Bewerken van Schutsboom 23-29
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.
Huidige versie | Uw tekst | ||
Regel 1: | Regel 1: | ||
'''Schutsboom 23-29''' zijn vier vrijstaande huizen aan de [[Schutsboom (straat) | '''Schutsboom 23-29''' zijn vier vrijstaande huizen aan de [[Schutsboom (straat)]] in Deurne met een gemeenschappelijke geschiedenis. | ||
[[Image:Schutsboom Deurne1.jpg|thumb|right|400px|Op de achtergrond links zien we de eerste twee huizen met de vroegere adressen Schutsboom 11 en 13.]] | [[Image:Schutsboom Deurne1.jpg|thumb|right|400px|Op de achtergrond links zien we de eerste twee huizen met de vroegere adressen Schutsboom 11 en 13.]] | ||
[[Image:Schutsboom Deurne2.jpg|thumb|right|400px|Links zien we de huizen Schutsboom 23, 25 (vroeger 9), 27 (vroeger 11) en 29 (vroeger 13).]] | [[Image:Schutsboom Deurne2.jpg|thumb|right|400px|Links zien we de huizen Schutsboom 23, 25 (vroeger 9), 27 (vroeger 11) en 29 (vroeger 13).]] | ||
De oorsprong van deze huizen vinden we in de ontginning [[nieuwe erven]] van de Schutsboom, direct achter het oorspronkelijke gehucht dat we in de achtertuin van [[Stationsstraat 114]] moeten zoeken. Direct voor dit huis lag een klein plein, ongeveer onder de huidige adressen [[Schutsboom 19]] en [[Schutsboom 21]], en daarnaast lagen percelen bouwland (B 250) en heide (B 252), eigendom van de gemeente Deurne. Ook een huisje aan dat bouwland was eigendom van de gemeente. Kennelijk was de ontginning van die nieuwe erven in 1832 nog gaande. | |||
Op een onbekend moment werd de heide samengevoegd met een aangrenzend stuk van het plein. Dit nieuwe perceel cultuurland <ref>De artikelgewijze legger is voor dit perceel slecht leesbaar</ref> was eigendom van [[Franciscus Berkers (1790-1854)]], zelf wonend in de Schutsboom.<ref>Kadastrale Leggers Deurne, reeks 1, artikel 40</ref> Op 11 april 1854 (dienstjaar 1855) verkocht hij zijn onroerende bezittingen grotendeels aan zijn zoon [[Johannis Berkers (1824-1888)]], wever in Deurne, cum suis. Het betrof de heide B 609, het huis en erf B 289, en de percelen bouwland B 287 en B 288, samen bijna 44 are groot.<ref>Kadastrale Leggers Deurne, reeks 1 en 3, artikel 1509</ref> Pas rond 1877 (dienstjaar 1878) vond een boedelscheiding plaats, en wel ten gunste van Johannes zelf. Toen die in 1888 overleed, gingen de vier percelen over naar zijn kinderen, te weten [[Francis Berkers (1857-1931)]], arbeider, cum suis.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 3, artikel 2658</ref> In deze periode werd het bouwland B 287 veranderd in tuin, verschijnt er een schuur bij het huis en werd de heide B 609 omgezet in bouwland. Rond 1889 (dienstjaar 1890) werd de boedel definitief verdeeld. | |||
Op een onbekend moment werd de heide samengevoegd met een aangrenzend stuk van het | |||
De nieuwe eigenaren van de vier percelen waren Francis Berkers en zijn zussen [[Godefridus Kessels (1866-1939)|Henrica Berkers (1860-1920)]] en [[Josina Berkers (1853-1943)]]. Zij veranderden het nodige aan hun bezittingen; uiteindelijk werden alle percelen rond 1898 (dienstjaar 1899) onder hen drieën werd verdeeld.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 3, artikel 3305</ref> Hiermee werd Francis, koopman in Deurne, volledig eigenaar van het bezit, dat inmiddels bijna 46 are groot was.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 3, artikel 3798</ref> | De nieuwe eigenaren van de vier percelen waren Francis Berkers en zijn zussen [[Godefridus Kessels (1866-1939)|Henrica Berkers (1860-1920)]] en [[Josina Berkers (1853-1943)]]. Zij veranderden het nodige aan hun bezittingen; uiteindelijk werden alle percelen rond 1898 (dienstjaar 1899) onder hen drieën werd verdeeld.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 3, artikel 3305</ref> Hiermee werd Francis, koopman in Deurne, volledig eigenaar van het bezit, dat inmiddels bijna 46 are groot was.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 3, artikel 3798</ref> | ||
