Bewerken van Schutsboom 16-18
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.
Huidige versie | Uw tekst | ||
Regel 1: | Regel 1: | ||
[[Image:Schutsboom Deurne1.jpg|thumb|400px|Rechts herkennen we op de voorgrond het huizenblokje 8-10 en daarachter 12-14-16.]] | Op het vroegere adres '''Schutsboom 12-14-16''' stond een rij van drie woningen. Lang na de sloop van deze huizen is hier de twee-onder-één-kapper Schutsboom 20-22 gebouwd. | ||
[[Bestand:30.394.jpg|thumb|400px|Parochieschool van de Heilige Geest in 1968. Het blok op de achtergrond kwam in de voormalige achtertuin van Schutsboom 12-14-16 te staan, op de voorgrond het gebouw aan de Pastoor Jacobsstraat. Het achterste gebouw bestaat nog altijd.<br> | [[Image:Schutsboom Deurne1.jpg|thumb|right|400px|Rechts herkennen we op de voorgrond het huizenblokje 8-10 en daarachter 12-14-16.]] | ||
[[Bestand:30.394.jpg|thumb|400px|Parochieschool van de Heilige Geest in 1968. Het blok op de achtergrond kwam in de voormalige achtertuin van Schutsboom 12-14-16 te staan, op de voorgrond het gebouw aan de Pastoor Jacobsstraat. Het achterste gebouw bestaat nog altijd.<br>Foto: collectie Frans Gloudemans]] | |||
Regel 9: | Regel 8: | ||
De geschiedenis van deze huizenrij begint in de late 19e eeuw, toen [[Johannes Jacobus Keijzers (1832-1901)]], bakker op [[Stationsstraat 16]], een perceel bouwland in de zogenaamde Nieuwe Erven verkreeg. Het perceel had toen als kadastrale aanduiding B 1233. Rond 1898 (dienstjaar 1899) werd het kadastraal geschat. Vrijwel direct daarna moet hier een rij van 4 woningen zijn gebouwd. Rond 1899 (dienstjaar 1900) werd het perceel bouwland met 4 huizen namelijk gesplitst in 5 nieuwe percelen, te weten B 1335 (het resterende bouwland) en de huizen met erf (van links naar rechts) B 1336, B 1337, B 1338 en B 1339. Het waren kleine, diepe huisjes die aan de achterzijde over de halve breedte met een uitbouw waren gebouwd. Kort daarna overleed de oude Keijzers, en de kinderen werden gezamenlijk eigenaar. Hun moeder had het vruchtgebruik van de bezittingen.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 3, artikel 2877</ref> | De geschiedenis van deze huizenrij begint in de late 19e eeuw, toen [[Johannes Jacobus Keijzers (1832-1901)]], bakker op [[Stationsstraat 16]], een perceel bouwland in de zogenaamde Nieuwe Erven verkreeg. Het perceel had toen als kadastrale aanduiding B 1233. Rond 1898 (dienstjaar 1899) werd het kadastraal geschat. Vrijwel direct daarna moet hier een rij van 4 woningen zijn gebouwd. Rond 1899 (dienstjaar 1900) werd het perceel bouwland met 4 huizen namelijk gesplitst in 5 nieuwe percelen, te weten B 1335 (het resterende bouwland) en de huizen met erf (van links naar rechts) B 1336, B 1337, B 1338 en B 1339. Het waren kleine, diepe huisjes die aan de achterzijde over de halve breedte met een uitbouw waren gebouwd. Kort daarna overleed de oude Keijzers, en de kinderen werden gezamenlijk eigenaar. Hun moeder had het vruchtgebruik van de bezittingen.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 3, artikel 2877</ref> | ||
