd als ''4 woningen, stal''. In dj. 1898 werd het vervolgens formeel gesplitst, waarna de huizen de kadastrale nummers D 1745, 1746, 1747 en 1748 kregen. De panden werden in dj. 1901 zelf ook weer gesplitst en/of herbouwd.<ref>Kadaster Deurne, leggerartikel 3128</ref> Van de Mortel gebruikte de huizen daarmee als beleggingsobject, om te verhuren. Deze splitsing, die allerlei ontwikkelingen doormaakte, heeft tot vandaag invloed op het gebruik van het pand. | ||
De eigendomsgeschiedenis in de periode 1900-1948 is nog onderwerp van nader onderzoek. | De eigendomsgeschiedenis in de periode 1900-1948 is nog onderwerp van nader onderzoek. |
Versie van 27 jun 2018 13:52
Het pand Merlenbergseweg 25-27 bestaat uit twee woonhuizen. Dit blok is een van de eerste woonhuizen van de Merlenberg.
Oorspronkelijk hadden de woningen in dit pand de nummers 23, 25 en 27. De rond 1966 gebouwde bungalow Merlenbergseweg 23 had destijds huisnummer 21a. Later werden vermoedelijk 23 en 25 samengevoegd tot één woning.
Het oorspronkelijke pand op dit adres werd hier kort na 1832 gebouwd. Het was daarmee niet het allervroegste woonhuis van dit gehucht. Die eer komt namelijk toe aan de voorganger van het pand op adres Merlenbergseweg 29.
Het volledige pand
In 1832 bestond het perceel D 938 nog uit heide, en was toen eigendom van de weduwe van Peter Evers. Op een zeker moment werd het perceel gesplitst bij de boedelscheiding. Een deel van 26.40 are, D 1242, was bouwland en ging naar Johannes Evers. Het overige deel was iets groter en ging naar Hendrikus Munsters, landbouwer te Deurne. Dat deel bestond uit D 1243 (heide, 16.40 are), D 1244 (huis en erf, 2.70 are) en D 1245 (bouwland, 17.80 are). Hij ontving dat deel in dj. 1848, zodat we kunnen stellen dat het huis niet lang voor 1848 in een nieuwe heideontginning werd gesticht. Hendrikus verkocht zijn huis en stal met bijbehorende landerijen in de Nieuwe Erven in dj. 1882 aan Jacobus Borgs, landbouwer te Deurne. Hij verkocht het op zijn beurt aan Arnoldus Meulendijks, die gehuwd was met Antonetta Rooskens. In dj. 1896 werd het vervolgens weer verkocht, aan Louis van de Mortel, gehuwd met Johanna Allegonda van Alem (1849-1927), winkelierster. Na een schatting in dj. 1897 werd het huis genoteerd als 4 woningen, stal. In dj. 1898 werd het vervolgens formeel gesplitst, waarna de huizen de kadastrale nummers D 1745, 1746, 1747 en 1748 kregen. De panden werden in dj. 1901 zelf ook weer gesplitst en/of herbouwd.[1] Van de Mortel gebruikte de huizen daarmee als beleggingsobject, om te verhuren. Deze splitsing, die allerlei ontwikkelingen doormaakte, heeft tot vandaag invloed op het gebruik van het pand.
De eigendomsgeschiedenis in de periode 1900-1948 is nog onderwerp van nader onderzoek.
Eigenaar van dit gedeelte van perceel L 575 was in 1948 Willem Hendriks (1885-1951) met zijn kinderen elk voor 1/12e. Hij verkreeg het uit de ruilverkaveling. In dj. 1950 werd het perceel gesplitst, waarbij een klein deel naar Karel van den Boomen (1909) ging. Dat werd perceel L 783, zijnde bouwland ten noorden en noordwesten van het huis. In dj. 1950 verwierf Willem Hendriks (1885-1951) het pand voor zichzelf, waarin hij zelf op nummer 23 ging wonen. In dj. 1951 vond een hermeting plaats. Het bestond uit 3 huizen, schuur en bouwland, van in totaal 32.50 are. Na zijn dood werd het perceel in drie delen gescheiden: het bouwland ten noorden van de huizen (L 1219), het huidige Merlenbergseweg 25 (L 1217) en het huidige Merlenbergseweg 27 (L 1218).
Merlenbergseweg 23, later 25
Zie daarna onder de verschillende adressen. De erfgenamen, broers en zussen Hendriks, verkregen L 784 (gedeeltelijk), groot ongeveer 17.50 are, in dj. 1960. Nog hetzelfde jaar verdween het door scheiding uit hun handen. Eén van de broers en zussen woonde er, namelijk Marinus Gerardus Hendriks (1922). Henricus Gerardus Munsters (1935) verwierf een deel van het perceel [2], namelijk Merlenbergseweg 23, perceel L 784, in dj. 1960. Het jaar erna werd het hermeten, en kreeg het kadastraal nummer L 1217. De grootte werd vastgesteld op 3.46 are. Johannes Antonius Timmers (1933-1979) kocht huis, tuin en bergplaats L 1217 in dj. 1961. In dj. 1968 bouwde hij bij op het perceel, een schuur. Het adres werd in zijn periode gewijzigd in Merlenbergseweg 25. In dj. 1981 werd zijn boedel verdeeld. Het pand L 1217, groot 3.46 are werd in dj. 1981 verworven door Everdina Johanna Vriens (1939), weduwe van Johannes Antonius Timmers (1933-1979).
Merlenbergseweg 27
Uit de splitsing van dj. 1961, feitelijk gebeurd in 1960, verkregen Driek en Tina Munsters-van de Mortel het latere Merlenbergseweg 27. In dj. 1961 werd het hermeten, waarna de omvang van Merlenbergseweg 21 (!), perceel L 1218, werd vastgesteld op 14.58 are.
Daarna volgden aan het deel van Munsters talloze wijzigingen en grenscorrecties, waarna het perceel de aanduidingen L 1534, L 1818 en L 2034 kreeg. In dj. 1978 kwam het aan de erfgenamen toe, en in dj. 1980 werd het verkocht. Het gaat hierbij om een afgesplitst perceel waarop Merlenbergseweg 21 werd gebouwd.
Ondertussen was Merlenbergseweg 27 in dj. 1963 verkocht aan Joop Bronstein, die het vernieuwde en in dj. 1971 verkocht. Het had toen inmiddels het kadastrale nummer L 1533 gekregen. Latere eigenaren geven we hier vanwege de privacy niet weer.
Bronnen, noten en/of referenties |