Het was Francis die zich als projectontwikkelaar ontplooide | Het was Francis die zich als projectontwikkelaar ontplooide. In dienstjaar 1928 werd op het bouwland B 609 een eerste huis gebouwd. In dienstjaar 1930 volgde een tweede, in hetzelfde dienstjaar een derde huis. Daarmee waren de tegenwoordige adressen [[Schutsboom 25]], [[Schutsboom 27]] en [[Schutsboom 29]] voor het eerst bebouwd. De twee laatstgenoemde huisjes, die identiek gebouwd moeten zijn, staan er nog altijd.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 3, artikel 3798</ref> Vermoedelijke huurders van deze huizen met de latere adressen B 99, B 100 en B 101 waren [[Historische_huisnummering_van_Wijk_B_1930-1955|in 1930]] P. van de Westerlo, J. Driessen en [[Cornelis Heesmans (1898-1944)|K. Heesmans]] | ||
Kort na de bouw van de huizen overleed Francis, op 20 april 1931. Nog datzelfde jaar (dienstjaar 1932) gingen zijn bezittingen over naar zijn kinderen, die een klein stuk van het perceel in dienstjaar 1933 aan de gemeente Deurne verkochten. Het ging om smal reepje langs de weg. Het perceel met de drie huizen was inmiddels als B 1658 genummerd. De weduwe en de vijf kinderen bleven de huisjes verhuren.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 3 en 4, artikel 3682</ref> Huurders in 1953 waren Hendrikus Manders (B.99, later Schutsboom 13), [[Andreas Johannes Driessen (1885-1960)|Andreas]] en [[Johan Driessen (1924-2004)]] (B.100, later Schutsboom 11) en [[Johannes Keunen (1895-1980)]] (B.101, later Schutsboom 9). | Kort na de bouw van de huizen overleed Francis, op 20 april 1931. Nog datzelfde jaar (dienstjaar 1932) gingen zijn bezittingen over naar zijn kinderen, die een klein stuk van het perceel in dienstjaar 1933 aan de gemeente Deurne verkochten. Het ging om smal reepje langs de weg. Het perceel met de drie huizen was inmiddels als B 1658 genummerd. De weduwe en de vijf kinderen bleven de huisjes verhuren.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 3 en 4, artikel 3682</ref> Huurders in 1953 waren Hendrikus Manders (B.99, later Schutsboom 13), [[Andreas Johannes Driessen (1885-1960)|Andreas]] en [[Johan Driessen (1924-2004)]] (B.100, later Schutsboom 11) en [[Johannes Keunen (1895-1980)]] (B.101, later Schutsboom 9). | ||
Regel 30: | Regel 27: | ||
Schutsboom 13, als laatste van de drie huizen verkocht, ging naar de familie Madou-Claassen. Na hun aankoop kreeg dit huis het adres Schutsboom 29 en was kadastraal bekend als M 404, later M 1347. Door een ruiling werd enige grond met de buurman op Schutsboom 31 geruild.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 6, artikel 14434</ref> | Schutsboom 13, als laatste van de drie huizen verkocht, ging naar de familie Madou-Claassen. Na hun aankoop kreeg dit huis het adres Schutsboom 29 en was kadastraal bekend als M 404, later M 1347. Door een ruiling werd enige grond met de buurman op Schutsboom 31 geruild.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 6, artikel 14434</ref> | ||
{{appendix}} | {{appendix}} |