Rond 1906 (dienstjaar 1907) scheidden de kinderen de boedel. In de praktijk kwam dit erop neer dat meerdere kinderen nog altijd in gezamenlijkheid de boedel beheerden. | Rond 1906 (dienstjaar 1907) scheidden de kinderen de boedel. In de praktijk kwam dit erop neer dat meerdere kinderen nog altijd in gezamenlijkheid de boedel beheerden. De huizenrij werd rond 1920 (dienstjaar 1921) verkocht.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 3, artikel 4358</ref> Nieuwe eigenaren van de vier huisjes B 1336, B 1337, B 1339 en (na een kleine grenscorrectie met de buren) B 1398 en het achterliggende bouwland B 1335, groot in totaal bijna 33 are, waren [[Leonardus Manders (1887-1959)]], machinist en rijwielhandelaar, en zijn kinderen [[Henricus Johannes Manders (1917-1985)]] en [[Petrus Antonius van Hoek (1916-1989)|Maria Paulina Martina Manders (1922-2009)]], wonend op [[Stationsstraat 104]].<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 4, artikel 5407</ref> Uit de periode rond deze verkoop hebben we gegevens over de bewoners/huurders, maar steeds is er maar sprake van drie huisjes met hun bewoners. In 1930 woonden achtereenvolgens in de huisjes, gezien vanaf de Stationsstraat, [[Johannes Keunen (1895-1980)]] (B.86), [[Josephus Manders (1896-1970)]] (B.87) en H. Manders (B.88). In 1953 waren dat van rechts naar links [[Andreas Leo Ketelaar (1922-1979)]] (B.81, later Schutsboom 12), [[Leonard Honings (1869-1963)]] (B.82, later Schutsboom 14) en [[Christianus Nelemans (1912-1993)]] (B.83, later Schutsboom 16). Daarin zien we allerlei sociale verbanden. Keunen, schoonzoon van Honings, woonde later op [[Schutsboom 25|Schutsboom 9]]. Honings woonde in 1930 nog op [[Schutsboom 10 (oud adres)|Schutsboom 10]]. Ketelaar was bovendien gehuwd met een kleindochter van Honings. | ||
De huizenrij werd rond 1920 (dienstjaar 1921) verkocht.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 3, artikel 4358</ref> Nieuwe eigenaren van de vier huisjes B 1336, B 1337, B 1339 en (na een kleine grenscorrectie met de buren) B 1398 en het achterliggende bouwland B 1335, groot in totaal bijna 33 are, waren [[Leonardus Manders (1887-1959)]], machinist en rijwielhandelaar, en zijn kinderen [[Henricus Johannes Manders (1917-1985)]] en [[Petrus Antonius van Hoek (1916-1989)|Maria Paulina Martina Manders (1922-2009)]], wonend op [[Stationsstraat 104]].<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 4, artikel 5407</ref> Uit de periode rond deze verkoop hebben we gegevens over de bewoners/huurders, maar steeds is er maar sprake van drie huisjes met hun bewoners. In 1930 woonden achtereenvolgens in de huisjes, gezien vanaf de Stationsstraat, [[Johannes Keunen (1895-1980)]] (B.86), [[Josephus Manders (1896-1970)]] (B.87) en H. Manders (B.88). In 1953 waren dat van rechts naar links [[Andreas Leo Ketelaar (1922-1979)]] (B.81, later Schutsboom 12), [[Leonard Honings (1869-1963)]] (B.82, later Schutsboom 14) en [[Christianus Nelemans (1912-1993)]] (B.83, later Schutsboom 16). Daarin zien we allerlei sociale verbanden. Keunen, schoonzoon van Honings, woonde later op [[Schutsboom 25|Schutsboom 9]]. Honings woonde in 1930 nog op [[Schutsboom 10 (oud adres)|Schutsboom 10]]. Ketelaar was bovendien gehuwd met een kleindochter van Honings. | |||
De bouw van een bergplaats op het bouwland rond 1949 (dienstjaar 1950) zette een tijd van verandering in. In hetzelfde jaar werden de twee rechter huisjes, B 1338 en B 1398, kadastraal gewijzigd en voorzien van één bergplaats. Rond 1954 (dienstjaar 1955) werden de 4 huisjes met het bouwland samengevoegd tot één perceel van 33 are, B 1905, omschreven als ''4 huizen, 2 bergplaatsen, bouwland en erf''. Rond 1957 (dienstjaar 1958) werd het perceel hermeten. Dat leidde tot de kadastrale omnummering naar M 178 en de constatering dat het nog maar ging om ''3 huizen, schuur en tuin''. Aangezien er al in 1930 maar 3 families de huisjes bewoonden, is het waarschijnlijk, dat de samenvoeging van twee huisjes al veel eerder plaatsvond. Bij de [[huisnummering 1950-1955]] kreeg het huizenblok de huisnummers Schutsboom 12, 14 en 16. Na de dood van grootvader Manders werd het bezit rond 1959 (dienstjaar 1960) verdeeld.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 4, artikel 5407</ref> | De bouw van een bergplaats op het bouwland rond 1949 (dienstjaar 1950) zette een tijd van verandering in. In hetzelfde jaar werden de twee rechter huisjes, B 1338 en B 1398, kadastraal gewijzigd en voorzien van één bergplaats. Rond 1954 (dienstjaar 1955) werden de 4 huisjes met het bouwland samengevoegd tot één perceel van 33 are, B 1905, omschreven als ''4 huizen, 2 bergplaatsen, bouwland en erf''. Rond 1957 (dienstjaar 1958) werd het perceel hermeten. Dat leidde tot de kadastrale omnummering naar M 178 en de constatering dat het nog maar ging om ''3 huizen, schuur en tuin''. Aangezien er al in 1930 maar 3 families de huisjes bewoonden, is het waarschijnlijk, dat de samenvoeging van twee huisjes al veel eerder plaatsvond. Bij de [[huisnummering 1950-1955]] kreeg het huizenblok de huisnummers Schutsboom 12, 14 en 16. Na de dood van grootvader Manders werd het bezit rond 1959 (dienstjaar 1960) verdeeld.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 4, artikel 5407</ref> | ||
Regel 22: | Regel 16: | ||
== Huidige situatie == | == Huidige situatie == | ||
Met de bouw van het [[Pastoor Jacobsstraat - noodlokalencomplex|noodlokalencomplex]] aan de [[Pastoor Jacobsstraat]] in 1959 | Met de bouw van het [[Pastoor Jacobsstraat - noodlokalencomplex|noodlokalencomplex]] aan de [[Pastoor Jacobsstraat]] in 1959 werd een nieuwe episode voor de Schutsboom gestart. Na verloop van tijd werden vrijwel alle huizen aan de even zijde van de Schutsboom gesloopt, en zo ook dit blok. Na afbraak van de school als gevolg van een raadsbesluit van 18 juni 1976 werd een nieuw plan voor het terrein ontwikkeld. Dat hield ook de aanleg van een nieuwe weg tussen [[Sint Willibrordusplantsoen]] en [[Schutsboom]] in. De huizen aan die nieuwe weg kregen de nummers 1-9 en 8-12, waardoor de huisnummering opschoof. Bovendien werd de verkaveling aan de even zijde van de Schutsboom volledig gewijzigd. Daardoor is de structuur van de bebouwing aan de noordzijde van de straat niet meer te vergelijken met de oude situatie. | ||
Nadien werd het terrein waar Schutsboom 12-14-16 en [[Schutsboom 20]] stonden herverkaveld voor de bouw van drie nieuwe twee-onder-één-kap-woningen | Nadien werd het terrein waar [[Schutsboom 8-10]], Schutsboom 12-14-16 en [[Schutsboom 20]] stonden herverkaveld voor de bouw van drie nieuwe twee-onder-één-kap-woningen. Het perceel van Schutsboom 20-22 komt ongeveer overeen met de plaats waar vroeger het huizenblok Schutsboom 12-14-16 stond. | ||
{{appendix}} | {{appendix}} | ||
[[Categorie:adres]] | [[Categorie:adres]] |